Op zekeren dag ontving hij van drie jeugdige edellieden
bezoek. Een van hen Otto genaamd deelde hem
mede, dat zij zonen waren van Jacob van Lookhorst en
van Machteld van Drakenbosch. Hun vader had hun op
zijn sterfbed bevolen, dat zij zich zouden wenden tot
vader Bruno, om een levensstaat te kiezen. Hij gaf hun
goeden raad en alle drie kozen God voor hun deel. Op
zekeren morgen zag men hen in de kerk van het St. Jans
klooster te Haarlem voor het altaar van Onze Lieve
Vrouwe knielen en daar in handen van vader Bruno, den
kluizenaar van Overveen, de meest plechtige beloften
afleggen.
Otto van Lookhorst werd een dapper ridder, wiens
moed en godsvrucht alom geroemd werden; hij begif
tigde twee kloosters te Haarlem en stierf 28 Mei 1443.
Floris van Lookhorst diende met trouw de Hollandsche
graven en huwde eene godvruchtige vrouw, die na
zijn dood in 1435 hare goederen aan de armen schonk
en te Brussel het kloostergewaad aantrok-
De derde broeder, Herman van Lockhorst werd pries
ter, later deken van den Dom te Utrecht, in 1415 kanun
nik van St. Lambert te Luik en van St. Maria te Utrecht.
Hij overleed 5 Augustus 1438.
Vader Bruno, die een zoon was van den ridder Jan
van Haeften, was na een veelbewogen leven er toe
gekomen om alleen God te dienen en had zich in de
duinen onder Overveen als kluizenaar gezet. Hij overleed
den 8sten Juli 1402.
De Miraculeuze Appelboom
te Bloemendaal.
Op Oudejaarsdag van het jaar 1627 zaagde een zekere
Mees Aertszoon een appelboom door op Kloecken-Hof-
stede, gelegen tusschen Aelbrechtsberg en Brederode. In
de schijven van een tak vond hij figuren, die een'viool,
een bisschop met myter en staf en vier nonnen voorstel-
Aanteekening. Ontleend aan de zeer uitvoerige geschiedenis
van J. J. van der Horst, Vader Bruno, de kluizenaar van Over
veen. Met koperetsen van J. B. Witkamp. 2e dr. 1857.
Verscheen ook in ,,Oud en Nieuw."