31 1862 den Arend, ingenieur der stadswerken in 1. g. gemeente. Bij schrijven van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken, i.d. 17 Maart 1862 ontving de e.g. commissie bericht, dat de overblijfselen &van Brederode, tot dusver beheerd bij het Departement van Financiën, thans in materieel beheer waren overgegaan tot dat van Binnenlandsche Zaken, dat mr. A. J. Enschedé te Haarlem zich bereid' verklaard had, om op die overblijfselen een wakend oog te houden en dat de minister dientengevolge met dien heer in briefwisseling was getreden om trent hetgeen gedaan moest worden tot instand houding der ruïne.,i) (Zie 1874). Door den burgemeester wordt ter kennis van den gemeenteraad gebracht, dat hij als secretaris in de administratie wordt bijgestaan door jonge lieden, die daartoe door hem worden opgeleid, lot dusver leert de ondervinding, dat die jonge lieden hoogstens na een paar jaren vertrekken, dus als zij eenigszins onderlegd zijn in de gemeente-administratie, daar hunne betrekking alhier niet het minste uitzicht geeft op een eenigszins billijke belooning. In verband hier mede besluit de raad tot het aanstellen van een blijvenden hulp - een klerk op een jaar wedde van f 300. In de gemeenteraadszitting wordt behandeld een bericht van den schoolopziener, waarin deze den onderwijstoestand te Vogelenzang „geheel onre- Zie verder de uitvoerige mededeelingen in het „Jaar boek van de Koninklijke Akademie van Weten schap p e n", 1862 en latere jaren. weien 230®derlandsche Spectato r", 1866, blz. fnoLn a u aIv^ een ultvoerige polemiek is afgedrukt tusschen de heeren J. Gosschalk en J. A. Alberdingk n ij m, over de wijze van restaureeren der bouwvallen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1913 | | pagina 47