95 Het houden eener exercitie zal worden bekend gemaakt door schriftelijke oproeping der dienstplichtigen, welke oproepingsbrief minstens 2 maal 24 uren vóór den aanvang der excercitie aan de woning der dienstplichtigen door een ambtenaar der gemeente zal worden uitgereikt. AFDEELING II. Strafbepalingen. Art. 7. Met boete van ten hoogste 5.wordt gestraft de dienstplichtige die niet tijdig opkomt tot blussching van brand, die te laat komt of nalaat deel te nemen aan eene met de spuit te houden exercitie, de dienstplichtige die zich tijdens den dienst verwijdert van de hem aangewezene plaats of die zich op andere wijze aan den hem, bij de door Burgemeester en Wethouders vast gestelde dienstregeling en instructie, opgedragen dienst onttrekt. Deze strafbepaling is niet van toepassing op hem die tot dat wegblijven, te laat komen, of het zich verwijderen of onttrekken van dienst vergunning heeft bekomen van den Burgemeester of diens plaatsvervanger. Ook kan de dienstplichtige, welke door ziekte of afwezigheid verhinderd was, of die gewichtige redenen voor het te laat komen of wegblijven heeft, zich binnen 24 uren na den brand of de exercitie tot den Burgemeester wenden, die de hem opgegeven redenen onderwerpt aan het oordeel van Burgemeester en Wet houders, opdat door hen zal worden beslist of het verzuim van zoodanigen aard is geweest, dat het buiten de kennisneming van het Openbaar Ministerie van het Kantongerecht behoort te blijven. Art. 8. Met boete van ten hoogste 25.wordt gestraft hij, die bij brand goederen bergt zonder vergunning van den eigenaar of rechthebbende. Deze strafbepaling geldt niet voor de daartoe door Burgemeester en Wethouders, krachtens hunne dienstregeling of instructie, aan gewezene bergers van goederen en ook niet voor zoover tot dit bergen de last is gegeven door den Burgemeester of diens plaats vervanger, den Kommandant der brandweer, de brandmeesters of de aanwezige politiebeambten. Art. 9. Met boete van ten hoogste 25.— of gevangenisstraf van ten hoogste 6 dagen, te zamen of afzonderlijk, wordt gestraft de dienstplichtige, die zich tijdens de brandblussching of de exer citie met de spuit met woorden of daden verzet tegen den boven hem gestelden bevelvoerder, voor zoover daarin niet door de wet anders mocht zijn voorzien. Art. 10. Met boete van ten hoogste 25.'of hechtenis van ten hoogste 6 dagen, te zamen of afzonderlijk, wordt gestraft degeen die aan het personeel der brandweer bij brand of exercitie sterken drank schenkt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1910 | | pagina 127