XI beminden klank bezitten, ook bijnamen geboren uit den volksmond. En in de archieven van de stad en van de dorpen toont men zoogoed als in de huizen van gezeten en eenvoudige burgers, rechtgeaard trotsch, ons het bezit aan kaarten, platen, handwerk en drukwerk, uit tijden dat kieken nog niet eens denkbaar was. Alles met liefde. De echte Kennemer denkt historisch, vooral als hij een buitenman is in dit hart de grafelijkheid, het buitenhart, wanneer het hofhart in Den Haag naar rust zocht, naar afleiding door de jacht op herten, hazen en konijnen, water- en duingevogelte of onder het vinken en weiden handvesten onderteekende. Hier maalt ons de geschiedenis hoe Petronella, wier gemaal Floris II Aelbertsberg voor haar gesticht had, als zijn weduwe voogdes van Dirk de zesde, met Paus Gregorius den Groote in bondgenootschap stond tegen den Keizer (eenmaal door haar halfbroeder op te volgen) die zich op zijn beurt bondge noot verklaard had van den naar den zin van Holland's graven al te machtig wordenden Bisschop van Utrecht. Hier zal deze Petro nella Gregorius' pauselijke boodschap hebben bereikt, waarin hij het prijst als een lofwaardige daad, als Christenen, die door hun Heiland van de geestelijke slavernij waren verlost, op hun beurt natuurgenooten, die niet door den Schepper maar door het jus gen tium (het recht dat bij alle volken gelijk was, het gemeene recht, in dit geval recht van den veroveraar van eenig land op de arbeidskracht zijner bewoners), in den slavenstand gebracht waren, van hunne banden bevrijdden. Hier was het, dat reeds in 506 na Chr. van de synode van Agde de boodschap gehoord was, „dat lijfeigenen niet door hunne heeren naar welgevallen gedood mogen worden, maar door den wettigen rechter moeten worden gevonnist". Ook hier was het, dat haar stof vond in krachtige mannen en aanbiddelijke vrou wen een Ridderschap, die „Het vermijden van onrechte oorlogen, de verdediging der verongelijkten, en een onberispelijk leven voor God en de menschen ten levensdoel van hare leden stelde". Hier was het, dat ridders ontrouw werden aan hunne leuze, maar niettemin bleef ook hier de goede invloed van het Christendom zich ontwik kelen. Hier was het ook, dat uit welvaart weelde, uit weelde onge bondenheid en daaruit (gelijk in onzen tijd) weer twisten en partij schappen opschoten. Hier was het, dat in de 12e en 13e eeuw schrikkelijke watervloeden het land teisterden en burgers en vrijen, edelen en geestelijken aandreven om waterschappen te stichten (van de zorg waarvoor men bij ons te lande voor het eerst heeft gehoord omtrent de 8e eeuw) daarmee den grondslag leggende voor den eenen, ondeelbaren, ten dienste van het belang van allen bestemden staat, den samenlevingsvorm ons nu nog eigen. Hier is het ook geweest, dat de Hoekschen (Jacoba van Beieren, zoogoed als de Brederode's) aan de Cabeljauwschen (Haarlem, ook Willem de Vijfde, later ook Philips van Bourgondië) de eenzijdige oppermacht be twistten over het land, dat eerst na het begin der 19e eeuw van oorlogsgeweld niet meer zou lijden. In Juli 1572 hebben de Span jaarden alle dorpen „van Aelbertsberch tot Sparenwoude" toe ver brand. In December van dat jaar legeren Spaanschgezinde benden zich bij het latere Elswout. Omstreeks 1573 laat Don Frederick het huis ter Kleef in de lucht vliegen. Het Kasteel te Brederode was

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1934 | | pagina 15