63 gemeester en Wethouders, die den verkoop van melk verbieden en desnoods beletten kunnen, zoolang1 hun niet blijkt, dat het gevaar voor besmetting is geweken. De bepalingen van dit artikel zijn ook toepasselijk, wanneer zich eene hij de wiet als zoodanig erkende besmettelijke ziekte voordoet, in de woning van een der personen, die met een of meer handelingen als genoemd in art. 1 zijn belast. Art. 8. De melkverkooper is verplicht aan het gebouw, bedoeld in art. 3 sub 2"., boven of terzijde van de buitendeur, welke daar toe toegang geeft, met duidelijke letters van minstens vijf centi meters hoogte, aan te brengen en te houden het woord „Melk handel". Hij is voorts verplicht op een door Burgemeester en Wethouders aan te Wijzen plaats in dat gebouw aan te plak ken en aangeplakt te houden een exemplaar dezer verordening en va:n alle waarschuwingen of mededeelingen, den melkhandel betreffende, welke hem door Burgemeester en Wethouders met dat doel worden uitgereikt. Art. 9. De melkverkooper is verplicht te zorgen, dat de gedeelten van het gebouw, bedoeld in art. 3 sub 2°., waarin de melk wordt bewaard, verkocht, behandeld of bewerkt, alsmede de stallen, maar het oordeel van Burgemeester en 'Wethouders, steeds zindelijk worden gehouden. Voorts is hij verplicht te zorgen, dat bij de genoemde gedeelten van het gebouw de volgende bepalingen worden opgevolgd. De wanden mogen piet behangen, doch moeten gewit, ge verfd of met gladde tegels bedekt zijn. De vloer moet voldoende rein gehouden worden en de zol der moet stofdicht zijin. De luchtververschimg moet voldoende zijn- De* bewaarplaatsen moeten afgesloten zijn van woon- en slaapvertrekken en mogen njet als zoodanig gebezigd worden; zij mogen niet rechtstreeks in verbinding staan met urinoirs, privaten, mesthoopen of stallen en niet gebruikt worden voor bewaring of verkoop van iets, dat aan de melk een bijsmaak kan geven of haar bederf kan bevorderen. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om aan diegenen, wier inrichtingen op het tijdstip der inwerkingtreding van deze verordening nog niet beantwoorden aan die eischen, in dit artikel gesteld, op hun verzoek een termijn te verkenen van ten hoogste twee maanden, gerekend van den dag dier inwer kingtreding, om hunne inrichtingen daarmede in overeenstem ming te brengen. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om, na ingewon nen advies van de Gezondheidscommissie, in bijzondere geval-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1917 | | pagina 79