nuchter doorzicht, stouten durf en gevoelige goedheid; wij,
dat zijn de stille en uitgesproken armen uit den kleinen en
somtijds schijnbaar hoogeren middenstand, op wier nooden
hij ongevraagd opmerkzaam was, op wier toekomst hij ver
trouwde als op zijn eigene en aan wie hij meestal door be
middeling van derden, een predikant, een advocaat, een
familielid steun verleende, omdat hij voor zich dat voelde
als een plicht en als een voorrecht; wij, dat zijn de bestuurs
leden van verschillende stichtingen, vennootschappen en
vereenigingen, wier steunpilaar hij was met zijn raad en zijn
daad, in het Kennemer Lyceum en in den Nederlandschen
Protestantenbond alhier, in de Internationale School voor
Wijsbegeerte te Amersfoort, in de Uitgevers-Maatschappij
.Elsevier" en in een der vereenigingen van werkgevers op
Scheepvaartgebied te Amsterdam; wij, dat zijn nog boven
dien die honderden, die in de vriendelijke warmte en het
zacht maar toch zoo helder schijnend licht van dit leven
oogenblikken van koestering en verlichting hebben beleefd.
Inderdaad, dankbaarheid is de grondtoon van het woord dat
klinkt als J. C. de Wijs, waar ook, wordt herdacht. Het is
voor onze Gemeente een voorrecht geweest, dezen werk-
zamen, innig-goeden, helder-denkenden en ook universeel-
ontwikkelden man tot burger te hebben gehad.
Het portret, dat wij hier afbeelden, met dat strakke en
toch zoo vriendelijke hoofd en de gestalte rechtop, als het
ware steeds gereed tot de daad, moge bij ons als ingezetenen
van Bloemendaal het besef wakker houden, dat een door
goedheid, eerlijkheid, werkzaamheid, durf en trouw waarlijk
gelukkig man van ons is heengegaan, een schoon voorbeeld
ter navolging op menig gebied.
4