VEEORDENING op het in voorraad hebben,
- 145 -
VERVOEREN EN AFLEVEREN VAN MELK.
(Afgekondigd 19 Mei 1905).
Art. 1. Met drie dagen nadat het verschijnen of dreigen
van besmettelijke ziekten door openbare aankondiging vanwege
Burgemeester en Wethouders zal zijn bekend gemaakt is het
aan allen die zich zeiven, leden van hun gezin of inwonende
ondergeschikten geregeld of op ongezette tijden belasten met
het schoonmaken van privaten, het ledigen van beerputten of
het op andere wijze verzamelen, vervoeren of verwerken van
faecale meststoffen en dergelijke afval en vuil, menschelijke uit
werpselen daarin begrepen en evenzeer aan hem, die werktui
gen of gereedschappen welke voor een of ander als voren om
schreven hebben gediend in bewaring hebben, en aan de
ondergeschikten van alle boven omschreven personen verboden^
melk in voorraad te hebben anders dan voor eigen gebruik of
te vervoeren of te doen vervoeren langs openbare wegen of
op eenige wijze af te leveren of te doen afleveren
*Aet. 2. De bepaling van art. 1 is niet van toepassing op
hen die bij het in voorraad hebben, vervoeren of afleveren
van melk in het bezit zijn van een door Burgemeester en
Wethouders geteekende „Kaart voor Melkvergunning" en deze
kaart op de eerste vordering aan de dienaren van Politie en
de leden der Gezondheidscommissie vertoonen.
Art. 3. De kaarten van art. 2 worden gesteld ten name van
den aanvrager en gelden alleen voor dezen persoonlijk. Zij
worden alleen afgegeven onder voorwaarde dat de melk is en
wordt verkregen, bewaard, vervoerd en afgeleverd op zoodanige
wijze, dat noch middellijk, noch onmiddellijk gevaar bestaat
dat zij, hetzij door aanraking met vaste of vloeibare stoffen
welke vermoedelijk besmet zijn, hetzij op andere wijze, besmet
wordt, en ten genoegen van Burgemeester en Wethouders is
aangetoond dat aan die voorwaarde wordt voldaan.
Art. 4. De kaarten van art. 2 eenmaal afgegeven, kunnen
terstond worden ingetrokken zoodra het vermoeden rijst, dat
niet meer aan de voorwaarde van art. 3 wordt voldaan. De
aanvrager zal om eene nieuwe kaart te bekomen opnieuw ten
genoege van Burgemeester en Wethouders moeten aantoonen
dat aan de voorwaarde van art. 3 wordt voldaan.
Art. 5. De weigering der afgifte of de nietigverklaring eener
afgegeven kaart alsmede het afgeven eener nieuwe kaart wordt
door Burgemeester en Wethouders door openbare aankondiging
bekend gemaakt met vermelding van de namen van de be
trokken personen.