4
49
hem zijne bezitting kostte. Vervolgens verkocht hij
alles wat los en vast was aan het huis en vertrok naar
elders zonder zijn schulden te betalen l). De
Zandvoortsche visschers beroofden en plunderden
geleidelijk het overige gedeelte, zoodat het
geheel een puinhoop werd.
1691. De arm-meesters van Tetrode verkoopen een
4 Jan. huis bezuiden het dorpskerkhof. Dit huis draagt
den naam van „Duyvelshuijsgen" 2).
1692. De r.-k. statie te Overveen neemt een aanvang.
Hierbij dient te worden opgemerkt dat Overveen
van de parochie Haarlem en Bloemendaal van
Driehuizen werd afgenomen. Den bewoners der
Jan Qijzenvaart bleef de vrije keus om te Drie
huizen of te Overveen te parochiëeren. Ook
Zandvoort werd hieronder gebrachtmet dien
verstande dat het St. Agatha-kerkjedat bleef
bestaan, nu niet meer door geestelijken uit Haarlem,
maar door den pastoor van Overveen werd bediend.
Het eerste roomsche kerkgebouw wordt gesticht
aan den Korten Zijlweg door den pastoor Arnol-
dus Hodenpijl, een man, die hoewel zelf
daarvan verdacht, ten sterkste het oud-katholi-
cisme bestrijdt 8). (Zie 1695).
In hoever dit verhaal waar is weten wij niet, doch zeker
is het dat van N i c k e 1 e n, die 7 Oct. 1660 in het Haarlem-
sche schildersgild werd ingeschreven, in 1694 nog te Haarlem
was. Bij resolutie van 4 Febr. van l.g. jaar werd hem door
burgeineesteren dezer stad vergund eene verloting te houden
met zijn schilderij „Gezicht in de Groote Kerk te Haarlem
naar het choor", als prijs. Dit stuk is in het bezit der gemeente
Haarlem. Hij werd 27 Dec. 1703 in de Groote kerk dezer stad
begraven.
2) 2 September 1751 koopt Jacob van Som pel het
„Duyvelshuijsgen" te Overveen.
3) Zie: „Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom
Haarlem, III, 342. Opmerkelijk is het dat in dit roomsch ge
schiedkundig tijdschrift, waaraan in hoofdzaak r.k. geestelijken