1861
wordt geplaatst onder toezicht van het Classicaal
bestuur te Haarlem. Dit reglement wordt later
goedgekeurd bij Kon. Besl. van 16 Maart 1862,
no. 25. (Zie Juli).
16 Juli. Tot leden van den gemeenteraad worden ge
kozen de heeren J. M. v a n D i e r e n B ij v o e t
en H. Huyghens Back er. (Zie 1862).
16 Juli. Ten einde aan den nachtwacht te Overveen
„een levenspositie te verschaffen", wordt zijn
salaris gebracht op f 300 's jaars.
In dit jaar ontstaan oneenigheden tusschen het
bestuur van Meerenberg en de landbouwers uit
den omtrek over den afvoer van vuil water eener-
zijds en het afdammen der afvoerslooten ander
zijds. Eerst in 1891 eindigen deze klachten. Tot
toelichting van deze jarenlange belangrijke kwestie
diene het volgendeNiet alleen de aanvoer van
versch water, maar ook de afvoer van het ge
bruikte water is een zaak geweest, die voor
Meerenberg steeds tot veel bemoeiingen aanlei
ding heeft gegeven. De in het Spaarne uitloo-
pende Jan Gijzenvaart, die, vooral vóór den aanleg
van den spoorweg, voorden aanvoer van goederen
van veel belang was, kon voor den afvoer van
het wasch- en spoelwater niet worden gebruikt,
omdat tusschen het eindpunt van die vaart en het
gesticht, hooge gronden liggen, door welke een
rioleering niet dan met hooge kosten kon worden
aangebracht. De eenige afloop van het water van
het gesticht is langs de ruïne van Brederode door
de weilanden, naar het dorp Santpoort.
1 erwijl aan den eenen kant door de boeren
werd geklaagd over het vuile water dat van
Meerenberg afstroomde en waardoor het drink
water voor de koeien onbruikbaar werd, had men
te Meerenberg dikwijls last van te hoogen water
stand, doordat de boeren de afvoerslooten afdam-
27