24 betreft, aan bij lietgeen de heer Koolhoven zooeven heeft ge zegd. Dat deel der gemeente, dat oostelijk is gelegen van den Bloemendaalschen weg, vindt thans zijn afvoer van water door slooten naar de Delft; dit spuikanaal brengt het vuile water, afkomstig uit de perceelen, in die buurt gebouwd, door het Spaarne en het Noordzeekanaal naar de zee; het behoud en onbelemmerd gebruik van de Delft is dus voor Bloemendaal van het grootste belang. Wordt het ontwerp van Gedeputeerde Staten wet, dan komt dit kanaal in zijn geheel aan Haarlem en kan die gemeente daarmede doen wat zij goeddunkt. Voortaan staat het dan in hare macht, om afvoer voor Bloemendaal zeer te bemoeilijken, ja zelfs zoo goed als onmogelijk te makenwaar Bloemendaal zich nu ge stadig en zelfstandig uitzet, moet doorstrooming tot afvoer veel eer verzekerd en bevorderd, dan belemmerd worden. De heer Rijnierse acht het opgemerkte een zeer gewichtig argument tot bestrijding van het wetsontwerp. Daarop wil hij ten zeerste den nadruk hebben gelegd. Ook de heer Koolhoven acht dit een zeer belangrijk argu ment. Een der voornaamste motieven van het ontwerp kan aldus Omgekeerd en dan tegen Haarlem worden gericht. Het zelfde zou men misschien kunnen doen met alle andere argu menten, b.v. met dat der stelselmatige uitbreiding. Wetworden van het ontwerp toch zal Bloemendaal beletten, zich stelsel matig uit te breiden. Immers de uitbouw dier gemeente, zooals <leze zich gedurende de laatste jaren geleidelijk en op natuur- lijke wijze heeft ontwikkeld, altijd nog in landelijken geest, wordt veeleer door Haarlem belemmerd. Elk stuk, dat Bloemen daal verliest, zal die belemmering vermeerderen. De voorzitter zegt, dat het opgemerkte omtrent de uitbrei ding van Bloemendaal in elk geval juist is, voor zooverre betreft de uitbreiding, uitgaande van den Bloemendaalschen weg, westwaarts naar Duinendaal en Hoog Hartelust en oost waarts naar Laag Hartelust, en ook in andere deelen der ge meente naar de zijde van Haarlem toe. Daarbij kan dan nog worden opgemerkt, dat de aldus gewonnen bevolking be houdens eene zeldzame uitzondering, niet afkomstig is uit Haarlem, maar uit Amsterdam of uit andere plaatsen van ons land. De toestand, zooals die hier bestaat, is dan ook niet te vergelijken met dien van andere grensgemeenten, zooals b.v. Nieuwer Amstel bij Amsterdam. Daar was het regel geworden, dat bewoners van Amsterdam verhuisden naar die naburige gemeente, voor het oog' en feitelijk met Amsterdam reeds lang één geheel geworden, alleen om belastingheffing in de duurdere gemeente te ontgaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1910 | | pagina 44