1 Ha Dahlia -lh"°00r~ |llu Id III ld Artistiek Bloemwerk!! JfCDERJANMME PIST Een nieuw RIJWIEL RIJWIELHANDEL B.S.A. en Verika Rijwielen „DE DAHLIA", W. BEUNDER, KUNST DE GRENSREGELING Bloemendaal ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR BLOEMENDAAL, OVERVEEN, AERDENHOUT, BENTVELD EN VOGELENZANG. UITGEVER: G. EIKELENBOOM IN VEREENIGING MET DE KENZEN'S J.AA05KAMR.ZN: Hotel Duin en Daal Verbindingsweg - Bloemendaal IN DE AVONDZON. □E3E3EBB3SE3E9E3000E30EBE30EBE3EBE3EBE30l3EBE2EBIiiEÜE3É3 A* H* van der Steur Jr. Uitzending van Diners aan huis G+ J* Gude - Cuisinier 'BEHANGER* MEUBELMAKER! WERKEN NAAR EIGEN ER GEGEVEN ONTWERPEN HET MES OP DE KEEL I Eerste Jaargang ZATERDAG 5 JUNI 1926. Dit blad verschijnt minstens éénmaal per week. No. 39 OENENIMIS EDITIE BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: BLOEMENDAALSCHEWEG 42 TELEFOON 22324 ABONNEMENTSPRIJS: VOOR EEN HALF JAAR 1.50 ADVERTENTIEPRIJZEN: Per regel ƒ0.15. Bij afname van 500 regels 0.12'/2 per regel; 1000 regels: 0.10 per regel; 2000 regels: 0.09 per regel; 5000 regels 0,07'/2 per regel. Kleine Advertenties, t.w. Koop en Verkoop, Huur en Verhuur, Vraag en Aanbod, etc.: 0.50 per Advertentie van hoogstens 10 regels, mits bij vooruitbetaling. verhoogt het genot van Uw tochten. Sierlijk licht loopend Het laagst in prijs Vraagt Prijscour. Ie klas Reparatie-Inricht. Als 'n groote rozenstruik Vlamde de zonnepruik! Ik lag in de schelven En dacht aan niets. Als 'n rijpe bloementros Bloeide de zonneblos! Ik dacht aan. mijzelven, En nog aan iets. Als 'n woedende klaproos Leek de avond, zoo boos! Ik dacht aan een ander, Te lange lest. Als 'n rhododendron. Stierf de avondzon! Denken we aan elkander, Dat is het best! ADAMA VAN SCHELTEMA. Uit „Van Zon en Zomer". HET GOEDRECHT DER LINKS HANDIGHEID. We zouden terug komen op de vraag of er in den bouw van het menschelijk lichaam een reden is te vinden voor het feit dat de over groote meerderheid rechts-handig en slechts een enkel linkshandig is. De groote ontleedkundige Hyrtl beweerde indertijd dat dit kwam omdat de groote slag ader die den rechterarm van bloed voorziet, dichter bij het hart ontstaat dan die welke de linker verzorgt. Rechts stroomt daarom het bloed sterker; de rechterarm wordt dus beter gevoed en daardoor meer ontwikkeld dan de linker. En als bewijs voerde hij aan dat bij links-handigen gevonden werd eene omge keerde ligging der ingewanden (wat rechts ligt bij den gewonen mensch de lever vindt men bij sommige links-handigen links terwijl dan hart en milt rechts worden aan getroffen, die bij rechts-handigen links lig gen of wel er is een abnormale oorsprong van den slagader, voor den rechterarm be stemd. Inderdaad is dit bevestigd door enkele lijkopeningen, maar er zijn toch ook veel links-handigen die het hart op de rechte plaats hebben. Dit kan dus niet de eenige reden zijn. Daarbij komt, dat iemand die links-handig is van nature ook links-beenig is; dit leert de ervaring b.v. bij militairen en vooral bij balletdanseressen. Professor Bolk te Amsterdam en anderen zoeken dan ook de oorzaak in de hersenen. Zooals men weet staat de rechterzijde van het lichaam onder invloed van de linker hersenhelft en omge keerd. Nu is als regel de linkerhelft der her senen, die den rechterarm doet bewegen, meer ontwikkeld en fijner georganiseerd dan de rechter. Dit blijkt uit het feit dat daar ook ligt het centrum van de spraak. Krijgt iemand een beroerte bloeduitstorting in de linker helft zijner hersenen dan kan hij den rechter arm en het rechterbeen niet meer bewegen, maar is ook de spraak vernietigd; komt een even ernstige bloeding in de rechter hersen helft voor dan zijn linkerarm en -been ver lamd, maar blijft de spraak ongestoord. Alle menschen die rechts zijn hebben fijner geor- ganiseerde linker hersenen; bij hen die links zijn is het omgekeerde het geval en ligt ook het spraakcentrum in de linker hersenhelft Deels kan dit een gevolg zijn van een sterker bloedstoevoer door de richting waarin de bloedvaten naar de hersenen verloopen voor een groot deel zeker heeft men hier te dben met een feit, dat op erfelijkheid berust Deze zaak wordt door mij ter sprake ge bracht omdat er tegenwoordig in het buiten land hier en daar eene groote strooming be staat om het daarheen te leiden, dat door op voeding en onderwijs alle menschen worden gebracht tot ambidexteriteit, dat wil dus zeg gen dat men met de linkerhand evengoed leert schrijven, teekenen, schilderen, gra veeren, snijden, knippen, naaien, borduren enz. enz. als met de rechter en omgekeerd Deze strooming dreigt ook naar ons lanc EËj Ons werk werd op de Intern. Tentoonstelling met de hoogste prijs bekroond E9 over te komen. Men heeft daarbij een dubbel doel. Ten eerste is ambidexteriteit in het praktisch leven dikwijls een groot gemak voor vele beroepen en bovendien van hoog nut om dat men direct weer zijn oude werk kan op vatten, wanneer door ziekte of ongeval de eene arm of hand onbruikbaar is geworden: en waar de links-handige op deze wijze reeds nu gedrongen wordt ook zijn rechterhand te oefenen, daar is het even rationeel dat ook de rechts-handige leert de linker te gebruiken. Maar in de tweede plaats stelt men zich voor door het gebruik en de oefening van beide handen ook de minder goed georganiseerde hersenhelft tot hooger ontwikkeling te bren gen; men wil met andere woorden zorgdragen dat de mensch bijv. niet van zijn spraak is beroofd, zoodra de linker hersenhelft door een beroerte wordt vernietigd, enz,, maar dan een reserve klaar heeft in de rechter. Tegen het eerste doel zal over het algemeen niet veel bezwaar bestaan: mits men in dezen zeer voorzichtig zij: en zal men het toejuichen dat de rechts-handige inderdaad wat meer ambidexter wordt. Het is voor een geneesheer bijv. heel noodig dat hij ook iets met de linker hand kan aanvatten, daarmee een schaar of mes kan hanteeren en datzelfde geldt zeker wel haast voor ieder handwerk. Men bedenke echter dat het tegenwoordig al heel moeilijk is om in ééne zaak uit te munten. In ieder vak streeft men dan ook naar verdeeling van ar beid. Er zijn slechts weinig menschen die in veel schitteren; over het algemeen is het al mooi als men in ééne richting excelteert. Wel is bij sommigen de geschiktheid om het in handenarbeid tot een groote hoogte te bren gen blijkbaar aangeboren, maar bij de meesten is ze toch slechts in beperkte mate aanwezig. Bij de zoodanigen kost reeds de gewone ont wikkeling van de rechterhand heel veel moeite en tijd: en is het nu niet beter zich maar tot één hand bij de opvoeding te bepalen en het kind verder algemeen te ontwikkelen in plaats van ook aan de linkerhand vele uren van zorg te wijden omdat de rechter wel eens voor gebruik ongeschikt kan worden? Zeer terecht zegt Malgaigne: „Gelukkig degene aan wien de natuur een groote vaardigheid, ook met de linkerhand, als een geschenk mede gaf en deze wist te ontwikkelen: maar hij die zich in een dergelijk bezit mag verheugen moge toezien, dat hij de linkerhand niet oefene ten koste der rechter, zoodat hij bij slot van rekening beschikt over twee zeer middematige instrumenten in plaats van over één uitmun tend." Inderdaad een persoon die schitterend kan graveeren met één hand is veel meer waard dan iemand die het kan met beide han den maar alledaagsch werk aflevert. Het kan een patiënt niet scheelen of ik zijn linker oog opereer met mijn rechterhand, als ik het maar goed doe. Maar dit is zeker ook waar; de fijne handgrepen kunnen we niet verrichten met twee linkerhanden zooals men 't noemt, en het is dikwijls noodig dat we ook met de linkerhand iets kunnen uitrichten. Daarom voedde men de rechterhand op als prinses, maar ontwikkele later, als reeds de rechter tot volkomenheid kwam nog zooveel mogelijk zijn linker. Dan gaat dat gemakkelijker ook. Moet men dus reeds voorzichtig zijn met de ontwikkeling der ambidexteriteit om de men schen niet onhandiger te maken dan ze vaak nu reeds zijn; een nog grooter voorzichtigheid is noodig ten opzichte van het tweede doel dat men daarbij voor oogen heeft; de hoogere organisatie ook van de rechterhelft onzer her senen om zoodoende den mensch tot hooger ontwikkeling te brengen. Want dat doel zal vermoedelijk niet wor den bereikt. In de eerste plaats ziet men nog al eens dat kinderen die stotteren ambidexter zijn. Bij hen heeft de gelijktijdige ontwikkeling van beide armen tot getijktijdige ontwikkeling van beide spraak-centra dit is rechter en linker hersenhelft gevoerd en daardoor aan leiding gegeven tot botsingen tusschen beide centra, gekenmerkt door stotteren. Daarom ook werd boven gezegd, dat men eerst later mag beginnen met de oefening van de tweede hand. Maar bovendien leert de ervaring, dat de reeds nu bestaande ambidexter dat is dus de linkshander die door cultuur van den rech terarm werd gevormd als zoodanig ge middeld vér ten achter staat bij den rechtshandige. Natuurlijk zijn er uitzonde ringen zooals de bekende groote schilder Menzel, en spreekt het van zelf, dat de hoog begaafde liriksche nog ver boven een matig bekwaam rechtsche kan staan. Uit een statis tiek door Stier geleverd uit het Duitsche leger blijkt echter overtuigend, dat de links-handi gen daar veel meer gestraft worden wegens onhandigheid als de recht-handigen, maar bovendien dat ze vooral ia rang sterk terug blijven zoodat slechts zeer weinigen het nog tot onderofficier hebben kunnen brengen. Het is om deze redenen, die nog door meer dere bewijzen buiten het bestek van dit werk vallende kunnen worden gestaafd, dat 'n man als Proffessoi Winkler waarschuwt tegen de bevordering der ambidexteriteit; de beste hand blijft daardoor minder, de slechte komt nooit tot volle ontwikkeling. De laatste zal het met haar slechten aanleg nooit ver bren gen en hare oefening wordt verkregen ten nadeele der door aanleg bevoorkeurde hand. Is echter één der handen eenmaal tot vol komenheid gekomen, dan maar ook dan eerst kan op de vakschool bijv. eenige oefening van de tweede hand nuttig zijn. Linkshandigheid is aangeboren of in de jeugd door ziekte der linksche hersenhelft verkregen. In 't eerste geval berust ze op eene afwijking in de bloedvaten of op een hoogere ontwikkeling der rechter^hersenen uit andere hoofde ontstaan, èn is ze in hooge mate erfe lijk. Dat vele linkshandigen minder produ- ceeren dan anderen komt voor een deel om dat ze gedwongen worden tot ambidexteriteit; die dwang moet dus ophouden; zij die van nature linkshandig zijn mogen niet langer ge noopt worden met hun rechterhand te arbei den. Wanneer hun wordt toegestaan van jongs af het werk te verrichten met de hand, die zij den voorkeur geven zullen ze het ver der brengen. Eerst later kunnen zij ook de rechterhand wat meer oefenen, als dit niet reeds door omstandigheden is geschied. Intusschen blijft onze maatschappij op rechtshandigheid ingesteld; allerlei machines zijn op de rechterhand berekend. Al moet dus iemand die linkshandig van nature is als zoo danig worden opgevoed om volkomen tot zijn recht te komen bij de keuze van een vak dient er voorloopig nog wel op te worden ge let, en daarom is het noodig daarop reeds bij de opvoeding bedacht te zijn. Dr. B. SC Kleverparkweg 154 Tegenover de Middelbaar Technische School lste klas Heeren- en Dameskleermakerij Opgericht 1903 - Telefoon 10303 Heeft steeds het nieuwste in stoffen en modellen Stalen op aanvraag Jordenstraat 74 - Haarlem - Telef. 13132 Prijscourant wordt op aanvrage toegezonden DE TOEGEPASTE KUNSTEN IN NEDERLAND. Een reeks monografieën over heden- daagsche Sier- en Nijverheidskunst. Uitg. W. L. en J. Brusse, R'dam. Over het heugelijk feit der herleving van bouw- en toegepaste kunsten gedurende de voorbije drie decemia, zijn de laatste jaren vele publicaties verschenen. Publi caties, die op hun beurt weer hebben bijgedragen tot meerdere bekendheid en waardeering bij het groote publiek, waarvoor deze praktische kunsten in de eerste plaats bestemd zijn. Deze beschouwingen over de „grande renovation artistique" gewerden ons eerst in den vorm van artikelen en kleine bijdragen in tijd schriften of vakbladen. Men heeft echter begrepen, dat dit verspreide materiaal geenszins tegemoet kwam aan de sinds jaren gevoelde noodzakelijkheid, om het vele, dat door Nederlandsche kunstenaars gepresteerd werd, in overzichtelijke lectuur vast te leggen Lang zamerhand zijn dan ook boek- en plaatwerken ver schenen en thans beschikken wij reeds over een vrij uitgebreide verzameling lectuur over dit onderwerp, dat voor het levensgeheimen van zoon buitengewoon belang is. Naast de periodieke uitgaven der vak- en kunste naarsbonden ik noem hier slechts het fraaie tijd schrift „Wendingen", orgaan van het genootschap „Architectura et Amicitiae" hebben de laatste jaren ook verschillende uitgevers de zaak met meer of min der succes aangepakt en nog geregeld verschijnen, naast de talrijke essays en beschouwingen in week- en maandbladen, nieuwe boekwerken, welke een be paald gedeelte van het uitgebreide materiaal behan delen. Den uitgevers W. L. en J. Brusse te Rotterdam komt de eer toe op dit gebied pionierswerk te hebben verricht. Zij hebben n.l. toen een boek of plaatwerk over kunstnijverheid allerminst een behoorlijk afzetge bied' was verzekerd, aangedurfd met dergelijke uit gaven te beginnen. Het resultaat is thans, dat na een tiental jaren in Brusse's fonds de meeste en de beste lectuur op schier elk gebied der toegepaste kunst en der architectuur wordt aangetroffen. Eerst waren het de jaarboeken van de „Ned. Ver. voor Ambachts- en Nijverheidskunst" waarvan Brusse in 1919 de uitgave begon. Jaarboeken die tevens voortreffelijke stalen van moderne boedrukkunst - - steeds, door middel van een groot aantal afbeeldingen, een overzicht geven van de prestaties der tegenwoor» dige kunstnijveren. Bovendien bevatten de jaarboeken dikwijls interessante inleidende beschouwingen van bekende schrijvers en essayisten over eenig onderwerp, dat direct of indirect met de moderne kunst verband houdt. Hoewel deze jaarboeken de voortgang der toe gepaste kunst getrouw weerspiegelen, werd het toch als een gemis gevoeld dat aan elk der onderscheiden kunstvakken slechts een begrensde ruimte kon worden gewijd, terwijl bovendien een samenvattend overzicht van de belangrijke dertig jaren van opbloei ontbreekt. „Opdat in deze leemte zal worden voorzien schreven de uitgevers in 1923 hebben wij besloten zulk een saamvattend' overzicht van de moderne Ne derlandsche toegepaste kunsten in het licht te geven. Wij stelden ons daarbij echter geen lijvig, zwaar boek voor, moeilijk te hanteeren in vlot en veelvuldig ge bruik, en te duur voor verspreiding onder alle ont wikkelden en kunstgevoeligen, belangstellenden en be langhebbenden, wij hebben ons integendeel gedacht een goedkoope serie-uitgave van kleine, handige, keu rig verzorgde, uitnemend geïllustreerde boekjes, mono grafieën over al de verschillende takken der -sier- en nijverheidskunst. Ons plan is een geheel te vormen van 24 nummers, el'ke maand zal een monografie bren gen, zoodat de gansche serie na verloop van twee jaar voltallig zal zijn." In de uitvoering van dit goede plan is nog al ver traging gekomen. Enkele onderwerpen hadden langer voorbereiding noodig dan verwacht was, zoodat van de uitgave, welke in 1923 werd begonnen, thans 19 monografieën zijn verschenen, terwijl de overblijvende 5 onderhanden zijn. Het groot aantal medewerkers heeft deze uitgave ge maakt tot een werkelijk vademecum voor een ieder, die belang stelt in de sier- en nijverheidskunst van zijn tijd. Men vindt in deze handige boekjes beschouwingen TELEFOON 10956 en vooral1 vele mooie afbeeldingen over: „Het Huis en zijn Inrichting", o.a. Het gezellige Binnenhuis: Het moderne Meubel; Behangsel en Bespanningsstoff; Sier kunst op Nederlandsche Passagiersschepen; Muurschil deringen; Plastische Kunst in Huis; enz. Verder onder den titel: „Klein Huisraad en Tooi", o.m. Batik, Be drukte Stof en Klein Lederwerk: Naaldwerk, Kantwerk en H< jidweven; Glas en Kristal; Pottenbakkerskunst. Dan is nog te vermelden een uitnemend werkje over het Tooneeldécor; een over Speelgoed, Marionetten, Maskers en Schimmenspelen. Er staan bovendien nog belangrijke publicaties over grafische kunst en typo grafie op het program. Het zal duidelijk zijn, dat bij zoo'n groote verschei denheid van medewerkers, niet alle boekjes van gelijke waarde kunnen zijn, ware het slechts omdat niet alle schrijvers hun onderwerp gelijk beheerschten. Men vergelijke b.v. de prachtige beschouwingen van Just Havelaar en Karei Wasch, respectievelijk over: Het moderne Meubel en Glas en Kristal met het boekje van Corn, van der Sluys over Machinale Textielkunst. Een boekje dat niet slechts wat den stijl betreft veel minder is, maar bovendien nog aanvechtbare uitspraken in zake het kunsthandwerk geeft. Het is echter aan geen twijfel onderhevig of deze uit gaven zullen beantwoorden aan het gestelde doel. Want het is inderdaad' een verheugend feit, dat er langza merhand meer belangstelling komt voor hetgeen door de levende kunstenaars wordt gepresteerd. Men vergeet het anders nog zoo gauw en zoo gaarne, dat Holland „was": het land van Rembrandt, maar dat Holland thans „is": het land van Mengel berg, Diepenbrock, Kloos, Verwey, Berlage, Roland Holst, Toorop, Torn Prikker en zoovele andere knappe kunstenaren, die der gemeenschap weer datgene hebben gegeven, wat haar gedurende meer dan honderd jaar onthouden werd, n.l.: een waarlijk grootsche en ver heven kunst, die als in een groot verlangen uit het volk zelf geboren werd. Het is vooral van dezen cultureelen opbloei, dat de uitgaven der firma Brusse een vrijwel in alle opzich ten voortreffelijk beeld geven. A. VAN DER BOOM. Groeiend verzet tegen annexatieplannen Moet men de persberichten van de laatste paar we ken gelooven nopens de Haarlemsche grenswijzigings plannen o.m. in de „Telegraaf" etc. en behoeft men die berichten niet als tendentieus en opgesmukt tot geloofwaardig schijnende mededeelingen te be schouwen, dan is de hoop, door velen gewekt, dat minister Kan zich zou toeleggen op het tot stand bren gen van een belangengemeenschap tusschen Haarlem en de ringgemeenten, ongegrond. De hangende grens wijzigingsplannen zijn daardoor weer actueel geworden en vragen de volle belangstelling van alle daarbij be trokken gemeentebesturen. Zoo oppervlakkig be schouwd behoeft het gemeentebestuur van Bloemen daal zich niet bijzonder ongerust te maken, en is de kans op slechts een kleine amputatie van Bloemen- daal's grondgebied groot. Maar iedere amputatie wordt door ons gemeentebestuur overbodig en aller minst noodzakelijk geacht. Het verzet tegen de voor genomen grondroof blijft daarom ten volle gehand haafd. En het is zeer de vraag of Bloemendaal, on danks de voor deze gemeente niet bepaald noodlottige grenswijzigingsplannen, waardoor een klein stuk grond moet worden afgestaan aan Haarlem, niet mèt Heem stede etc. ernstig moet blijven protesteeren tegen het hangende plan. Niet uitsluitend om d i t plan te kunnen keeren, maar méér nog wellicht voor de nabije toe komst. Stel dat aan Haarlem zou worden toegewezen het grondgebied, zooals het huidige wetsontwerp dc grenzen wil regelen. Is het dan denkbeeldig, dat het gemeentebestuur der Spaarnestad binnen enkele jaren, misschien een 10-tal hoogstens, andermaal de grijp armen zal trachten verder uit te strekken, wellustig als het blijven zal naar Bloemendaal's dreven. Wie meenen mocht, dat er rust zal komen als Haarlem in het pakje gestoken wordt van de voorgenomen nieuwe grens, vergist zich lichtelijk. De toekomst wijst inder daad op een belangenbotsen tusschen de hoofdstad des lands en Haarfem, wanneer het eerlang gelukken zou aan Amsterdam om Halfweg, als buffer tusschen de beide genoemde gemeenten, op te. ruimen. Haarlem zal ook daarom, behalve om financieele redenen, immer het oog gericht houden op Bloemendaal, omdat de machtsfactor in de toekomst beslissend kan zijn voor eigen zelfstandigheid van Haarlem. Een zekere vrees heeft ae besturen van verschillen de kleinere- en kleine gemeenten bevangen, daar de mogelijkheid van eerlang door de een of andere groote gemeente -te worden opgeslokt in eiken vorm, grijn zend oprijst. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben onlangs een vaste commissie ingesteld nopens de door Amsterdam gewenschte „gewestelijke uitbrei dingsplannen", d.w.z. grensuitbreiding op groote schaal. Men weet, dat Amsterdam, behalve in Westelijke richting voortdurend, ook reeds lang zeer begeerig het oog heeft laten vallen op een groot deel van het Gooi. Burgemeesters van onbetwistbare plattelandsgemeen ten als Landsmeer (de bakermat der eendenfokkerij, door de bijzondere eigenschappen daarvoor van die gemeente watergebieden Nieuwer-Amstel, Haarlemmermeer en andere rondom Amsterdam lig gende gemeenten, hebben bij het College van Gewes telijk bestuur bezwaren ingediend tegen de samenstel ling van genoemde commissie. Het aantal vaste (Staten) leden wordt n.l. uitgebreid met bijzondere leden, t.w, twee Amsterdamsche wethouders en een oud-directeur van publieke werken van een andere plaats. Bedoelde gemeentebesturen vreezen, dat aan Am sterdam en Haarlem een te groote invloed wordt toe gekend bij de beoordeeling der genoemde commissie Zondag-Namiddag- en -Avond-Concert

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Bloemendaal's Editie | 1926 | | pagina 1