299
b ten aanzien van bepaalde broodbakkerijen, in gevallen
dat'de noodzakelijkheid of billijkheid daarvan voldoende wordt
a£Van de ontheffingen, sub a en b bedoeld, wordt door Burge
meester en Wethouders openbare kennisgeving gedaan.
Art. 5.
Met het opsporen van de overtredingen en met het toezicht
op de nakoming van de bepalingen dezer verordening zijn,
onverminderd het bepaalde in artikel 8 van het Wetboekvan
Strafvordering, belast de ambtenaren en beamten der gemeente-
P°Hun wordt de last verstrekt om, indien de zorg voor de
nakoming dezer verordening zulks vereischt, met inachtneming
van de Wet van 31 Augustus 1853 (Stbl. No. 83) de woningen,
gebouwen en erven der ingezetenen, huns ondanks ook tus-
schen zonsondergang en -opgang binnen te treden.
Art. 7.
Overtredingen van een van de bepalingen dezer verorde
ning wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen
of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden.
Art. 8.
Deze verordening treedt in werking op 1 Mei 1919.
Aldus vastgesteld in de Raadszitting van
28 Februari 1919.