66 Art. 2. De onderwijzers genieten een verhooging van jaarwedde van 50 gulden bij het bezit van één of meer der volgende akten lager of middelbaar onderwijs: vreemde talen, handteekenen, landbouwkunde of tuinbouwkunde, lager onderwijs wiskunde, middelbaar onderwijs wiskunde (K. I.), natuurkunde (K. III), plant- en dierkunde (K. IV), Nederlandsche taal en letterkunde (K. VII), geschiedenis (K. VIII) en aardrijkskunde (K. IX), of van f 1(M), voor een of meer dezer akten, wanneer de bezit ter werkzaam is aan eene school, waar onderwijs wordt gege ven in bet vak of de vakken, mits deze akte voor het geven van onderwijs gevorderd wordt. Art. 3. De bepalingen van art. 1, lid 2, 3 en 5 en van art. 2 zijn niet toepasselijk op het plaatsvervangend, hoofd en op de onderwijzers aan de scholen voor meer uitgebreid lager onder wijs, voor zoover de laatsten zijn benoemd in het bijzonder om onderwijs te geven in eene hoogere dan de zesde klasse van die süholen. Deze genieten eene jaarwedde van f 1400,—, te verboogen met f 100,voor iedere twee jaren diensttijd tot een maximum van 1800,- Als diensttijd wordt in aanmerking genomen de tijd, die na het 28st.fi levensjaar, hetzij als hoofd eener school, hetzij als klasse-onderwijzer bij het lager ondierwijs is doorgebracht. Bovendien genieten zij eene verhooging van jaarwedde van f 200,- bij bezit van de akte middelbaar onderwijs wiskunde (K. I.) of van een of meer middelbare akten voor onderwijs in vreemde talen en van f 100, bij bezit van één of meer der navolgende akten: lager onderwijs landbouwkunde of tuinbouwkunde, lager onderwijs wiskunde (indien zij niet in het bezit zijn van de akte middelbaar onderwijs wiskunde (K. natuurkunde (K. Ill), plant- en dierkunde (K. IV), NederlanidsChe taal en letterkunde (K. VII), geschiedenis (K. VIII! en aardrijkskunde (K. IX). Art. 4. Als diensttijd komt in aanmerking de tijd, doorgebracht in dienst zoowel aan openbare als aan bijzondere lagere scholen, als hoofd en als onderwijzer van bijstand va,n het hoofd der school. De diensten bewezen volgens artikel 33 der Wet tot regeling van het Lager Onderwijs en volgens het laatste lid van artikel 22 der Wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad N°. 103) komen niet in aanmerking.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1915 | | pagina 90