BLOEMENDAAL OUD EN NIEUW
BLOEMENDAALSCH VOLKSLIED.
IX
it
Niemand zal het ons euvel duiden, dat wij ons praatje onder
bovenstaanden titel, te vinden in onzen 20en jaargang, ver
volgen met „Het Bloemendaalsche Volkslied".
Wanneer wij de geschiedenis opvatten als de kunst, die van het vroe
ger aan-de-werkelijkheid-gebondene, maar voorbij-gegane maakt een
vrij en blijvend gedeelte, door het te vergeestelijken en op te heffen
in het collectieve geheugen van de menschheid, dan kunnen wij .dit
„volkslied" nauwelijks tot de geschiedenis rekenen. Het is een ont
boezeming van een met zijne woonplaats zeer ingenomen tot buiten
man geworden stadsburger. Het zou gezongen kunnen worden door
ieder Nederlander die woont in de buurt van boomen, duinen en velden.
Maar het wordt in onze dorpsgeschiedenis toch ook weer wel tot een
historisch moment als men weet, dat in de tweede helft der vorige
eeuw, het lied dagteekent uit dien tijd, echte Bloemendalers het als
een eigenaardig stuk Bloemendaal op het hart droegen en bij gelegen
heid van plaatselijke feesten gaarne voordroegen.
Wij hebben de tekst ontvangen van wijlen den heer N. Rouwens, die
het daartoe steeds bij zich droeg. De heer N. Rouwens was destijds de
timmerman van Bloemendaal; hij of zijn vader bouwde daar die
typisch Bloemendaalsche huizen als nu nog staan aan den Bloemen-
daalscheweg 72 en aan de Zomerzorgerlaan 27, huizen van steen,
maar met een houten buitenbekleeding die ze 's zomers koel en
's winters warm houden. De heer Rouwens achtte het niet onmogelijk,
dat De Genestet van het lied de vervaardiger was, doch dit komt ons op
letterkundige gronden niet aannemelijk voor. Hoe 't zij, 't luidt aldus:
JUICHT 'T IS BLOEMENDAAL.
Waar is 't plekje op aarde,
Waar de morgen lacht,
Als de zon zoo vriendelijk,
Oprijst uit den nacht?
Als zij vroolijk huppeld
In haar ochtendpraal,
Over duin en velden?
Juicht 't is Bloemendaal!
Haakt naar stil genoegen?
Juicht 't is Bloemendaal!
Waar is 't plekje op aarde,
Veler wensch en zucht,
Als men moe van 't sloven
Hijgt naar frissche lucht,
Mal van 't bont gewemel
En der steden praal
Waar is 't plekje op aarde,
Waar U 't boschje wenkt,
Als (J de avondschemer
Zalige uurtjes schenkt
Waar gij 't hart voelt zwellen,
Als de nachtegaal
(J zijn lied laat hooren?
Juicht 't is Bloemendaal!
Waar natuur en leven
Spreken hartetaal
Waar is 't plekje op aarde,
Waar bij spel en vreugd,
Ook de plant wil groeien
Voor het rijk der deugd
Vreemd van hovardijen?
Juicht 't is Bloemendaal!