jongens, is U allen bekend; dat afstand, tijd, slechte behandeling, noch zelfs de dood van hem, dien hij liefheeft, zijn genegenheid kunnen doen verminderen, ook dat is bewezen. Napoleon doorliep eens met zijn officieren het slagveld van Bassano, toen zijn aandacht getrokken werd door een jammerlijk gehuil, dat toenam naarmate hij naderbij kwam. Op de plaats, vond hij een hond, die het gelaat van een stervenden soldaat lekte, een hond, die zijn meester niet had willen verlaten. Door dit dier tot menschelijke ge voelens terug gebracht, zeide Napoleon toen tot hen, die hem vergezelden: „Schamen wij ons, mijne heeren, deze hond geeft ons een les in menschelijkheid". De dieren kunnen ons dus dikwijls voor ons gedrag een goeden leiddraad aan de hand geven. Het is, zegt een beroemd man, alsof God ons in de hond een voorbeeld van verstand, van slimheid, van voorzichtigheid, van trouw en van moed heeft willen geven. Behalve deze eigenschappen bezit de hond ook een warm gevoel, men vindt bij hem geen naijver XV S. v. K., Amersfoort, 27 Juli 1928. Honden nog niet gekeurd. Een der honden had een wond onder den borstriem, terwijl deze laatste aan de binnenzijde vol geronnen bloed en wondvuil zat. De Inspecteur van de Dierenbescherming, die v. K. hierop wees, kreeg ten antwoord, dat het maar een beetje vuil van het tuig was.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1929 | | pagina 19