5INTEEKENBILJET
W eldadigheids-Concert
STOEL's Woningbureau
BALANS-OPRUIMING
Cinema Palace
Brandstoffen
JL* van Dijk - Schoten
P/3TOOMWASSCMERV'
"öyVOETiZSDIl
r&LOOIOIDAAL
GEZ* CORBIÈRE groote houtstraat i*
Abonneert U nog heden op ons blad, f 1.50 per halfjaar
IEUWSTE STOFFE
GEBR. P. J. SCHUURING
STADSSCHOUWBURG HAARLEM
Firma GERARD SMIT
VOOR DE KINDEREN
J. F. KROON E, BLOEMIST
BUTTERICK'S VOORJ AARS-MODE-ALBUM 1926
DAMES-HANDWERKEN haltestraat42-zandvoort
UW rlJJNCj WAoLil en naar wensch behandeld
ELECTRISCHE WASCB= EN STRIJKINRICBTING ,,'T KLEVERPARK"
bieden wi| aan als RECLAME!!
De Opschepper
Tieneke
„De Vijandin"
Bloemendaal's Gemengd Koor
Ged* Oude Gracht 38 t.o. Jacobijnestraat
weet u reeds
dat het beste en goedkoopste
adres voor al Uw
is bij
Gen. Cronjéstraat 67 Telefoon 12829
wederom verschenen wederom verschenen
alle patronen in dit blad voorkomende op maat verkrijgbaar bij
haarlem - telefoon 11630
RECLAME BUTTERICK'S-MODEBLAD f 1.10 PER JAAR. FRANCO PER POSTJE
GARAGE
SPOORWEGSTRAAT
- BIJ DEN ZIJLWEG -
J. WINTER
HAARLEM
FORD SERVICE STATION - STALLING IN BOXEN
SPECIALE REPARATIEINRICHTING
Wegens uitbreiding onzer Inrichting kunnen
er weder diverse wagens in onze modern
ingerichte Garage gestald worden
t ï1x7 tjitxtu \x7acfut wordt door ons correct
santpoorterstraat 41 - haarlem - telefoon 10131
Reeds ontvangen een groote sorteering der
voor het a. s. seizoen alsmede de Nieuwste Modellen
onze Etalages: Kamperstraat 20-22
Tel. 12474 Dames en Heerenkleermakers Tel. 12474
N.B. Deze prijsnoteerlng is contant alléén tot en met 27 Febr. a. s.
Gr. Houtstraat 111-113, Haarlem
Vanaf heden en volgende dagen:
Het groote Fransche Cinematografische
Meesterwerk
Telefoon kantoor 22089
Bloemendaalscheweg 161, Bloemendaal
Het land met de rozenstruik
in z'n wapen.
Nog slechts eenige dagen voortzetting
van onze Buitengewone
Een zeldzame gelegenheid om U thans reeds van een
COLBERT C0STUUM tegen zeer lagen prijs te voorzien.
Tevens nog enkele restanten WINTERJASSEN, DEMI-
SAISONS en REGENJASSEN, welke tegen
TAXATIEPRIJZEN OPGERUIMD WORDEN
Vb de TEMPEUERSSTRAAT
TELEFOON 11265
Ziet de Etalages
haarlem
Het is wel de moeite waard
Wilt U er van verzekerd zijn dat Uw Tuinbordes of Rotspartij
smaakvol en solide wordt aangelegd en onderhouden vraagt dan
eens prijzen aan bij
Overveen Kweekerlj aan den Dompvloedslaan Tel. 14423
Levering uit voorraad van
alle gewassen en materialen tegen uiterst billijke prijzen.
Begrooting en zoo noodig Teekening zonder verplichting.
Ondergeteekende wenscht zich vanaf heden
tot wederopzeggens toe te abonneeren op
H „Bloemendaalsch Editie" tegen f 1.50 per
halfjaar of 80 cent per 3 maanden bij voor-
uitbetaling.
Naam
Adres-
Datum van ingang
g> TOT 1 APRIL GRATIS.
Uitknippen en opzenden in couvert met 2 ct.
gefrankeerd als drukwerk aan ons bureau,
Bloemendaalscheweg 42, Bloemendaal. Men
kan het ook telefonisch opgeven. Tel. 22324.
MAAT3 C HAPPY tot LXPLOrmTIL
ZZJ MC
TQ..220I&
">pOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOQr-
TELEFOON 14421
.^boooooooooocioooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooaCL-
Vakkundige afwerking Vlugge aflevering Vraagt onze tarieven
Colbert Costuums NAAR MAAT, gemaakt door ons EIGEN PERSONEEL,
voorzien van SOLIDE FOURNITUREN 55—
Het Colbert Costuum 1926, zwart Colbert en vest met gestreepte pantalon 65 -
Zwart Jacquet en vest met gestreepte pantalon 75.
Smoking Costuum, 75.', Mantel Costuum, naar maat, model na keuze vanaf 68.
Zaterdag 13 Februari Het Schouwtooneel
Blijspel in 3 bedrijven door G. Kelly
Zondag 14 Februari Het Vereenigd Rotterdamsch-Hofstad-
Tooneel (Dir. Cor van der Lught-Melsert)
18e Opvoering van
Familiespel in 3 bedr. door Jhr. A. W. G. van
Riemsdijk.
Dinsdag 16 Februari 7e Volksvoorstelling door het Ver.
Rotterdamsch-Hofstad-T ooneel
Tooneelspel in 3 bedrijven van Dario Nicodemi
Plaatsbespreken dagelijks van 10—3 uur
Per telefoon 10189 alléén van 123 uur
I DE GEBOCHELDE
Een beeld van romantiek en heldenmoed naar
den beroemden roman „Le Bossu" v. Paul Féval
te geven door
Dir.Nico Hoogerwerf
op Maandag 15 Febr. a.s., 's av. 8 uur, in de gr. zaal van
Hotel Vreeburg, Bloemendaal, met welw. medew. van:
Mevrouw J. Blankevoort Sopraan
Mejuffrouw Ilse le Roy Viool
Mejuffrouw Ré Levie. aan den Vleugel
Prijzen der plaatsen f 1— en f 1.50
Toegangsbewijzen verkrijgbaar bij den boekh. Corn. M. Blader
groen en des avonds aan de zaal. Opening der zaal half acht.
De netto-opbrengst wordt afgestaan t. beh. d. slachtoffers v. d. Watersnood.
Wij vestigen Uwe aandacht op onze uitgebreide Collectie
Papieren en Linnen voor Boekbinden en Cartonnage.
Steeds voorradigHoutbord, Leerbord, Stroobord enz.
i)
Hieronder volgt een verhaal over Koerd, van wien
ik eerst een paar lotgevallen meedeel.
Koerd, een jongen van 10 jaar, kwam bij toeval in
een vliegmachine terecht, dat er met hem van door
ging en hem door de lucht voerde mijlen ver van zijn
land. Eindelijk daalde het neer in een land van dwer
gen: Wingiganiën. Bij die dwergen bleef hij een poos
en beleefde er allerlei avonturen en ten slotte sloot hij
vriendschap met een dwerg, Boets genaamd en ging
met hem naar een naburig dwergenland, Wonderbariën.
Hier kwamen zij aan terwijl er een groot verbroede
ringsfeest gevierd werd, tusschen die twee landen Win
giganiën en Wonderbariën Koerd en Boets gedroegen
zich daar zoo woest, dat zij zich beiden ernstig ver
wondden. De dwergjes verpleegden hen in het groot
ste kasteel dat zij bezaten. Wat er nu verder gebeurde
ga ik jullie nu vertellen.
Het land van Wonderbariën vertoont in zijn wapen
een vroolijk beeld, nl.: een vogel op een blauwen
achtergrond, die zich op een rozentak heen en weer
wiegelt. Dat beteekent: „Schoon als een rozentak is
Wonderbariën en vrij als de vogels zijn er zijn be
woners." En zoo is het ook. Van de bergen aan de
eene zijde tot de zee, die het aan den anderen kant
begrenst, zijn er ruischende wouden en bonte weiden,
doorsneden met heldere, zilvervlietende rivieren. De
vele dorpjes, wier daken en torentjes droomerig lig
gen in de zonnige vlakten, gelijken van ver op bloeen-
de tuinen, tusschen wier hoog opschietende bloemen
randen de dwergenhuisjes verborgen liggen. In het
midden van Wonderbariën ligt echter een plaats, die
is de schoonste, de zonnigste en bloemenrijkste uit het
geheele land. Vijfeiken is de naam. Ze werd zoo ge
noemd naar de vijf eiken, die ter herinnering aan een
heldendaad van het dwergenvolk op het marktplein
geplant werden. Aan die heldendaad hebben de Won-
derbariërs het te danken, dat zij allen, kinderen en vol
wassenen, vleugeltjes hebben en vliegen kunnen, overal
heen behalve over de zee. Op de bergen staan nog
vele oude kasteelen. Sommige zijn bewoond door de
oudere dwergen, andere zijn verlaten en worden voor
feesten of volksbijeenkomsten gebruikt. De kasteelen
stammen nog uit lang geleden tijden, toen de dwergen
nog geen vleugels hadden en de heldendaad nog niet
was verricht.
In een der pronkzalen van zulk een oud slot was
het nu, dat Koerd en Boets na het Wonderbarisch-
Wingiganisch verbroederingsfeest werden geherbergd,
van spijzen en drank voorzien en viermaal daags ver
bonden. En dat was noodig ook, want ze hadden op
het feest zoo uitgelaten rondgesprongen, dat ze builen
en wonden hadden opgeloopen, die er leelijk uitzagen.
Boets klemde van pijn zijn lippen op elkaar als Goud
haantje, de dochter van den burgemeester, hem ver
bond en Koerd kon niet laten zachtjes te kermen. Hij
zou zeker overluid gekermd hebben, als hij zich niet
geschaamd had voor de kinderen van Wonderbariën,
die van 's morgens tot 's avonds in het slot Smuller-
steen te vinden waren, die verwonderd om het groote
bed stonden, waarop „de reus" Koerd en de dwerg
Boets moesten blijven liggen. Maar in de namiddag
kwamen duizenden mannen en vrouwen uit alle deelen
van het landje aangevlogen om den „reus" te zien,
die de verbroedering tusschen de twee landen had mee
gevierd. Geleerden en doktoren kwamen keer op keer,
maten, onderzochten en beklopten het lange lijf van
Koerd, sloegen dikke boeken open, namen hem nog
eens de maat en vroegen naar zijn afkomst. „Ik kom
uit Schmerkensteen," antwoordde Koerd geregeld, „ik
ben in mijn land een van de kleinsten." En dan schud
den de geleerden het hoofd en zeide: „Raadselachtig,
hoogst raadselachtig! Meester Kundeboud moet erbij
komen!"
Meester Kundeboud was een geleerde grijze dwerg,
die bij de vijver woonde, diep in het Vijfefkenwoud.
Hij kende alle dieren, verstond him spraak, wist door
hen alles wat in het land gebeurde en had zijn volk
geleerd de vogeltaal te verstaan.
Deze knappe grijze dwerg werd aan het bed van
Koerd gehaald. Hij kwam, net zooals men hem altijd
zag: met boeken die uit z'n zak staken, een potlood
achter zijn oor en een groote bril op den neus. Zwij
gend monsterde hij den „reus", boog zich over Koerd's
rechterhand, keerde die om, bestudeerde de lijnen er
van, hoestte eens en begon: „Wat ik van den „reus"
weet, wat ik aan hem zie en wat ik van hem zeggen
kan, is het volgende: De reus is nog heel heel jong,
weet heel dikwijls niet waar een grap ophoudt en een
schelmstuk begint en heeft z'n ouders zeker al dikwijls
verdriet en moeite bezorgdKoerd bukte zich
een beetje en probeerde zijn hand uit die van den
dwerg los te maken. Maar deze hield Koerds hand
als in een ijzeren schroef, boog zich met een scher
pen blik over het bord naast Koerd waarvan hij
juist gegeten had en ging voort. „Hij is zeer eetlus-
tig, heeft echter de groote deugd dat hij nooit jokt
Toen keek Koerd trotsch in het rond en probeerde
aan het gezicht van de omstanders te zien of de
laatste zin ook door allen goed verstaan was. De
oude dwerg vervolgde nu: „Hij stamt uit het land der
reuzen, veel duizend mijlen over de zee gelegen; hij
zal in Wonderbariën een groote Kundeboud ver
hief zijn basstem en trok zijn borstelige wenkbrauwen
samen „een groote zonde begaan en dan door een
vogel, genaamd Zwartrok, in het land der reuzen
worden teruggebracht." Toen lachte Koerd zoo hard,
dat Kundeboud zweeg en het slot verliet. Hij verhief
zich boven de slotmuur en vloog naar het woud. Toen
lachte Koerd nog door.
„Lach niet reus", vermaande Goudhaar, „wat
Kundeboud zegt, komt altijd uit!"
Maar Koerd lachte toch. Dat hij in Wonderbariën
nog wel eens een streek zou uithalen, daaraan twij
felde hij niet, maar die geschiedenis met den vogel,
die vond hij al te 20U Een vogel zou hem, den reus,
naar huis dragen? „Haha, Koerd denk eens; een vo
gel"! En Koerd lachte een half uur lang. Want hij
behoorde tot die verwaande jongetjes die niet kunnen
begrijpen, dat in Wonderbariën alles mogelijk is. Hoe
dikwijls zagen Koerd en Boets elkander vragend aan,
omdat alles wat ze zagen en hoorden in dit wonder
land hen onbegrijpelijk voorkwam. „Goudhaantje, wat
is dat voor een gezang daar beneden?" vroeg Koerd
's morgens en luisterde naar het veelstemmig dwergen-
gezang dat uit Vijfeiken tot het kasteel opklonk.
„Goudhaantje waar vliegen al die dwergjes heen?"
vroeg hij 's middags, richtte zich in zijn bed op en
keek door 't venster naar de lucht, waar hij de dwer
gen in lange scharen voorbij vliegen zag. En Goud
haantje moest bijna alles tweemaal vertellen zoo won
derlijk kwam hem alles voor.
Het was net een land uit 'n sprookje, dat Wonder
bariën met de rozenstruik in zijn wapen. Er waren in
dit land geen slechte menschen. Allen noemden elkan
der broeders en zusters en het schoone wijde land van
de zee tot de bergen behoorde het heele volk toe. De
huizen in de vlakten waren vol van alles wat ge
groeid was op het land. Iedereen kreeg van het volk
alles wat hij noodig had en als een Wonderbariër
van de eene plaats naar de andere trok, kon hij in
ieder huis zijn intrek nemen, hij had het overal even
goed als ware hij :n z'n eigen huis. Troepsgewijze en
zingend trokken de Wonderbariërs 's morgens naar
hun werk, troepsgewijze en zingend keerden zij in den
namiddag terug. Als het werk rustte en de blauwe
hemel hen naar buiten lokte, vlogen mannen, vrou
wen en kinderen, evenals de vogels over wouden,
bergen, weiden en vijvers weg. Velen zoemden als de
bijen, anderen dansten als libellen, weer anderen zweef
den en klapten met de vleugels als de ooievaars.
Zoo sprookjesachtig schoon was het land Wonder
bariën, dat Koerd en Boets er in 't geheel niet pasten.
Dat zou spoedig blijken.
Eenige dagen na het verbroederingsfeest waren
Koerd en Boets genezen van hun legerstede opge
staan. Ze gingen samen een wandeling maken en
liepen de steile steenachtige bergweg af. Beneden la
gen de huisjes in bloemen verscholen en als een zil
veren lint wond zich de rivier door de vlakte rondom
Vijfeiken. Vroolijk klonk het dwergenlied, want 't
was tijd waarop de dwergen ten arbeid gingen. Man
nen en vrouwen kwamen uit de huizen en voegden
zich bij den stoet. De mannen waren gekleed in korte
broek en gekleurde buisjes, de vrouwen droegen bonte
linten in het haar en zongen het helderst. Toen Koerd
en Boets beneden kwamen, waren de dwergen reeds
allen aan het werk en de straten en huizen waren
leeg en verlaten. In de boomen zongen de vogels.
Toen op eens bleven de jongens met open mond stil
staan en Boets stompte Koerd in zijn zijde. „Kijk
toch daar eens", riep hij en wees naar een boom,
waarin een dwergenkind zat en op zijn knie had het
een vogel met goudgele vleugels. Het kind wees den
vogel den reus aan en zei; „de reus loopt weer", en
de vogel knikte met z'n kop en kwetterde: „Wid-
didi, flititu".
„Dat is de reus, die op ons verbroederingsfeest ge
komen is." „Witi, flittiti?" „Of hij geen kwaad
doet, vraag je dat?" zei het kind tegen den vogel,
'7,ja, dat weten we nog niet." Toen eerst kwam er
beweging in Koerd. Hij bukte zich, smeet een paar
handen vol aarde naar den boom, terwijl Boets een
steen naar den dwerg en zijn vogel gooide. Met een
verschrikt „Wit, Wit" vloog de vogel weg en de
kleine Wonderbariër sprong naar beneden, vloog op
Koerd en Boets aan, stompte ze waar hij ze raken kon
en riep: „naar den burgemeester, die twee hebben
naar een vogel gesmeten!"
Toen werd 't overal levendig, dwergenkinderen
kwamen uit de huisjes, en drongen Koerd en Boets op
naar het marktplein, terwijl ze riepen: „Ze hebben
een vogel gegooid, naar den burgemeester met hen".
Zoo kwamen Koerd en Boets op het marktplein.
In den vorm van een hoefijzer lagen daar de kleine
huisjes waar omheen wijn- en klimopranken groeiden.
Er stond een gebouw met spitse toren en in 't mid
den was een breed terras dat door vijf eiken over
schaduwd werd. Zoo schoon lag het raadhuis van
Vijfeiken.
(wordt vervolgd.)