water weg te leiden en den duinvoet van moerasgrond te her scheppen in bewoonbaren grond, is nu de taak van die gegraven vaart om 't overtollige vuile water van de wijk Bloemendaal, gedeeltelijk ook van Overveen, te leiden naar bet Spaarne en daardoor naar zee, een anderen afvoerweg heeft Bloemendaal niet. 't Beheer van althans één kant van de Delft moet dus in handen blijven van liet Bloemendaalsch bestuur. Iets dergelijks geldt, zij liet ook in mindere mate, van de Houtvaart (Aerdenhouts- vaart). Maar beide vaarten kenmerken zich als grenslijn, niet alleen door hun natuurlijkheid, maar door hun 'duidelijkheid. De Baad wenscht hoffelijk te blijven, maar kan zich niet ont veinzen, dat de geest die de ontworpen grenslijn heeft bedacht is van een grillige natuur; hoe zal men in de werkelijkheid die grenslijn wedervinden als eens de slootjes waarlangs zij nu is gedacht gedempt zijn, overbouwd met huizen; of wel heeft Uw College reeds bij voorbaat aangenomen, dat hoe hoog men nu ook opgaf van die gronden aan de westzijde van de spoorbaan en de Delft als bouwterrein, dit toch maar bouwterrein was op papier'? Is Uw College soms met ons van oordeel, dat het zeer de vraag is of de uitbreiding die Haarlem ondergaat, wel het karakter draagt van een gezonden groei en of niet veeleer hier sprake is van eene ziekelijke groeikoorts, die door innerlijk verval gevolgd zal worden en het tegendeel bewijst van werke lijke kracht? En heeft ook Uw College in verband hiermede niet geglimlacht over het fantastische beweren van grenswijzi gingswij sgeeren, dat de statistiek bewijst dat alle groote steden neiging hebben zich bij voorkeur naar het westen uit te breiden Zeker 't is ook onzen raad niet onbekend, dat het licht komt onafwendbaar uit het oosten, maar hij weigert om de komst van Haarlem daarmede op één lijn te stellen. Het tegendeel is waar. Of zou de Bloemendaalsche politie niet minder kostbaar, niet eenvoudiger ingericht kunnen zijn, als niet Haarlem daar was om zijne stroopende en inbrekende burgers na hunne tochten op Bloemendaals gebied in zijne minderwaardige buurten spoor loos te doen verdwijnen? Of zoude het verblijf des zomers in Bloemendaal niet veel aangenamer zijn als niet Haarlem in de nabijheid was om op Zon- en feestdagen met zijne schoon uitgedoschte duizenden alle landelijk aanzien aan onze gemeente te ontnemen? „Maar Bloemendaal heeft veel geldelijk voordeel van Haar lem en moet als Haarlem zijn grenzen uitbreidt ook maar eenige gronden afstaan." Neen, Bloemendaal geniet veel meer van Amsterdam! „Maar komen dan de arbeiders die in uwe gemeente werken, als werkeloozen, als slechte belastingbetalers niet allen ten laste van Haarlem Wellicht, maar het geld dat zij in gewone ora- 3

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1910 | | pagina 53