48 -
den, die bij den eigendom van de Jan Gijzenvaart
behooren (zie 1637), voor eene som van f 30 700,
onder voorwaarde dat genoemde stad zal hebben
de vrije doorvaart door dit water en dat zij zich
zal belasten met het onderhoud van deze vaart
en van de bruggen, met uitzondering van de sluis
in den Bloemendaalschen weg (de latere straat
weg). De vaart blijft echter het eigendom der
verkoopers. (Zie 1688).
1688. De stad Haarlem wordt eigenares van de ge-
16 Juni. heele Jan Gijzenvaart en regelt de loonen en het
onderhoud dezer vaart. (Zie 1716).
1690. Omstreeks dezen tijd woont hier bij afwisseling
op haar buitenverblijf Veenberg (nabij Wildhoef)
de bekende dichteres Elisabeth Koolaart
geb. Ho of man (geb. te Haarlem in 1664, over
leden in 1736). Zij vervaardigt hier o. m. de
welbekende „Veenberger Beekzang", waarin zij
o. m. zingt
Hier verslijt men zonder zorgen
En den avond en den morgen,
Middernagt en middaguren
Altoos lustig, altoos blij
Altoos vrees- en kommervrij
Lang moet zulk een leven duren.
1690. Volgens Allan II, 137, koopt de schilder
Isaac van Nic kelen in dit jaar „Dalenberg",
een groote hofstede beoosten Kraantjelek, voor
slechts enkele honderden guldens, daar deze plaats
sinds vele jaren woest lag door de droogte en dor
heid van den grond.V an Ni ck e 1 en, die onbemid
deld was, doch avontuurlijke neigingen had, wilde er
witte moerbeziënboomen planten om zijde te winnen.
Hij begon reeds dadelijk met alle boomen te rooien
en te verkoopen, die hem meer opbrachten, dan