I1B
Een overdekte Bad- en Zweminrich
ting voor de gemeente Haarlem.
ï|i!l!!|!J!!«jH
;tnBR03«W.
Ongeveer drie jaar geleden, wij schrijven nu 1912, vraagt
de heer D. W. A. Q. Graichen, gepensioneerd kapitein van
het Oost-Indisch leger, wonende te Bloemendaal aan de ge
meente Haarlem grond in koop of erfpacht, gelegen aan de
I.
Raaks aldaar, tot hoogstens 2000 vierkante meter om daarop
te stichten een naar de eischen des tijds ingerichte overdekte
bad- en zweminrichting. In November van het jaar lip geett
de zoogenaamde Commissie van Bijstand in het beheer van
Openbare Werken aan den raad van Haarlem op het verzoek
van den heer Graichen bericht en raad in gunstigen zin. Vijf
en dertig vereenigingen te Haarlem en drie leiders van bizondere
scholen betuigen hunne instemming. Burgemeester en Wethou
ders van Haarlem begroeten het plan met hun bijval en geven
aan den gemeenteraad in overweging om den grond te zijner
tijd voor f 3.— de vierkante meter te verkoopen (de heer
Graichen trekt intusschen zijn verzoek om erfpacht in), om het