6
aan hun talrijke bezittingen in Kennemerland toegevoegde Huis
ter Kleef.
In 1417'kwamen door hiet huwelijk met de rijke erfdochter van
Vianen, dit stadje, Ameide, het slot Batenstein, enz.; het
grondgebied der Brederodes vermeerderen. In 1529 werd voor
drieduizend Karolus-guldens, de ambachtsheerlijkheid, waarvan
het Huis ter Kleef een deel uitmaakte, aan de „goede stede van
Amsterdam" verkocht, nadat eerst een twist tusschen Reinout
VII van Brederode en Amsterdam was uitgebroken, die op een
proces van meer dan 30 jaar uitliep.
Het Huis ter Kleef bleef evenwel aan de Brederodes. Dat er
romantische personen onder hen waren, is wel bekend. Boven
genoemde Reinout maakte het adellijk huis tot een tooneel van
ongeoorloofden minnehandel. Door de kapittelheeren der orde
van het Gulden Vlies werd hij ernstig onderhouden over het
hebben van ee;n bijzit. Deze bijzit was waarschijnlijk een
schoonzuster van Coomhert, n.l. Katharina Simonsdochter.
Na den dood zijner eerste vrouw ontmoette Reinout ten huize
van de,n heer Van Schagen te Haarlem, een achttienjarige
sohoone uit Holten, Katharina Goosensdochter. Deze bekoorde
hem zoo, dat hij besloot 'haar te schaken. Toen zij' op een goe
den dag eens de straat op was om in een burgerhuis iets te
koopen, liet ;hij haar door zijn hellebaardiers opnemen en in een
gesloten rijtuig naar het Huis ter Kleef voeren. Drie maanden
lang hield Reinout haar daar gevangen. Toen zwichtte zij
voor zijn aandrang en beloofde hem trouw. Daarna nam hij
haar mee naar zij:n slot Batenstein te Vianen, waar Brederode
in 't geheim met haar huwde. Veertien jaar lang stond zij hem
als zijn huisvrouw bij.
Geheel andere tooneelen speelden zich op het Huis ter
Kleef af in het jaar 1566. Toe;n had Reinouts zoon, Hendrik
van Brederode, de levenslustige edelman, er zijn intrek ge
nomen. Wij kunnen ons hem voorstellen, zooals hij met
Lodewijk van Nassau aan het hoofd van driehonderd edelen, op
7 April 1566 in plechtigen optocht naar het paleis der land
voogdes, Margaretha van Parrma, door Brussels straten voort
schrijdt om haar het smeekschrift te overhandigen, waarin zij de
schorsing der bloedplakaten verzochten. De Landvoogdes ont
stelde toen zij zag, hoe vele e;n hoe machtige edelen tot het ver
bond waren toegetreden. Barlaimont zocht haar gerust testellen