BLOEMENDAAL'S NIEUWE BURGEMEESTER.
De Burgemeestersvacature in onze gemeente werd spoe
dig vervuld, kort na het afscheid van Jhr. A. Bas Backer,
in de Julidagen kwam het bericht, dat tot Burgemeester
was benoemd Jhr. Mr. C. J. A. den Tex, Burgemeester van
Diepenheim, met ingang van 1 Augustus.
Met ingenomenheid werd de benoeming in de gemeente
begroet. Ze wekte in vele kringen levendige voldoening,
maar dat niet alleen, ook de beste verwachtingen, Bloemen-
daal, zeker de mooist gelegen gemeente in Kennemerland,
waar nog veel landelijk schoon ongerept is, die steeds meer
het woonoord wordt van allen die prijs stellen op een rustig
verblijf heeft in den nieuwen burgemeester gekregen den
man, die het noodig heeft om de gemeente al meer vooruit
te brengen.
De taak van een Burgemeester is zwaar en een hoogst
verantwoordelijke. Voor het welwezen eener gemeente,
vooral in dezen tijd, hangt het veel af, boe een Burgemees
ter zijn taak opvat; of hij is de man, die feitelijk alléén
slechts doet en uitvoert, wat wet en verordening hem op
dragen te doen, of, hij is een krachtige persoonlijkheid
die al zijn kracht er aan wijdt om de gemeente tot hooge-
ren bloei te brengen, die op maatregelen zint, die in
het belang der gemeente noodig zijn.
Veel in een gemeente als Bloemendaal is voor den Bur
gemeester te doen. Tal van zaken wachten op afdoening.
Groote vraagstukken vragen de aandacht van den Burge
meester. 't Moge den nieuwen Burgemeester, met mede
werking van de wethouders, gelukken ze tot oplossing te
brengen. Hetgeen de Burgemeester zeide bij zijn installatie,
doet in dezen hoopvol gestemd zijn. Het was een rede, die
zeker van groote beteekenis was. Klaar kwam in die rede
uit hoedanig de opvattingen van Jhr. Mr. den Tex aan
gaand ambt en taak zijn.
,,Ik weet dat mij hier een zware taak te wachten staat",
zeide hij. Daarin ligt opgesloten, dat Jhr. Mr. den Tex niet
licht het ambt opvat, dat hij met nauwgezetheid zich er aan
geven zal. Daarom reeds is veel van hem te verwachten.
In de einduitkomst blijkt in het leven steeds, dat hij, die
niet lichtvaardig over de zaken heenloopt, die in zich de
wetenschap omdraagt, dat het werk hem opgelegd, zwaar
is, het ook het beste volvoert. Die menschen zijn de beste
XIII