VERORDENING in het belang der gezond
heid VAN LEERLINGEN DER OPENBARE EN
BIJZONDERE SCHOLEN IN DE GEMEENTE
BLOEMENDAAL.
- 147
(Afgekondigd 18 Augustus 1908;)
Artikel 1. Het is verboden aan ouders, voogden of anderen,
krachtens wet of overeenkomst met de verzorging van kinde
ren belast, kinderen of leerlingen eene openbare of bijzondere
school te doen bezoeken en aan hoofden der bijzondere scholen
leerlingen daar toe te laten
die lijdende zijn aan schurft, besmettelijke oogontsteking,
epidemische bof, besmettelijke hoofdzeer of andere besmet
telijke huidaandoeningen;
die lijdende zijn aan windpokken, rooden hond, kinkhoest
of mazelen of bij wier huisgenooten zich deze ziekte ge
openbaard heeft, in welk geval daarvan door de ouders,
voogden of bovenbedoelde verzorgers onmiddellijk aangifte
moet worden gedaan bij het gemeentebestuur. Deze bepa
ling geldt slechts voor zoover daarin niet is voorzien door
de wet van 4 December 1892 (Stbld. No. 134).
Akt. 2. De bepaling sub a van artikel 1 is niet of niet
meer van toepassing, indien de ouders, voogden of andere
in art. 1 genoemde verzorgers aan het hoofd der school
overleggen eene schriftelijke verklaring van een geneeskundige
dat er geen gevaar van besmetting bestaat of dat het heeft
opgehouden te bestaan
Art. 3. Ouders, voogden of andere in art. 1 genoemde ver
zorgers zijn verplicht zoodra het. gevaar voor besmetting der
ziekten, genoemd in sub b van art. 1 geweken is, daarvan
onder overlegging van eene geneeskundige verklaring aangifte
te doen ten gemeentehuize.
De bepaling van art. 16 blijft ten aanzien van de hoofden
der bijzondere scholen van toepassing totdat hun door Burge
meester en Wethouders eene verklaring is toegezonden, dat die
leerlingen weder kunnen worden toegelaten.
Art. 4. Overtreding van de bepalingen van art. lof 3 dezer
verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes
•dagen of geldboete'van ten hoogste vijf en twintig gulden.