Het Huis ter Kleef. Het was een moeilijke opdracht, de geschiedenis van dit aloude kasteel, nu ongeveer 340 jaar een puinhoop, te beschrijven. Moeilijk, omdat reeds velen, met bekwamer pen, rijker verbeelding en grooter kennis, de vruchten hunner stu diën te boek stelden. W:e vleien ons dan ook n,iet zelfs in hun schaduw te kunnen staan, we hopen slechts, dat gij met een eerbiediger blik den. puinheuvel, nu quasi-rotspartif, zult bezien. Daar rijst voor ons oog „de hofstede met den toren". De spits van de;n ranken toren aan den Zuidervleug-el van het een vormige, weinig sierlijke gebouw steekt boven eenig schraal geboomte uit. Twee bloedige eeuwen komen terstond in uw gedachten, drie belangwekkende personen verrijzen voor uw geest, waarvan de laatste twee tijdigenooten. Hun namen zijn verbonden aan groote gebeurtenissen. Het eerst staat vóór u de gestalte van een man in de kracht van zijn leven, in den treurigen n|acht van 21 September 1390. Daar op het Buitenhof te „Die Haghe" aarzelt hij' niet zijn meesteresse te verdedigen tot het uiterste. De waardige telg uit het adellijke geslacht, Willem Cuser, zag er zijn trouw aan zijïn heer beloond met den dood. Ook zij, Aieyda vain Poelgeest, de rampzalige beminde van Albrecht Hertog van Beieren, Graaf van Holland, viel. Zijn hooge macht kon haar niet beschutten tegen de moorddolken van zijn eigen zoon Willem van Oostervam en diens vermomde eedgenooten. Zij allen zij:n de ongelukkige slachtoffers van dein Moedigen strijd voor erkenning van volksrechten tegenover verouderd adelsrecht. Een burgerstrijid was het, die meer dan 150 jaren woedde; die vrienden tegen vrienden, bloedverwanten tegen bloedverwanten in het harnas joeg, onder de leuze van Hoeksch en Kabeljauwsch. We komen i;n de tweedie helft der zestiende eeuw. Daar ver schijnt de levenslustige Hendrik van Brederode. Een korte spanne 3

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1915 | | pagina 21