INTEEKENBILJET
BRANDSTOFFEN
STOEL's Woningbureau
Cinema Palace
i
KINHEIM - GARAGE
N. Y
HAARLEM
voor.
f
(GedOude Gr: 108.
1 Q.jJLgoldschmedmgs
J. WALTER, Bloemendaalscheweg 117
STADSSCHOUWBURG HAARLEM
WEGENS OPHEFFING
TOTALE UITVERKOOP
VAN RIJWIELEN
EN ONDERDEELEN
th. maas
VOOR DE KINDEREN
l
J. F. KROONE, BLOEMIST
is ons
adres:
KENNEL HAERLEM"
Dr. Willem Royaards
v.h. N. v. Breemen Co.
Springvloed
Moritz Marx
Rijk... en geen Geld
Blanke Ballast
DE ROMAN VAN EEN KERMISKIND
Mary Johnson en Hans Larssen
ZOMERZORGERLAAN 24
ALC
U ITG
O ven Veen Kweekerlj aan den Dompvloedslaan Tel» 14423
PIANO-EN ORGELHAND EL
Verhuur- en Reparatie-Inrichting
mgm Rijwielen - Automobielen
AGENT DER „UNION" - „SWIFT" EN „GöRICKE" RIJWIELEN
BLOEMENDAAL Telefoon 22509
tioutoraafen BoMiroEk.
Bloemendaal.'
Eerste Bloemendaalsche -
Meubeltransport onder garantie
W^TOOMV/ASSCHEBy'
^ayvoET^ZHDn
röLDEMEni
H. E. REURHOFF
AMSTERDAM
Hotel „Vreeburg"
De Nieu we Gedachte
N.V. „Brandstoffenhandel"
Bakenessergrscht 78 Schouwtjeslaan 23
ALLE SOORTEN
BILLIJKE PRIJZEN - PRIMA KWALITEITEN
AANZEGSHUIZEN
Telefoon kantoor 22089
Bloemendaalscheweg 161, Bloemendaal
Gr. Houtstraat 111-113, Haarlem
16-18 KLEVERLAAN 16-18 tegenover IJsclub
REPARATIE-INRICHTING
BANDEN - OLIE - BENZINE
Telefoon 22399 H. A. BRANDT
Het land met de rozenstruik
in z'n wapen.
Eerste Jaarg
BUREAl
BLOEME
ABONNE
ZIJI
TEL
1 OUD-HOI
EEN BLII
LEO
Raams
Wilt li er van verzekerd zijn dat Uw Tuinbordes of Rotspartij
smaakvol en solide wordt aangelegd en onderhouden vraagt dan
eens prijzen aan bij
Levering uit voorraad van
alle gewassen en materialen tegen uiterst billijke prijzen.
Begrooting en zoo noodig Teekening zonder verplichting.
^/illlllllllllilllllHIlUllllllllllllllllllin!
VERHUIZINGEN EN TRAN5PQRTEN.J
,r"\ AUTO TRAMSPORT ||jfl
Aoul-graaf 9 öolsenbroek pT--
KORTE KLEVERLAAN 23 - Telefoon 22299 - BOSCHLAAN 7
Ondergeteekende wenscht zich vanaf heden
tot wederopzeggens toe te abonneecen op
Bloemendaalsch Editie" tegen f 1.50 per
halfjaar of 80 cent per 3 maanden bij voor
uitbetaling.
Naam
Adres
Datum van ingang
TOT 1 APRIL GRATIS.
Uitknippen en opzenden in couvert met 2 ct.
gefrankeerd als drukwerk aan ons bureau,
Bloemendaalscheweg 42, Bloemendaal. Men
kan het ook telefonisch opgeven. Tel. 22324.
MAAT5
CMAPPy tot lxploitatil
VAN «--»■ j y
|TtL220l&.
*rajï2Qi&J
VOOR ENGROS:
Wilhelminalaan 22 - Overveen
TELEFOON 14479
Zaterdag 27 Februari
OPENING
van onze nieuwe inrichting
Aanbevelend, H. A, V. v. d. EYNDE
ZALEN TE HUUR. - Verhuren van
Tafels, Stoelen en Glaswerk
Telefoon 22271 - VAN HOLST
Zondagmorgen 2i Februari
10uur,
in den Stadsschouwburg
verklaring en voordracht
van „DE TORS",
laatste groots gedicht van
Adama van Scheltema
Toegangsprijs 35 cent
„Een prachtige voor
dracht. Geen oogenblik
verslapte de aandacht."
(Het Vaderland)
„De zaai stampvol. De
voordracht buitengewoon.
Telkens had het publiek
moeite zijn applaus te on
derdrukken." (Het Volk)
Kaarten verkrijgbaar te
Bloemendaal bij Sigaren
magazijn HILLEN, Bloe
mendaalsche straatweg 97
is een genot te dragen.
Indien U nog nooit gemaakte klee»
di„g gedragen hebt, zult U versteld
staan van den onberispelljken pas*
vorm en elegante coupe onzer
EERSTE KLAS ENGELSCHE
GEMAAKTE HEEREN KLEEDING
welke als uitsluitend voor U ge*
sneden lijkt te zijn.
De prima kwaliteit dee stoffen ca
fournituren door eerste krachten
verwerkt, geven haar dien langen
levensduur, welke U alleen van beter
maatwerk gewend zljt, terwijl de
prijzen niet boogcr zijn, dan die
welke U voor gewone confectie
betaalt.
De recommandatie
bewijst het
TelCf: 11265 -"^S^toipeliersstMat J» -IdlJ.
COLBERT«COSTUUMS vanaf. ƒ32.50
JongeheeremCoatnoma vanaf2O.—
Gabardine-en Whipcord Regenjassen, va 25.
4l*n*f1e«9 Pantalons, «nx.
TELEFOON 10070
TELEFOON 10848
Zandvoortschelaan 38 - Heemstede - Tel. 26156
Generaal Cronjéstraat 28 - Schoten
Zaterdag 20 Februari Het Schouwtooneel
Tooneelspel in 3 bedrijven en een voorspel, door
Ina Boudier-Bakker.
Zondag 21 Februari Cor Ruys-Ensemble
Blijspel in 3 bedrijven door Rudolf Lothar en
Hanz Bachwitz
Dinsdag 23 Februari Het Schouwtooneel
Blijspel in 5 bedrijven naar den roman van
E. Phillips Oppenheim.
Donderdag 25 Februari Het Nieuwe Nederl. Tooneel
Artistiek-Leider Louis Saalborn
Plaatsbespreken dagelijks van 10 tot 3 uur
Per telefoon 00189) alleen, van 12 tot 3 uur
Vanaf heden en volgende dagen:
GRID
De Hoofdrollen in dit in alle opzichten schitterende Zweedsche
Filmwerk worden vervuld door
2)
In de benedenverdieping zat de burgemeester. Hij
had een penhouder achter 't oor en keek door het
venster, toen hij het geschreeuw hoorde, waarmee de
kinderen Koerd en Boets voortdreven. „Burgemeester,
die twee hebben naar een vogel gegooid!" „Wat?"
De burgemeester sprong op en liep naar buiten, zag
Koerd recht in het gezicht en vroeg: „Is dat waar?
Doet een reus kleine zwakke dieren kwaad? Is dat
waar?" „Het is waar!" riepen de kinderen en sloten
een halve kring om de twee zondaars en schreeuwden
nog eens: „Het is waar!"
Koerd boog beschaamd het hoofd. Boets keek naar
den grond. De burgemeester keek beiden aan verwon
derd, streng, toen richtte hij z'n blik op Koerd en
zeide: „Je wilde zoo graag vliegen leeren, toen je nog
ziek was. Nu zijn je wonden genezen maar vleugels
kunnen wij je nog altijd niet geven, zooals ik zie!"
Toen sprong Koerd op, bad en smeekte: „Och,
laat ons toch vliegen, lieve heer Burgemeester, geef
ons toch vleugels, toe als het u belieft!"
Maar de dwerg hield onverbiddelijk vol: „Neen,
dat gaat niet. Wie zoo vrij wil zijn als de vogels,
die moet de dieren liefhebben, die moet anders zijn
dan gijl" „Ik zal nooit weer naar de vogels gooien!"
beloofde Koerd haastig, ik houd veel van vogels, ik
Maar Vogelhart, de burgemeester zeide: „Om belof
ten geef ik niets, drie dagen moet ge u gedragen zoo
als het hier gewoonte is, en dan zult ge op den vier
den dag vliegen zooals wij." Koerd trok een verrukt
gezicht en breidde zijn armen uit als wilde hij den
burgemeester omhelzen. Maar deze ging een stap
achteruit en zeide: „Dus tot over drie dagen" en ging
weer naar zijn schrijftafel terug. Toen keerde Koerd
zich haastig om en rende weg, zoodat Boets hem
slechts met groote sprongen bij kon houden en de
dwergenkinderen heelemaal niet meer. Eerst in 't slot
kwam hij tot bedaren en zeide tegen Boets: „Weet
je waarom ik zoo hard liep? Om gauw thuis te zijn
en niets kwaads te kunnen doen. Kwam Goudhaantje
nu maar! Doch van boven klonk een stem:
„Goudhaantje komt niet, omdat ge naar vogels
gooit" en voorbij vloog een fijn Wonderbarisch meisje
vlak langs het venster.
„Laten we maar gaan slapen", zei Koerd en keek
met een treurig gezicht naar het wegvliegende Goud
haantje: „Ik ga drie dagen lang niet meer uit, anders
krijg ik nooit vleugels". Boets bromde slaperig: „Ja"
toen vielen beiden in een diepen slaap, want ze waren
sinds zes dagen voor 't eerst weer eens flink op de
been geweest.
Het zou zeker beter geweest zijn, als Koerd' drie
volle dagen doorgeslapen had. Maar daar een echte
jongen nu eenmaal geen dag in bed kan luieren, vooral
niet in zulk een wonderlijk land als Wonderbariën,
zoo was ook Koerd den volgenden morgen al weer
vroeg op, nam Boets op zijn schouder, ging de breede
trap van het kasteel af naar beneden in den hoftuin,
waarvan de muren onder den last van klimop half
afgebrokkeld waren, keek over de groene heesters heen
in de vlakte, waar Vijfeiken even zichtbaar was als
een donkere bloeiende tuin en daalde toen door de
hooge steenen hofpoort, den berg af, kalm en waardig,
als iemand, die met de beste voornemens bezield is.
O, hoe rustig hield Koerd zich dien ganschen dag.
Hij wandelde netjes door Vijfeiken, strooide brood
kruimels voor de vogels, speelde met de dwergenkin
deren en liet ze op zijn schouders rijden. Waar hij de
kleine paardjes een zwaren wagen zag trekken, schoof
hij 't voertuig 'n eind vooruit. Ais hij voor 'n huisje
bleef stilstaan om door den daar wonenden bejaarden
dwerg aan een lekker hapje te goed gedaan te Worden
en hij door zijn lengte niet naar binnen kon gaan, be
dankte hij zoo vriendelijk en beleefd, dat zijn moeder
er haar uiterste welgevallen aan gehad zou hebben,
als zij hem zoo had kunnen zien. Zoo verstreek de
eerste dag.
Ook de tweede dag verliep zonder stoornis. Hij
hielp de meisjes en de vrouwen onkruid wieden en
aardappelen rooien. Hij klauterde met Boets in de
boomen en hielp appelen en peren plukken. Zij wan
delden naar de werkzalen die aan den rand van het
bosch in een kastanjelaan verscholen lagen. Ze keken
door de groote open vensters in de helder verlichte
ruimten waar de drijfriemen bromden en de machines
stampten. Daartusschen door klonk het maatgezang
van de arbeidende dwergen. Ze hadden de hemds
mouwen opgestroopt en lachten den reus vroolijk toe.
Ter zijde van de werkzalen strekten zich lange rijen
van ruime bergplaatsen uit onder de schaduw van
oude beuken. Daar lagen de voorraden, die uit de
werkzalen kwamen zoo overvloedig opgestapeld, dat
de dwergen nog bootjes vol de rivier afvoerden naar
andere dwergsteden. Want in Wonderbariën behoort
alles wat in het land voortgebracht wordt aan het ge-
heele volk. Daarom zijn er in dat land geen dieven.
Alle gebouwen blijven dag en nacht open en Koerd
zou ieder huis hebben mogen binnengaan als hij er
niet te bang voor geweest was. Zoo verliep de tweede
dag.
Op den morgen van den derden dag stond Koerd
van zijn stroozak op met de woorden: „Vandaag is
het de derde dag Boets, de derde! Ik ga de poort niet
uit, om toch maar niets kwaads te kunnen doen."
Maar de hemel was zoo blauw en zonnig, dat Koerd
zich toch even buiten in den tuin waagde. En toen hij
zoo rondliep in den hoftuin, .keek hij ook eens over
den muur. En toen hij zoo over den muur keek, zag
hij opeens iets, dat hem machtig aantrok. Van den
toren, de huisjes en de boomen van Vijfeiken woeien
roodwitte vlaggen en wimpels, daarbij klonk er zoo
veel muziek naar boven, naar Smullersteen op, dat
Koerd al zijn voornemens vergat, Boets op zijn schou
der heesch en den berg afrende. Deze derde dag was
namelijk een feestdag. Op dezen dag werd het feit
herdacht, dat het volk van Wonderbariën een vrij
volk was geworden. Sindsdien nam op dien dag, in
bergen en in dalen, iedereen vrij van den arbeid en
de dwergjes trokken in scharen naar de weiden en
naar de bosschen, naar het strand en de rivier, en ze
dansten, zongen en vertelden hun kinderen de ver
halen en legenden, waaraan Wonderbariën zoo rijk is.
Daarom dus was het, dat Vijfeiken heden met bloemen
en wimpels, kransen en guirlandes zoo feestelijk was
versierd. Toen zagen Koerd en Boets de spelen van
de dwergjes op hun feestdag. Als leeuweriken konden
ze stijgen hoog in de lucht en als sperwers schoten ze
naar omlaag. Ze konden turnen en springen, zingen en
dansen, boogschieten en ringrijden. Vroolijk dansten dfe
meisjes op bloote voeten in het koele gras op de maat
der violen en harmonica's. En ze vierden zoo dol en
uitgelaten feest, dat Koerd handen en voeten kriebel
den om mee te doen. Maar hij hield zich in en keek
maar toe, want als zoo'n jongen eenmaal uitgelaten
wordt! Kortom, Koerd hield zich kalm. Maar bui
ten het woud, waar de vijver de blauwe lucht weer
spiegelde en de zon op de weide brandde, dat het
gras verschroeide, daar buiten dansten vele, vele
dwergjes in hun hemdjes in den warmen zonneschijn
en ze vertoonden in hun zwempakjes kunstjes in het
water, doken onder en schudden zich het parelende nat
van 't lijf, nu eens verdwenen ze onder in het water,
dan kwamen ze lachend weer boven. Daar was het,
dat Koerd zichzelf en zijn voornemens vergat en van
louter vreugde luidkeels juichte. En toen hij zag, dat
Boets zijn hemdje uittrok, rukte hij zich de kleeren
van het lijf, kwam met een wijden sprong in het water
terecht, zoodat de Wonderbariëers opjubelden, en om
hem heen plasten en met hem om het verste wilde
zwemmen. Aan den anderen oever zag Koerd zes
ooievaars op hun lange pooten in het moeras rond
stappen. En toen Koerd er heen zwom sloeg er een met
z'n zwarte vleugels en zijn roode snavel klepperde
aanhoudend, 't Was als wilde hij Koerd iets vertellen.
Maar hij kon het niet verstaan, hij was immers geen
Wonderbarisch kind. En toen opeens dacht Koerd aan
den Vijver thuis waar ook de ooievaars heen en weer
stapten, die hij wel eens had geplaagd, ja waarlijk, ze
waren precies eender, ze geleken sprekend op die uit
zijn dorp. Zouden 't misschien dezelfde zijn? Zouden
ze misschien hem iets van huis kunnen vertellen?
en een stil verlangen naar moeder sloop zijn hartje
binnen. Doch zie daar zwommen vier dwergjes om
hem heen, hij liet ze op zijn rug klimmen, hij speelde
met hen verdrinken en redden, bracht ze op het droge
en maakte zoo'n beweging in het water, dat de wa
terstralen hoog opspoten en de dwergjes schudden van
't lachen. Maar als een Schmerkesteensche jongen een
maal uitgelaten wordt, dan weet hij, zooals reeds ge
zegd is, spoedig niet meer waar het grapje ophoudt en
de ernst begint. Dat kwam bij Koerd eerst recht aan
den dag, toen hij bij het waterplassen, een in feestdos
gekleede Wonderbariër in het water stootte en met een
kletsnat feestpak weer op het droge trok. Toen lachte
de Wonderbariër nog. Toen Koerd echter een vlinder
najoeg en het bontgekleurde beestje ving, stormden al
de dwergjes tegen hem aan en stompten en prikten
hem net zoo lang tot hij de kapel vliegen liet. Boets
knipte waarschuwend met zijn kleine oogjes en Koerd
nam zich voor bij het vogelconcert heel netjes te zijn.
Dit vogelconcert was ieder jaar het glanspunt van het
Vrijheidsfeest en zou hedenmiddag plaats hebben.
Reeds aan het middagmaal, dat aan lange tafels op
de marktplaats werd opgediend en waar Koerd met
zijn groote eetlust al de dwergjes vermaakte, riep men
elkaar toe: „Straks allemaal naar het vogelconcert!"
Dadelijk na de smulpartij vlogen ze, mannen, vrou
wen en kinderen in groote zwermen naar het woud.
„Wees maar gerust, ik zal wel oppassen," zeide Koerd
tegen den hem waarschuwenden Boets, nam hem op
zijn schouders en volgde de groep dwergen die te voet
gingen, vergezeld van zes dwergen met de muziek
instrumenten. Toen ze op den beschaduwden weg
kwamen begonnen de muzikanten te spelen en te zin
gen. Toen hoorde Koerd het lied van den dapperen
Wonderbariënstam, die eens uit het gebergte in de
woeste vlakte kwam en haar van wilde dieren zui
verde, het lied van de helden, die tegen de Draken
vochten; van de vijf dapperen, die het land van den
grooten Veelvraat bevrijdden, van den dwerg Geeft-
niet-op; die zich zoolang in zijn hutje opsloot, tot hij
het wonderwerk uitgevonden had, waardoor de dwer
gen vliegen konden leeren evenals de vogels; van den
dwerg Zondervrees, die het eerst over het Rotsge
bergte probeerde te vliegen en in den afgrond te plet
ter viel, omdat de storm zijn te lichte vleugels brak;
van den ouden Kundeboud, die zijn volk leerde de
vogeltaal te verstaan en onbreekbare vleugels uitvond.
Zoo schoon en avontuurlijk waren de heldenzangen,
dat Koerd van heb nog steg meer wist. Hij merkte
niet, dat Boets op den grond gesprongen was en op
den maat naast de zangers mede stapte, zag de vossen,
reeën en dassen niet, die uit het dichte kreupelhout te
voorschijn kwamen, en schuw den optocht op eenigen
afstand volgden. Eerst toen plotseling de zangers met
een vollen toon afbraken, zag Koerd op. Hij was met
de anderen op een weide, midden in 't bosch aange
komen.
(Wordt vervolgd.)
JKM
J
T
i
k
ET/
SPEC
Het bl
Heeft
Dat n
De na
In al
Toont
En da
Uit „Ons Eigen
Januari 1924
Allen kenne
anderen vorm
beheerschten
naamste drijF
waakt, leeft
hebben nog m
zelf vrijgemaa
blijft nog stee
dan wij well
wetten gebon
zamend aan d
al wat leeft, ei
vóór het ver
boorde in de
Angst is ge
uit, onwetend
ken en der dii
heerscht dooi
angst voor de
ring van geva
een onbekend
ging, een b«
geritsel in de
nen, die een
in den zonne
geur van me
wind, is voldi
doen vluchte
houdt zelfs he
onmiddellijk
wat de dierei
zij dag en nat
zijn eigen w
schijnsel brer
op hun leven
er tegen.
Menschen,
volken, kenne
leven alleen.
ring ook, zij
dood af van i
zij bezitten,
velerlei onaa
den en tracht
is wat zij be
zóó door ang;
er slechts toe
De uitleg, die
natuurverschi
vullen, is me(
te nemen, vi
waardoor ee
vrees ontstae
hen omringei
heid van hui
critiek gerijpt
wel weerlooz
En ook wi
een heel levi
die ons will
Toen wij kin
Goede sc
het gebru
koopschoe
Bij koops
zich vorn
maatschoe
naar de v
VOET