Het^ is ook niet gemakkelijk in dat verleden door te dringen. Niet ieder staan de bronnen ten dienste, en als wij ze onder ons bereik hebben, dan veeltijds in een onleesbaar schrift, dat Hollandsch heet, maar bij den eersten oogopslag machtig veel op Arabisch gelijkt, dat u wanhopig maakt. En hebt ge 't ont cijferd, dan wacht u niet zelden eene nieuwe teleurstelling. Gij meent een tand van een mammouth te vinden en 't blijkt een vuil stukje been te zijn, m. a. w. gij dacht eene bijzonder ge wichtige ontdekking te zullen doen, maar 't is een bloot alle- daagsche zaak, niet belangrijk genoeg om voor een nageslacht te herhalen. Hoeveel hebt ge niet door te lezen, wat de ver melding niet waard is, terwijl de bescheiden u schijnen te be spotten, als zij juist datgene met stilzwijgen voorbijgaan, wat u belangrijk zou zijn. Wij hebben echter het voorrecht, dat wij onze kerk kunnen nagaan van haar eersten oorsprong af. De oudste stukken, die op haar ontstaan betrekking hebben, zijn ons bewaard gebleven. Eene zorgvuldige hand hechtte ze samen en zoo vonden wij ze onder de verstrooide papieren in het kerkelijk archief. Deze ge meente staat dan ook in de rij der Hervormde kerken niet vooraan, want reeds was het licht der Reformatie meer dan een eeuw lang over ons vaderland opgegaan, voordat Bloemendaal er aan dacht tot kerkstichting over te gaan. Wel is ook onze gemeente het tooneel geweest van den strijd, dien de nieuwe leer met zich bracht. De hagepreek is reeds vroeg in de omstreken van Haarlem gehouden, en, naar de overlevering ons meldt, ook op dezelfde plek, waar wij nu ver gaderd zijn. Maar tot kerkstichting is men eerst in 1632 gekomen. Op den 2<len Paaschdag van dat jaar kon men een 80-tal mannen en vrouwen bij elkander vinden in de schuur van 't huis te Bloe mendaal onder 't gehoor van een predikant van Haarlem, die daartoe op verzoek van Ingelanden en Ingezetenen van Brederode, Blommendael en O verveen is opgetreden. a) Kennelijk wordt „de Het gebouw „Maranatha," in 1879 gesticht door Mevrouw Willink geb van Wickevoort vail Crommelin. Red. Kerkb. huis te Bloemendaal was een lusthof, aangelegd door graaf Floris II (f 1122) en door hem Aelbrechtsberg geheeten naar Aelbrecht of Adalbert den eersten geloofsprediker van Kennemerland. Jaren lang heeft daardoor de gemeente zelve ook dien naam gedragen. Maar „ons dichterlijk Bloemen daal, dat een historisch Aalbertsberg verdrongen heeft" (Beets, Nieuwe ver scheidenheden 2de st. p. 9), blijkt toch de oudste rechten te hebben. Onjuist is de afleiding van den naam van vorst Albrecht, „der Beieren en Hollands Heer gegeven door Elisabeth Koolaart (f 1736) in hare „Uitnoodiging aan mijne gespeelen, dat ze mij op Veenberg, in Aalbertsberg, komen bezoeken tot vermenging met vruchtensappen. 3

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1911 | | pagina 55