- 110 Hoofdstuk II. Van den aanleg van wegen en straten en de uitgifte tot en het gebruik van gronden als bouwterrein. Art. 6. Met een boete van ten hoogste f 25,of hechtenis van ten hoogste zes dagen wordt gestraft ieder, die gronden tot bouw terrein gebruikt of uitgeeft, of daarop een of meer gebouwen opricht, doet of iaat oprichten, zonder dat vooraf door den -Gemeenteraad zijn vastgesteld: 1°. de breedte, hoogte, ligging, richting, wijze van beharding en rioleering der aan te leggen straten, pleinen, wegen en paden en zonder dat vooraf onder 's Raads goedkeu ring de totstandkoming en instandhouding dier straten, wegen en paden, de daarin te leggen rioleering, buislei ding en werken tot toevoer van drink- en werkwater, tot aanleg van geleidingen van licht- of krachtoverbren ging, straatverlichting en beplanting, alles met het onder houd daarvan, is verzekerd. 2°. de wijze van bebouwing dier terreinen. Bij de aanvrage tot vaststelling van het hierboven sub 1 en 2 vermelde, worden plannen gevoegd A. van den ontworpen aanleg sub 1°. B. van de wijze van bebouwing sub 2°., dit laatste vervaar digd naar het kadastrale plan, doch niet kleiner dan op een schaal van 1 1250. Als algemeene regels zijn daarbij de volgende bepalingen in acht te nemen a. alle wegen in nieuwe wijken, waarvan de breedte der straten reeds is vastgesteld bij een Raadsbesluit, aan de inwerkingtreding dezer verordening voorafgaande, moeten de daarbij vastgestelde breedte hebben, waarvan de helft als rijweg bestraat en de andere helft als voetstraat moet zijn ingericht; b. aile andere wegen moeten een breedte hebben van min stens 12 Meter, waarvan de helft als rijweg bestraat en de andere helft als voetstraat moet zijn ingericht c. de rooiingslijnen der straten en wegen moeten zooveel mogelijk evenwijdig zijn aan hare as; d. de onderlinge naastbijgelegen rooiingslijnen van twee evenwijdig of nagenoeg evenwijdig aan elkander aan te leggen straten of wegen, of van een aan te leggen straat of weg en een daarmede evenwijdig of nagenoeg even wijdig bestaande straat of weg, zullen minstens 50 Meter van elkander verwijderd moeten zijn; voor nader aan te wijzen gedeelten der gemeenten kan die afstand op min stens 36 Meter worden bepaald;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1910 | | pagina 146