X Na deze voorgift zijn wij verplicht de belofte in te lossen op biz. XV van den vorigen jaargang onzen lezers gedaan, om eene opsomming te geven van de bronnen, die wij voor de geschiedenis van ons land, in het bijzonder onze streek, hebben geraadpleegd, en waarin onze lezers die in de geschiedenis belang stellen allerlei wetenswaardigs kunnen aantreffen. Deze bronnen zijn hier gerangschikt naar de namen der samenstellers. Wij herhalen daarbij niet de opsomming der kaar ten, noch de uitvoerige vermelding van „Het Zegepralent Kennemer- land van 1729 en 1730", noch van „Het algemeen rapport der Com missie van Superintendentie over het onderzoek der duinen", over welke belangrijke en beroemde werken men een en ander vermeld vindt op de bladzijden XV en XVI van onzen vorigen jaargang, de 20ste, van 1934. Zoo noemen wij: Van der Aa. Aardrijkskundig woordenboek. 11-3-1840. Allan. Geschiedenis en beschrijving van Haarlem. J. P. Arend. Algemeene geschiedenis des Vaderlands. Eerste 4 deelen. L. P. C. van den Bergh. Handboek der Midd. Nederlandsche geo grafie. 1852. L. P. C. van den Bergh. Proeve van een Krities woordenboek der Nederlandsche mythologie. Nederl. volksoverleveringen en goden leer. 1846. Claas Bruins. Nieuwe Hollandsche Arkadia. 1732. Hierin de samen- sprekingen van Weetlust en Waarmond. In 1732 was, volgens dezen schrijver, van het slot Aelbertsberg weinig meer over. Th. C(olenbrander). Kijkjes op en in Bloemendaal. Woord en Beeld, jaargang 1899. Ds. Craandijk. Wandelingen door Nederland, deel Noordholland. Met teekeningen van Schipperus. 1886. Dirks. Koophandel der Friezen. In Nieuwe Verhandelingen van het genootschap voor Kunsten en Wetenschappen. F. W. van Eeden. (De oude Van Eeden, vader van Fr. van Eeden.) Onkruid, botanische wandelingen door Kennemerland. Dr. B. G. Escher. De gedaanteveranderingen onzer aarde. Alge meene geologie. Wereldbibliotheek. Mr. S. J. Fockema Andreae. In 't jaarboekje der Ver. Haerlem, jaargang 1932. (Schrijver noemt de naam Bloemendaal in deze zin: De tijns van Bloemendaal c.a. (lees: Aelbertsberg) zal met de heerlijkheid aan de heeren van Brederode verleend zijn.) Dr. J. Huizinga. De opkomst van Haarlem, in deelen IV en V van de 4e reeks bijdragen van Vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde. L. J. F. Jansen. De beschaving der allervroegste bewoners van ons vaderland. In oudheidkundige verhandelingen. Arnhem, 1853.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Bloemendaal | 1936 | | pagina 14