In die tijd werd reeds melding gemaakt van boomkwekerijen;
de aardbeienteelt zal waarschijnlijk even oud zijn. De boom
kwekers hielden zich vooral bezig met het kweken van vrucht
bomen en tevens van laan- en sierbomen. Reeds in de 17e eeuw
trokken ondernemende kwekers er op uit en bestond er een
buitenlandse handel, speciaal op Duitsland, later ook op andere
landen. In het laatst van de vorige eeuw en in het begin van deze
eeuw bestond er een grote handel in z.g. vormbomen („clipped
trees") van Buxus, Taxus e.d., vooral op Amerika en Engeland.
Thans is de boomkwekerij grotendeels verdwenen, nog slechts
enige bedrijven zijn aanwezig.
De aardbeienteelt werd voornamelijk beoefend als tussen- en
onderteelt bij de boomkwekerij. Zijn hoogtepunt bereikte deze
tak van tuinbouw ongeveer omstreeks het midden der vorige
eeuw. Welk een omvang deze teelt had gekregen, blijkt b.v. uit
het feit, dat in 1851 224.000 kop aardbeien werd geproduceerd,
hetgeen neer zou komen op ongeveer 195.000 liter. Tegen het
einde van deze eeuw liep de aardbeienteelt echter sterk terug,
zodat thans deze cultuur voor handelsdoeleinden geheel ver
dwenen is.
Tegelijkertijd neemt de bloementeelt in omvang toe. Reeds in
1855 woonden in Aalsmeer 90 bloemkwekers, wier produkten
Aalsmeer der dijk Aalsmeer