FUNKE'S Advertentie bureau STOEI MOE Rechts ROGGEBROOD I RAAOSOVERZICHT Maison Hetty BLOEMENDAAL'S EDITIE I PLAATSELIJK NIEUWS 1 AD UW E ELECTRIS Dames- en Heeren Mode-Artikelen HET Kantoor: Bioemend'scheweg 42 Fa. J. LETSCHERT Co. T Bloemendi Gedempte Goede verzorging van het lichaam, is het beste voorbehoedmiddel tegen ziekten. Wie geregeld FUNKE'S ROGGEBROOD eet is zelden ziek. Krachtvoedsel tevens Bloed zuiverend, is geregeld gebruikt een garantie voor gezondheid. Uw bakker levert het. HET IS GEMERKT t M. FUNKE - Ook halve Broodjes Vergadering van Donderdag 11 Februari 1926. „Misschien is alle gezeur en gezanik betreffende de gronden langs den Zeeweg nu uit." 't Zijn wellicht in de ooren van onze lezers geen goedgekozen woor den, doch niemand minder dan de Voorzitter van den Raad heeft ze gebezigd. M.i. waren de woorden wel heel goed gekozen, want er is over gezanikt en gezeurd van je welste. Zakelijk werd er heel weinig gesproken; er werd maar steeds om de dingen heen gepraat alsof de heeren hun eigenlijke doeleinden wenschten te verbergen. Zoo zelfs, dat degenen, die met verschillende bepalingen der overeenkomsten niet konden meegaan en verbeteringen verlangden te zien, of nog liever de heele overeenkomst naar de maan wenschten, tenslotte den strijd opgaven en zich er maar bij neerlegden om aan het „gezeur en gezanik" ook van dezen dag, een einde te maken. De bestrijding van al die bezwarende bepalingen was ook in te goedmoedige handen, Hogenbirk, Kre- mer, De Visser, drie gevoelsmenschen, die ten slotte beter kunnen zeggen: „laten we dit artikel dan maar zoo aannemen en bij de familie Van der Vliet aan kloppen om te trachten gedaan te krijgen, dat zij wat zullen bijpassen, 't zijn toch edele menschen", dan dat zij blijven volhouden en zeggen: „zaken zijn zaken" en „beter ten halve gekeerd dan ten heele gedwaald". Laten wij intusschen erkennen, dat de heeren Kremer en De, Visser tenslotte consequent zijn gebleven en aan het eind tegenstemden. De Dritte im Bunde, de heer Mollerus, zei geen woord en verdween al na de eerste akte. Zoo'n smeekschrift aan de familie Van der Vliet zal wel veel uitwerken. Alsof zij de verzoekers straks niet zal verwijzen naar haar advocaat en haar rent meester, of naar de firma Van Dam Zonen. Alsof zij aan de gemeente zal gaan vergoeden wat deze zelf (d.i. de gemeente) heeft bedorven. Wij kunnen niets dan goeds van de fam. Van der Vliet meedeelen, doch wij zijn toch niet zoo naïef om aan te nemen, dat dat gebeuren zal. De Voorzitter, die getoond heeft in deze kwestie een vaste meening te bezitten, bracht in deze vergadering, voor dat tot het geven van algemeene beschouwingen werd overgegaan, zijn bezwaren nog eens kort maar duidelijk ter tafel, in de 'vage hoop misschien, dat het niet zou zijn de stem eens roependen in de woestijn. Zijne bezwaren tegen de betreffende overeenkomsten luidden aldus: le. dat die gemeente daarin het terrein van het publieke recht, waarop zij zeer sterk staat tegen exploi tanten van bouwterreinen, verlaten heeft voor het ter rein van het private recht, waarop zij zeer zwak staat tegenover exploitanten; 2e. dat daarin de belangen van de Erven van der Vliet beter beveiligd zijn dan die der gemeente Bloe- mendaal; 3e. dat niemand onzer de gevolgen er van kan overzien. De heer S c h u 1 z wond zich over die bezwaren heel erg op. Of misschien niet zoozeer over de bezwa ren doch meer over de manier, waarop ze ter kennis der raadsleden werden gebracht. Of misschien ook al weer daarover niet, doch meer omdat de V o o rz i tt e r deze bewaren eerst niet in de B. en W.-vergadering had gebracht. Of misschien was ook dat niet goed vol te houden, want terecht merkte de Voorzitter op, dat hij als V o o r z i 11 e r van den raad het recht heeft te allen tijde zijn adviseerende stem te laten hooren, ook al was hetgeen hij wenschte te zeggen een uur of een dag of een week geleden op papier gebracht. Waarover was de heer S c h u 1 z dan wel zoo op gewonden? 't Maakte op mij heel erg den indruk, dat er een stok moest worden gevonden, waarmee men den hond zou kunnen slaan. En was dit protest nu wel zoo noodig, of was het meer om krachtsvertoon te doen, zooiets als vlagvertoon met oorlogsschepen in vreemde haven? Onzes inziens moet de laatste vraag bevestigend beantwoord worden. We zouden anders van dat protest wel meer gehoord hebben. Pas heeft men den Voorzitter zoo zwierig op zijn plaats gezet, en nu heeft hij al weer een eigen meening. Een meening, die niet naar den zin der voor standers is en waarop toch niets valt aan te merken of waarover niet valt te debatteeren, nog erger, die een profetie inhoudt, waarmede wij 't geheel eens zijn. Of men ZEd. al gouden bergen beloofde, of men al aanvoerde, dat de Zeeweggronden Bloemendaal van al de gemaakte kosten van aanleg en onderhoud zouden ontlasten, het baatte niet. Zoo goed kon men niet re deneeren, dat de Voorzitter ook maar iets van zijn standpunt liet varen. In dat opzicht was het figuur van den Voorzitter heel wat flinker, dan dat van de andere tegenstanders. In deze zaak ziet ZEd. nu eenmaal geen heil en liefst zag hij, dat de Zeeweggronden werden geëxploi teerd, zooals dat ook met andere gronden gaat, zoodat de gemeente er geen risico bij heeft te dragen. En dit is iets heel ongewoons in onzen Raad. Meestal legt ZEd. zich er bij neer, zoodra een meerderheid, voor welk punt dan ook, gevonden wordt. Typeerend was de vraag van den Voorzitter, ge richt tot den heer Schulz: „U spreekt toch in het belang der gemeente en niet in het belang der Erven Van der Vliet? De heer Kremer was kort met het geven van een beschouwing. Trouwens men kent zijn standpunt. In hoofdzaak bepaalde deze spreker zich er toe, Vooral duidelijk zijn goede gezindheid tegenover de familie Van der Vliet te laten uitkomen. Zooveel vertrouwen Gr. Houtstr. 128, Tel. 11780 Agentschap van „De Regenboog" Tilburg Het beste adres voor Stoomen en Verven had deze spreker zelfs, dat hij 't er op durfde wagen, het bedrag van 80.000 (zijnde de helft van het oor spronkelijk vastgestelde bedrag voor den aanleg van gas, water en electriciteit) in de overeenkomst te laten staan, overtuigd als hij was, dat indien zou blijken, dat de helft der onkosten grooter mocht zijn dan in de overeenkomst is opgenomen, de familie Van der Vliet zoo fair zal zijn, het meerdere bij te passen. Wij stipten hierboven reeds aan, dat wij hierop allerminst rekenen. Dan zal de familie Van der Vliet allicht zeggen: „zaken zijn zaken". De heer De Visser prees onbewust zichzelf door te vermelden, wat hij allemaal alzoo had moeten door maken om zich van de zaak eenig begrip te vormen. 'tWas uitstekende arbeid, in den goeden zin. Het was de moeite waard het verhaal der heele geschiedenis vanaf 1904 van hem aan te hooren en te vernemen hoe alles gekomen is tot wat het nu is geworden. Met recht kon het een kranig stukje werk genoemd worden om in 3 weken tijds alles zóó haarfijn na te gaan en uit te pluizen. Uit dit nauwgezet onderzoek bleek ook al weer heel duidelijk, dat zoo'n verbintenis voor de gemeente nooit voordeelig kan zijn, om de eenvoudige reden, dat zij zich aan banden legt, en dit aan banden leggen eener gemeente beteekent, alleen een voordeel voor de tegen partij. Natuurlijk maakt deze daar aanstonds gebruik van. Dat is niet slecht, dat is niet gemeen, dat is een kwestie van koopmanschap. De firma H. van Dam Azn. en Zonen te Amsterdam en Rotterdam, die uitstekende kooplieden blijken te zijn, die wel eerder groote terreinen in exploitatie hebben gebracht, heeft van hear standpunt gelijk. Ze zou wel heel onhandig zijn, als ze er niet uithaalde, wat er uit te halen was, door op een handige wijze gebruik te maken van de verdeeldheid in onzen Raad. Gelukkig waren het niet alleen de heeren van den Vrijheidsbond, die voelden, dat er voor de gemeente wel ter dege eenig gevaar aan verbonden was om deze overeenkomst aan te gaan. Door een commissie uit den Raad, de Commissie voor de Bedrijven, waren de oude cijfers eens onder de loupe genomen en nadat zij zich door deskundigen had iaten voorlichten kwam zij tot een bedrag van 283.000 voor den aanleg van de noodige buizen en geleidingen. Wat in gewone gevallen altijd gebeurt met zoo'n begrooting, deed nu ook deze commissie, nl. afronden naar boven. Zij maakten er rond 3 ton van. Natuurlijk was Leiden in last. En de een ging al verder dan de ander. Wat is dat voor een commissie. Volkomen onverklaarbaar dat zulke heeren Juist wel verklaarbaar, meent de heer Van Kes- s e 1. De commissieleden zijn geen voorstanders van de overeenkomst aan te gaan dus Gelukkig was de commissie, n.b. bestaande uit de heeren Hogenbirk, De Roo van Alderwereld en den burgermeester, zoo verstandig op deze insinuatie hoe genaamd geen acht te slaan. Wat ook maar het beste was en blijk gaf van sterk staan, terwijl insinuaties altijd blijk geven van zwakte, van ongelijk, van gemis aan gezonde en eerlijke argumenten. Voor den woordvoerder van deze commissie, den heer Hogenbirk, een eeresaluut. Niet alleen ging deze spreker niet in op de woorden van den heer Van Kessel, doch hij achtte schijnbaar zijn standpunt te zuiver om er een laag bij de grondsch debat van te maken, of zelfs te antwoorden op .de zeer onzakelijke argumenten van de verschillende woordvoerders. On begrijpelijk alleen, dat hij toch ten slotte bakzeil haalde. Alleen voor den wethouder maakte deze spreker een uitzondering. Dezen moest hij wel antwoorden. Aanvankelijk had hij hem willen sparen, doch nu deze bestuurder onzer gemeente ook de cijfers aan valt, nu moet het er maar uit. Niemand minder dan de heer Ochtman kwam op een cijfer van 80.000 geraamd, zegt spreker, wij hadden 90.000 voor den aanleg der gasleiding, dat was een verschil van 10.000, doch de heer O. had vergeten, den zig-zagsgewijze aanleg der persleiding te berekenen. De persleiding, welke noodig is voor de water leiding is de goedkoopste en de cijfers zijn zuiver. Een andere wijze van aanleg is zeer zeker duurder. Wat de doode leiding betreft, spr. vindt dit zeer gevaarlijk. Betreffende het electrisch licht heeft de Commissie zich gewend tot menschen ter zake kundig en spr. meent en is overtuigd met ernstige menschen te doen gehad te hebben. De cijfers der commissie handhaaft spr. ten volle. Al moet het geraamde bedrag zeer zeker niet in eens uitgegeven worden, dan zal dit toch misschien in tijd van enkele jaren geschieden. Maar het feit blijft, dat het geld uit den gemeentepot gaat. Er was echter geen praten tegen. Het feit dót de - commissie de begrooting met 13.000.— had verhoogd, was zóó n afdoend bewijs, dat het zaakje wel voor 160.000 kon worden klaar gespeeld, dat niemand ten slotte daarvoor meer anders durfde denken. De heer Laan bekeek de zaak van den grappigen kant en trachtte aldus de zaak te redden. Volgens dezen wethouder zaten de heeren van den Vrijheids bond een beetje met de zaak verlegen, daar 't toch feitelijk hun schuld is, dat de gemeente thans zoo in moeilijkheden zit. Hadden zij vroeger maar die actie niet gevoerddan was de gemeente nu allang bezig met het slachten van de kip met de gouden eieren. Ja meneeren, zoo'n domheid wreekt zich later altijd. Ik heb 't steeds gezegden volgehouden. Dat doe ik altijd, begrijp je. Toen deze spreker zich borg stelde voor hetgeen het de gemeente eventueel meer zal kosten dan 80.000, hoopten we en meenden we, dat hij ernstig werd. Dan hebben we althans op dit punt voor de finan ciën geen kopzorg meer. En zeer ernstig was hij, toen hij 't verwijt tot den voorzitter richtte omtrent het ontijdig publiceeren van de cijfers der commissie. Dat „Bloemendaalsche dingetje" had daardoor weer stof tot schrijven. Gelukkig was het de heer Hogenbirk, die zoo eerlijk was, onmiddellijk te verklaren, dat niet de burgemeester doch de commissie het wenschelijk had Belast scich met liet plaatsen van advertenties in alle Dag-, Week en Maandbladen. ACCURATE BEHANDELING Telefoon 22324 - Bloemendaal geoordeeld, dat deze cijfers werden verstrekt aan de pers. Zoodat, indien van schuld kan worden gespro ken de commissie daaraan debet stond. Ook over dat verwijt werd niet verder gesproken, zoodat na bovengenoemde verklaring de quaestie af gedaan was. Wij moeten ons dan ook afvragen, of het zoo heel erg was, dat Tiet publiek ter oore kwam of kon lezen, dat men met cijfers nogal eens losjes kan omgaan in onze gemeente. Heelemaal begrijpen we niet, wat angsten men toch heeft voor een beetje openbaarheid. Zijn dat democraten? Degenen, die het doodelijkst bang waren voor een actie in het publiek, voor de vroegere actie, toen de heer Otto aan het hoofd stond, al was dat toen een actie uit alle kringen der burgerij, zoowel voor de actie van nu, waren de heeren Van Kessel en Schulz. Ik dacht telkens, hoe heb ik het nu? Anders roepen deze twee het hardst om de kiezers „er in te kennen" en nu dwingen zij den heer Kremer de onbegrijpelijke be lofte af, dat de Vrijheidsbond geen actie zal voeren onder het publiek. Bij den heer Van Kessel sprak de werkverruiming een woordje mee. Dit kwam ook tot uiting in een tweetal adressen, welke van R. K. zijde waren inge komen en waarvan de slotalinea aldus luidde: „Dringen er bij Uwen Raad beleefd, doch ten sterkste op aan, om in uwe vergadering van Donderdag, zoodanige besluiten te nemen, waar door de exploitatie der Zeeweggronden mogelijk wordt en daardoor mede te werken om aan velen werkgelegenheid te verschaffen We weten echter allen wel, dat dit spreken en schrijven over werkverruiming slechts apenkooi is, daar de bebouwing der gronden lang den Zeeweg weinig of niets te maken heeft met de overeenkomsten, welke in en door den Raad werden behandeld. Ook de heer Schulz voerde dit motief nog aan, teiwijl bij het voeren van algemeene beschouwingen dezelfde spreker aanvoerde, dat de bebouwing van die gronden nu eenmaal niet te keeren is. De waarheid is, wat ija tuur lijk iedereen weet, dat zoodra de exploitanten het gewenscht vinden, begon nen zal worden met den verkoop van gronden. Niet eerder, en ook geen half uur later. Trouwens er is ook niet één bepaling opgenomen, waaruit zou zijn af te leiden, dat de gemeente b.v. voor den winter 19261927 voor haar werkeloozen niet zal hebben te zorgen, daar deze voor het overgroote deel aan den Zeeweg kunnen worden te werk gesteld. De rioleeringskwestie was een punt waarover men 't nog niet eens werd. Zelfs de heer Schulz' was daar wel een beetje bang voor. Wel voerde de heer Laan aan, dat met geen mo gelijkheid aan rioleering kan worden gedacht, daar de hoogten en laagten van den Zeeweg dat nu een maal technisch onmogelijk maken, terwijl bovendien de septinc-tanks zoo goéd voldoen, dat van even- tueele verstopping nooit of te nimmer sprake kan zijn, maar overtuigen deed hij daarna eigenlijk niemand. Als de villa's er éénmaal staan en men krijgt last van water en vuil en de bewoners komen bij den Raad om hulp't Gebeurt niet, Heeren, zegt de Wethouder. Goed en wel zegt een der Raadsleden, doch als de gronden om zoo'n put heen dermate vervuild zijn, dat zij geen vuil meer opnemen, wat dan? Mijne heeren, het water, dat uit die putten komt, kunt ge, bij wijze van spreken, wel drinken, ant woordde de heer Laan. Al weer goed en wel, zegt dat lid, doch als die gronden eenmaal verzadigd zijn van 't water, dan zou 't toch kunnen zijn, dat men te eeniger tijd overlast kreeg en geen raad meer wist. Geen denken aan, antwoordt hierop op zijn beurt de brave wethouder Van Nederhasselt. Die gron den zijn daartengevólijë Van het'weghalen van alle grondwater tloor de Amsterdamsche waterleiding, zóó droog, dat de Sahara er maar een zandhoopje bij is. Wethouder Laan noemde het bovendien nog bang zijn dat men zich aan koud water brand. B.v. de waterloozing van z°°A hotel aan het eind van den Zeeweg, waar men ook al bang voor is, mijne heeren, misschien beleven we het niet meer dat daar 'n hotel komt. Het is m.i. goed, dat deze uitlatingen nog eens wor den neergeschreven Later als Bloemendaal-bad een buurtschap op zichzelf is geworden waar de uit Zand- voort verdreven kampeerders mede en nu letterlijk hun tenten opslaan, en wanneer dan terdege zal blij ken, dat althans die buurtschap zeker een riooleerings- stelsel noodig zal hebben, kunnen we nog eens een na praatje houden over de houding der beide wethouders tegenover de Raadsleden in het algemeen en tegen die genen, die dat nu reeds zien aankomen, in het bij zonder. Momenteel kunnen of willen we het ons nog niet indenken, dat dit prachtige stuk natuur over een aan tal jaren zal zijn veranderd in een huizenmassa, b.v. een Zandvoort in het klein, doch komen zal het, daar van kunnen we nu reeds overtuigd zijn. Dan zal de gemeente het gelach moeten betalen en dan zal er gelachen of misschien nog wel gehuild worden, bij wijze van spreken, om de naieve wijze, waarop deze overeenkomsten door toch verstandige menschen zijn behandeld geworden. Of was het geen naïveteit? Zoo nu en dan konden wij ons niet ont trekken aan het gevoel, dat er eigenlijk niet „behan deld" werd, er werd doorgezet. Vóór de Raadszitting was al uit gemaakt, wat er gebeuren zou. En geen pardon meer, durchhalten. 't Heeft nu lang genoeg geduurd. Wij kunnen toch niet doen, alsof wij eens verkeerd hebben gedaan. De gemeenteezel is geduldig. Het zij zoo. Enkele leden van den Raad hebben tot het einde toe getracht het „kwaad" te keeren, en ook wij heb ben in alle bescheidenheid tot het laatst toe de men schen gewaarschuwd tegen iets was ons voor een gemeente als Bloemendaal noodlottig toescheen. In ieder geval is het, dank zij het werken van een paar Raadsleden, toch zoover gekomen, dat een con tract is samengesteld, dat al kan het in geen geval voordeelig voor Bloemendaal zijn of worden toch als men het bekijkt naast het ontwerp-contract van voor een paar jaar terug, al heel wat is verbeterd. Zóó gezien, is er inderdaad veel bereikt en dat ook wij daaraan iets hebben kunnen doen, door publi catie in ons blad of door onze zwakke stem toch nog zoo duidelijk mogelijk te laten hooren, stemt ons tot tevredenheid. Het woord is nu aan de hoogere autoriteiten. Vergadering van Donderdag 18 Februari. In de laatste raadsvergadering is het voorstel-Van Kessel, tot afschaffing van het klassenstelsel bij ons politiecorps, hetwelk door dat lid van het hooge col lege was aangekondigd in de vergadering van 11 December jl„ in behandeling genomen. Absoluut los van de goede bedoelingen van den heer Van Kessel, die meende een zeker onrecht te kunnen en moeten herstellen, mag de vraag gesteld worden, of aan de politie te Bloemendaal en aan de betrokken politiebeambten in het bijzonder, wel een goede dienst werd bewezen door van deze ongeschikte zaak een stof-opwaaiend voorstel te maken, waarvan reeds da delijk verwacht kon worden, dat de burgemeester, als hoofd der politie, zich daartegen kanten zou. De behandeling vooral van het voorstel is weinig dienstig geweest tot verhooging of zelfs handha ving van het prestige van ons politiecorps. De zaak komt in het kort hierop neer: Bij de laatste algemeene en zeer ingrijpende salaris herziening van het gemeentepersoneel werd tevens aan dacht geschonken door de toenmalige Unificatie-com missie, gevormd meenen wij door de heeren Hogenbirk, Van Kessel en Noorman, aan de organi satie en samenstelling der verschillende diensten en bedrijven. Zoo werd nopens de organisatie van het politiecorps geadviseerd tot een nieuwe samenstelling, nl. hoofdagenten en agenten van politie. Aangedrongen zou worden bij den burgemeester om tot hoofdagenten 4 in getal slechts aan te stellen personen die het politiediploma hadden behaald met het certificaat „aanteekening" daarop. De politie-organisatie, welke in December van het vorige jaar in een adres aan den gemeenteraad ver zocht om aan bezitters van het politiediploma, zonder certificaat daarop, 50 per jaar toelage te verstrekken, kantte zich destijds tegen het voornemen van de Uni ficatie-commissie, die wilde adviseeren tot het verstrek ken van een toelage van 100 per jaar aan hen, die het certificaat „aanteekening" op het politiediploma zouden behalen. De Unificatie-commissie vond er ten slotte dit op: Zij achtte het noodzakelijk, dat er voor de politiebeambten een prikkel tot verdere bekwaming, dus tot studie, zou behouden blijven en adviseerde om voor alle agenten de gelegenheid te openen de rang- of titel van le klasse te kunnen behalen, mits voldaan was aan den eisch van het bezit van een politiediplo ma met het certificaat „aanteekening" daarop. De be vordering, die door eiken politieagent te bereiken was, zou met een verhooging van 100 per jaar worden beloond. Van de toen reeds in Bloemendaal aanwezige politie agenten, personen veelal op middelbaren leeftijd met eenige jaren politiedienst achter den rug, onderwierpen de meesten zich aan den nieuwen eisch en zagen hun niet geringe moeite beloond, door het verkrijgen van het gewenschte diploma en de aanstelling tot agent le klasse, dat een verhooging van de bezoldiging met 100 per jaar tot gevolg had. De jongere, later aangestelde agenten hadden meestal of behaalden reeds spoedig het verlangde certificaat. Enkelen der ouderen echter wenschten niet de moeite te doen van inspannende studie, ter verkrijging van het certificaat. In stede van de getroffen maatregel óók te bezien als een prikkel tot meerdere bekwaming in hun ambt, werden zij „prikkelbaar", wat juist voor den politiedienst minder wenschelijk moet zijn. Hun aantal verminderde door pensioenneering of vertrek naar elders zoodat er 2 agenten overbleven, die nog steeds niet de titel van le klasse met de daaraan verbonden hoo gere bezoldiging hadden verkregen, als gevolg van eigen gemakzucht of onwil. De heer Van Kessel nu heeft zich laten verleiden om voor onwilligen de kastanjes uit het vuur te halen en voerde als hoofdargument aan, dat in de meeste plaatsen het klassenstelsel was afgeschaft. Maar mag er in Bloemendaal wel over klassen bij de politie gesproken worden? Tegenover 24 of 26 agenten le klasse zijn er 2 2e klassen. Kan hier ge sproken worden van een trapsgewijze ondergeschikt heid, wat een indeeling in klassen óók bij de politie toch zeker onderstelt. Neen, in Bloemendaal is het toe kennen van den titel slechts bijkomstig aan de resul taten van eenigen tijcl- flinke studie als gevolg van den door den raad 'zelve geschapen prikkel, tot het verkrijgen van de hoogere belooning. Daarom was het betoog van den heer Van K. over de slechte eigenschappen van het klassenstelsel en af schaffing daarvan en daarom in vele gemeenten, een slag in de lucht; een betoog, dat niet kon rusten op feitenmateriaal, omdat de redenen waarom in vele ge meenten het klassestelsel werd vervangen door een ander, zoo zeer in het bijzonder afwijken van die, waarom het in Bloemendaal werd ingevoerd. Wij kunnen respect hebben voor de wijze waarop de heer Van K. is opgekomen voor de vermeende! be langen van een paar politieagenten, maar of het tac tisch juist gezien was van dat raadslid om te handelen zooals hij deed, wagen wij te betwijfelen. Men schept excessen, stel dat het voorstel-Van Kessel was aange nomen. Noch den raad, noch den burgemeester of com missaris van politie treft eenig verwijt, dat een tweetal agenten niet de voor hun bereikbare bezoldiging heeft verkregen. Dat is louter en niets anders dan eigen Automobilisten laat Uw banden met succes Vulcaniseeren bij de EERSTE NED. VULCANISEERINRICHTING KERKSTRAAT 2 h. Nieuwe Kerkapiein TEL. 10492 schuld. Te laken is het, dat onwilligen, door allerlei fantastische verhalen over de nadeelen van een sedert jaren werkend stelsel, op gronden van zuiver eigen belang, een ijverig raadslid voor hun kar retje spannen met de groote risico van een onaange naam fiasco te moeten lijden. Het geïntrigeer over den gang van zaken, omdat het niet gaat door eigen onwil, zooals men verlangde, is zeer sterk af te keuren. Ook de burgemeester is deze meening toege daan, blijkens zijn minder vleiende uitlatingen aan het adres van de belanghebbende agenten bedoeld. De heer Van K. heeft veel moeite gedaan voor niets, wat wij voor hem jammer zouden vinden, wanneer het andere zaak gold. Nu zouden wij hem slechts den raad willen geven niet voetstoots in te gaan op alles wat door één of anderen ontevreden ambtenaar wordt aange dragen. Dat bespaart onaangenaamheden! Voor de betrokken agenten is het resultaat wel heel erg negatief èn terecht! OPMERKER. BLOEMENDAAL. De inwijding van het nieuwe kerkgebouw van den Ned. Protestantenbond aan den Potgieterweg. Zondag 21 Februari j.l. 's nam. 2.30 uur, had de inwijding plaats van het nieuwe kerkgebouw van den Ned. Protestantenbond, afdeeling Bloemendaal, aan den Potgieterweg. Dat er veel belangstelling zou blijken te zijn voor deze officieele plechtigheid was wel te voorzien, het bestuur had hiervoor de noodige maatregelen geno men: er waren nl. uitnoodigingskaarten uitgereikt. De aanvragen voor deze kaarten waren echter veel groo ter dan er konden worden gegeven, zoodat velen teleurgesteld moesten worden; ondanks de mededee- ling dat deze dienst uitsluitend voor leden en genoo- digden toegankelijk, zagen we toch nog belangstellen den, die geen plaats konden krijgen, onvoldaan huiswaarts keeren. Toen de voorganger, Prof. Dr. G. J. Heering te Leiden, het spreekgestoelte betrad, was dan ook geen plaats onbezet. Na het uitspreken van het votum zong een meisjeskoor, uit de cathechisanten van den Protestantenbond, onder leiding van Mevrouw Ver- schuylVeltman, „Gebed" van Hauptman, wat, in aanmerking nemend de korte voorbereiding, zeer goed werd vertolkt. Prof. Heering sprak daarna een gebed uit waarop volgde het zingen door de gemeente van Lied 6; 1 en 2, uit den zangbundel. (Ps. 118 gewijzigd). Spr. koos tot tekst Psalm 122, de gedeeltelijke ver zen 1 en 4 „Wij zullen in het huis des Heeren gaan, om den naam des Heeren te danken. Het is heden voor de leden van den Ned. Protes tantenbond, aldus begon spr., een waren feestdag, waarin reden te over is om te danken, dank aan de menschen, bovenal dank aan God. Spr. heet namens de afdeeling alle genoodigden hartelijk welkom, in zonderheid 't Hoofdbestuur van den Ned. Protestan tenbond, de besturen van de afdeelingen Haarlem, Haarlemmermeer, Heemstede, Hillegom, IJmuiden; de afgevaardigden van den Religieusen Kring te Aerden- hout, de kerkvoogden van de Ned. Herv. Kerk te Bloemendaal en den kerkraad dezer gemeente, den kerkraad van de Ned. Herv. Kerk te Santpoort, de besturen van de Remonstrantsche-, Doopsgezinde-, Luthersche- en Vrijzinnig Hervormden te Haarlem, den burgemeester der gemeente Bloemendaal, Jhr. A. Bas Backer en den heer Nienhuijs, den bejaarden vriend, door wiens gulle en groote gave de verwezenlijking van liet zoo lang begeerde nu reeds kon vervuld worden. Het moet voor hem inzonderheid aldus spr. een bijzonderen blijden dag zijn, een dag van vol doening en dank ziende hoe alles er keurig uitziet, spr. wenscht hem toe nog lang getuige te mogen zijn hoe dit geschenk gewaardeerd wordt en dat hij nog menigmaal zich hier mag neerzetten om God dank te brengen. Vervolgens brengt spr. dank aan allen die met gaven en hulp het hebben mogelijk gemaakt dat dit kerkgebouw hier zoo naar wensch verrees, allereerst de heeren architecten Mulder Van Asdonk, die hun technische bekwaamheid hier zoo duidelijk heb ben getoond, alles ziet er keurig en goed verzorgd uit, daarna den heer Teitsma, aannemer alhier, die „zijn hart in zijn werk heeft gelegd", aan Mevrouw Verschuyl—Veltman als koorleidster en verder allen die tot het welslagen van dit alles meewerkten, doch boven dit alles dank aan God, die deze goede ge dachten in des menschen ziel heeft gelegd. Zoo zijt ge dan hier voor 't eerst in dit nieuwe kerkgebouw, Vrijzinnigen van Bloemendaal, ja in een kerkgebouw, want voorheen kwamen we samen in het gymnastieklokaal der Bloemendaalsche Schoolvereenl- ging en hoewel we niets kwaads van dit lokaal willen zeggen, mogen we verblijd zijn dat het nu niet meer behoeft: 't werd daar te klein, de spreker stond daar vaak als ingemetseld op zijn preekgestoelte. „De plaats waarop gij staat is heilig land", heeft God tot Mozes gesproken, zoo moet ons ook dit plekje grond, heilig en dierbaar zijn, waar we waar achtige godsdienst kunnen beoefenen. Als men hoort waarom de menschen naar de kerk gaan, dan zijn de meeningen vér uiteenloopend, soms om een goeden spreker te hooren of omdat men 't gewoon is, doch dat is niet voldoende, er moet een hooger doel in ons zijn en daarom kiezen we onzen tekst, die ons zegt „Wij zullen in het huis des Heeren gaan om den naam des Heeren te danken", want gods dienst is weliswaar 't meest persoonlijke, maar ook 't meest gemeenschappelijke, wat zoo heerlijk uitkomt in het „O n z e Vader", dat is het heilige van dit gebed, waar Christus onzichtbaar het middelpunt van is. Ook in het loflied komt de gemeenschapszin uit, 't is als een volkslied, als men 't alleen zingt, zegt het soms zoo weinig, maar zingen we het gezamenlijk dan voelen we het dat het tot ons spreekt, zoo ook met het loflied. Zulk dan ook in geen religi bruiloftskinderen vasti voudige dingen. De zwaarmoedige geluk, maar de danl er geen duisternis om ons tegen, want waar geluk. Menigeen ver weldaad is waar we geluk heeft de mens voelen willen we in zegenen en „Wij zuil om den naam des H Het koor zong dat In het tweede ged dat over het algemee vonden wordt onder i geleden, vooral in het duidelijk uit. Tijdens verkeerde zijn de me zal ook een christer mensch wordt geholp maar daarna zal hij voor zijn uitredding, proefde mensch nu e dan toch danken? Als God ons beprc geloofsbeproeving en dank worden gebracl den onbeproefde. Spi die onherstelbaar zie predikant bezocht, ei gebeden voor het he hem hartelijk voor i voegde er nog aan to om te danken." Ais nu de Zondag we ons opmaken om Zoo moge dit gebouv bezinning, opdat we hetwelk dagen des zullen trachten te b leven en wat geeft geef ik aan 't leven e oogen houdende zul leven komen, want ook maaien. Duizenden dingen te trekken, maar eer bezinning komen wal dan zal er als vanze huis des Heeren te c danken. Spr. eindigt leven in een danktoo psalm er van sprec den Heer. Na het dankgebed Evangelische gezang Door menigeen den tuin bezichtigd. W oningbou wvi De Woningbouw houdt Donderdag 4 ledenvergadering in Vreeburg" alhier. Woensdagavond 1 Notaris Wildervancl eenige genoodigden plaats van de door georganiseerde verlol staande uit een con de Nederl. Seintoest len op Nummer 025 Personalia. Tot n de Haarl. Rechtbank Bloemen* Het door het BI houden liefdadigheic van den watersnoot van 80.—, welk afgedragen. Maandagmorgen meester, vergezeld per auto in botsi wagen met graszod met schuldeischi heid voor rechti mits gij tijdig Voorts echtscb arbeids- en erfer Jarenlai Kantooi Vakkundige a SANTPOO vemEBBUË

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Bloemendaal's Editie | 1926 | | pagina 2