49 tegen den predikant en de gereformeerde religie, en het geheele dorp in opschudding te brengen, zoodat zelfs de kerkeraad straks klagen moet, dat op haar voorbeeld de Roomschen, vooral het bleekersvolk, zich „diverse onordentelijkheden" tegen de vrije uitoefening van den gereformeerden godsdienst veroorloven. Maar een nieuwe phase komt er in dezen strijd als Speller na een paar maanden zich bij den predikant vervoegt, om een onlangs hem geboren kind voor den doop aan te geven. Men voorziet nieuwe zwarigheden, de kerkeraad komt daarover te zamen en -een uur voor de godsdienstoefening wordt dan ook door den vader bericht, dat de vrouw het kind weigert af te geven onder uitdrukkingen, die 't mij niet lust hier over te schrijven. De hoofdbaljuw wordt er mede in kennis gesteld. Maar deze had al meer blijken gegeven van zijne krypto 'j-katholieke sympathieën en zijne traagheid in het voorstaan der Gereformeerde kerk. Ook nu weet hij Speller geen anderen raad te geven dan maar toe te geven aan de wenschen zijner vrouw. Als hij het kind Roomsch laat doopen wil zij immers beloven het gereformeerd te laten opvoeden. Meer kan hij er niet aan doen. Er gaat dan een rekest van den kerkeraad naar den hoofd-baljuw, die nu den kerkeraad komen laat voor de Hooge Vierschaar van Brederode. Predikant en hoofd-baljuw staan hier tegenover elkander, maar ze zijn aan elkander gewaagd. De laatste wil dan raad hebben, wat hij toch eigenlijk doen moet, de eerste is voorzichtig genoeg om dat instantelijk te weigeren en verklaart zelf raad noodig te hebben. Dit werkt 't uit, dat een bode der Justitie de vrouw komt aan zeggen, dat zij op Zondag a.s. haar kind moet doen doopen. Maar 't blijft ongedoopt en de justitie vervult hare bedreigingen niet. Zoo is 't Augustus geworden. Eindelijk treedt nu de eigenaar van Wildhoef na lange aarzeling met beslistheid op en doet 't echtpaar weten, dat, als het kind niet in November gedoopt is, zij in Februari van Wildhoef vertrekken kunnen. Dat heeft geholpen. Daar verschijnt Speller 2 Oct. tot ontsteltenis van alle aanwezigen op eenmaal met zijn kind in de kerk, „ge lijk ik" zoo schrijft de predikant„hetzelve met veel alteratie gedoopt hebbe zijnde de gemeente zeer aangedaan". En die ont steltenis is niet zonder reden. Daar staat de vrouw voor de kerk te wachten. Slechts met geweld is zij teruggehouden van daar binnen te dringen. Als een wanhopige stelt zij zich nu aan. Onder de ruwste woorden tegen haar man, de Gereformeerden en inzonderheid tegen den predikant wischt zij het doopsel af van het aangezicht der kleine, werpt den doek op den grond, Krypto beduidt: verborgen, heimelijk. Ked. Kerkb. in minerale wateren, apothekers en drogisten. 4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1911 | | pagina 71