Firrpa G. J. DROSTE.!
CONFISEUR.
Groote Houtstraat 132. Tel. 136.
Jt HAARLEM. 31
SS
83
Art. 11.
Het openen, sluiten en ruimen der graven, alsmede het opgra
ven van lijken en weder in een ander graf begraven, geschiedt
door of onder toezicht van den doodgraver.
Art. 12.
Hij, die het uitsluitend recht tot begraven in een grafruimte
heeft, is bevoegd de in die grafruimte aanwezige overblijf
selen van lijken, i;n hetzelfde graf in een gesloten kist, opnieuw
te doen begraven, of Wel zulks te doen plaats vinden in een
ander graf, mits met inachtneming van de,n in Art. 10 bedoel
den termijn van tien jaren.
Art. 13.
Geen opgraving noch vervoer van een opgegraven lijlk mag,
behalve op rechterlijk gezag, geschieden, dan met toestemming
vain den eigenaar van het graf en met verlof van; den Burge
meester.
Art. 14.
Het vervoer naar de begraafplaats van lijken, die op kosten
der Gemeente begraven worden, geschiedt in gesloten kisten
per baar of per lijkwagen.
Art. 15.
Het gebruik van de aula is bij begrafenissen verplichtend,
volgens regelen door Burgemeester en Wethouders te stelien.
Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente
Bloemendaal, in de vergadering van den 21
December 1916.