19 -
het kasteel te Brederode te verlaten met al de
kleinodiën, die zij heeft meegebracht, benevens
met al de „kleedijen en sieraden", die ze op dat
oogenblik zal bezitten, ja met alles wat tot de
vertrekken behoort, die zij op dit kasteel bewoont.
(Zie 1333 en 1346).
1322. De „goede lude" van Kennemerland krijgen van
graaf Willem 111 het recht om „scepenen te
kiesen onder henselven, die hen goet en oirbair
duncken sullen." Vóór dezen tijd werden de sche
penen door den graaf benoemd. (Zie 1346).
1324. Graaf Willem gelast dat allen, die in Kennemer-
17 Sept. land hopbier brouwen, 2 sch. gruitgeld voor ieder
voeder moeten betalen.
1324. De adellijke bezitting Rolland alhier wordt
genoemd W i 11 e m III veroorlooft Jan van
Rolland zooveel van liet goed te Tetrode, dat
hij van hem te leen hield, als 60 pond waard is,
als vrij eigen te verkoopen. (Zie 1326.)
1325. Het Huis te Schoten (later het Huis te Kleef)
wordt reeds genoemd Willem C u s e r
verkrijgt dit huis van de kinderen van A r c o u d
die Wilde. (Zie 1329).
1325. Graaf Willem verbiedt „op pene van lijf
4 Sept. en goed" Jan Evenszoon te betichten
dat hij op bevel van den heer Van Brederode
en van Willem van Velsen, diens zoon, van
's graven wege twee knapen om hun misdaad
heeft helpen ombrengen.
De algemeene rijks-archivaris te 's-Gravenhage was zoo
vriendelijk mij een afschrift te zenden van het „Repertorium
der Verlijen van het kwartier van Kennemerland", voor zoo
ver dit het Huis te Schoten of ter Kleef betreft. Deze aan-
teekeningen zijn door mij bij de verschillende jaren medege
deeld. Het Huis ter Kleef zal wel zijn tweeden naam ontvangen
hebben naar de latere eigenaars Margri ete. van Kleef.
Het kwam in 1492 aan het geslacht van Brederode.