Zijdstraat omstreeks 1920. schuiten als de graaf in oorlog was. Verder moesten er, zoals de grafelijksrekeningen vermelden, door een 45-tal boeren turf ge leverd worden aan de grafelijke rentmeester. Het welvaartspeil was echter niet rooskleurig. Omstreeks 1514 waren er 80 haardsteden, met een inwonertal van pl.m. 500 en bestaande uit veenders, vissers, boeren en rietsnijders. Voor 1500 morgen land was het ambacht morgengeld verschuldigd aan het Hoogheemraadschap van Rijnland, waarvan 400 morgen behoor de aan inwoners van andere plaatsen. In die tijd begon men aan het gevaarlijke slagturven, het uit baggeren van de veengrond. Daardoor kreeg men veel meer turf, doch er bleef water over, zodat tenslotte de al genoemde plassen ontstonden. Door de opkomende steden in Holland begon de vraag naar turf steeds groter te worden, en de Aalsmeerse turf schippers brachten hun waar zelfs naar Zeeland en Vlaanderen. Daardoor kwamen zij in aanraking met de godsdienstige en poli tieke stromingen van het rijke Vlaanderen en men beweert dat daardoor de sterk doopsgezinde inslag van Aalsmeer is ontstaan. Of dit zo is, is niet te bewijzen, wel dat in 1534 twee Aalsmeer ders om des geloofswille op de brandstapel zijn verbrand. Tijdens de reformatie ging bijna de gehele bevolking van Aals meer over tot de protestantse godsdienst, in tegenstelling met 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Adresboeken Aalsmeer | 1959 | | pagina 9