Zijn zoon Dirk volgde hem op als Heer van Brede- rode, terwijl de broeder van dezen, Simon geheeten, Tey- lingen bekwam en aldus de stamvader der Teylingers werd. Het wapen van Siegfried bestond in een rooden kliin- menden leeuw op een goud veld, met een barensteel van lazuur. Dit was het wapen der Trojanen geweest en werd door hen gevoerd, omdat zij van Priamus den Trojaan afstamden. Zinspelende op de afstamming uit het Grafelijk Huis van Holland, npemde men de vier voornaamste Holland- sche adellijke geslachten aldus: Brederode het edelste, Wassenaar het oudste, Egmond het rijkste, Arkel het stoutste. De Kluizenaar van Overveen. Het was in d'en tijd toen Albrecht van Beijeren graaf van Holland was, dat te Overveen, toen nog Tetrode ge heeten, een kluizenaar leefde, die zich Bruno noemde. Van waar de vrome man afkomstig was, wie zijn ouders waren, of wat hij vroeger was geweest, wist niemand te verhalen. Hij was op zekeren morgen langs den Zijlweg van Haarlem gekomen met den pelgrimstaf in de hand, had zich in de duinen een eenzaam verscholen plekje uitgezocht en zich een kleine hut gebouwd van boom stammen en ruwe planken, gedekt met een dak van riet en mos. Naast zijn schamele woning, op de helling eener heuvel, verhief zich een houten kruis met een breede zodenbank er voor, die zoowel tot kniel- als zitplaats diende. In de hut heerschte volslagen armoede. Ter rechterzijde, naast een soort van schoorsteen, lag het bed gespreid: stroo en mos met een enkele wollen deken: een kleine houten tafel op een boomstam genageld en een zitbank, een paar houten nappen met een waterkan, een kleine plank met wat boeken en een ruw gesneden Onze-Lieve-Vrouwe-beeldje daarboven, vormde het ge- heele huisraad. De kluizenaar was een man van verheven gestalte. 15

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1917 | | pagina 25