20 -
1326. Bezitter van Rolland (zie 1324) is Wouter van
R o 11 a n t. In het ten rijks-archieve berustend „re
pertorium der leenen van Kennemerland" wordt de
bezitting beschreven als „de Hofstede van Rollant
„groot wezende agt mergen met een camplaats
„daaraen gelegen ande zuidsijde ende met noch
„vier mergen lants daaraen gelegen te Groender-
„brugge ende met nog seven mergen twee hondt
„lants daeraen gelegen". Hetgeen door verschil
lende schrijvers wordt megedeeld omtrent teekens
op den muur, „dat Rollant eene heerlijkheid is ge-
„weest, die de crimineele justitie uitoefende", is
onwaar. Rolland heeft nimmer eenige jurisdictie
hooge noch lage bezeten. Het behoorde respec
tievelijk aan de families van Rolland, de
Coster, van Sparenwoud e, van Scho
ten, Bronckhorst, Ramp, de Perou of
du Peyrou, van Sypesteijn en Hogen-
dorp1). (Zie 1335).
1329. Huis te Schoten: „Verlijdt [overgedragen
„aan] Willem die K u s e rvader van heer
„Coen van Oosterwijck, als de Majesteijt
„eerst opgedragen hebbende uijt sijn vrij eijgen
„goeden". (Repertorium der verlijen). (Zie 1339).
1333. Het gerecht van Aelbrechtsberg en Tetrode be
hoort ook aan den heer van Brederode,
zoodat Brederode een afgerond rechtsgebied ten
noorden van Haarlem bezit. (Zie 1339).
1335. Graaf Willem verkoopt aan Willem van
23 Maart: Spaarnwoude al het goed, dat Aernt van
Rolland bij zijn leven heeft bezeten, o.m. ook
de woning te Rolland. (Zie 1595).
1336. In een acte van verkoop lezen we: „aan de poort
11 Sept. van Haarlem, zuidwaarts van den weg naar Tet-
Zie: J. Cr a an dijk, „Wandelingen door Nederland".
Deel Noord-Holland, 3e druk, waarin de lijst der bezitters enz.