29
Uwe Excellentie zijn oordeel over deze aangelegenheid volledig
uit te spreken
Redenen, waarom de Raad zich wendt tot Uwe Excellentie
met het eerbiedige verzoek, dat het Uwe Excellentie behage te
bevorderen, dat de Raad te gelegener tijd in kennis kome met
de argumenten, welke het college van Gedeputeerde Staten van
Noordholland eventueel meent voor eene grenswijziging tusschen
Haarlem en Bloemendaal te moeten of te kunnen aanvoeren.
't Welk doende enz.
Bloemendaal, 22 November 1902.
Gevoelen van den Raad der gemeente Bloe
mendaal aan Gedeputeerde Staten van Noord-
Hollancl uitgebracht aangaande het aan 's Raads
oordeel overgelegd ontwerp van wet tot wijziging
van de grens tusschen de gemeente Haarlem eener-
zijds en de gemeenten Bloemendaal, Schoten,
Haarlemmerliede en Spaarnwoude en Heemstede
anderzijds, voor zoover de gemeente Bloemendaal
daarbij betrokken is.
De Raad verzwijgt niet, dat het ontbreken van alle toelich
ting bij het wetsontwerp het behoorlijk voorbereiden en moti-
veeren van zijn gevoelen uitermate heeft bemoeilijkt, zoo niet
onmogelijk gemaakt.
Behoort bij elk wetsontwerp eigenaardig eene momorie van
toelichting, in elk geval schijnen Gedeputeerde Staten het aan
gewezen College te zijn om ten deze aan de Regeering de
bouwstoffen voor hare memorie van toelichting te verschaffen.
Hoe gemakkelijk en doeltreffend ware het geweest als uw Col
lege den Raad met enkele dier bouwstoffen bereids had kennis
doen maken.
De afwijzende beschikking op 's Raads daartoe strekkende
verzoek van 25 September j.l. heeft den Raad dan ook pijnlijk
getroffen. Hoe is het te rijmen met het algemeen belang en het
hooge gevoel van onpartijdigheid dat uw Colloge pleegt te be
zielen, dat Bloemendaal bij hare zuster-gemeente Haarlem, wier
voorstellen tot grensuitbreiding Uw College grootendeels over
neemt, ten deze zoozeer is achtergesteld? De wet verplichtte
uw College tot mededeeling uwer motieven niet, het moge zoo
zijn, maar is niet juist het stilzwijgen van de wet te dien aan
zien eene vingerwijzing, dat uwe vrijheid in dit opzicht bleef
onverkort en dus de billijkheid door U betracht kon worden?
Dat Bloemendaal ten deze zoo stiefmoederlijk behandeld is,
kan naar het oordeel van den Raad twee redenen hebben: öf
uw college ziet thans zelf in, dat Bloemendaal bezwaarlijk op