■NEDWttPRHE RIST ^flo Dah ia =ishe,adres voor=i ijUG Ud I ld Artistiek Bloemwerk 1 Kenzen's Rijwielhandel „DE DAHLIA", WBEUNDER, JffiKJSSS 1 RAADSOVERZICHT PLAATSELIJK NIEUWS Bloemendaal ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR BLOEMENDAAL, OVERVEEN, AERDENHOUT, BENTVELD EN VOGELENZANG. UITGEVER: G. EIKELENBOOM IN VEREENIGING MET DE Hotel Duin en Daal BUREAU VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE: BLOEMENDAALSCHEWEG 42 TELEFOON 22324 ABONNEMENTSPRIJS: VOOR EEN HALF JAAR 1.50 Het is voor een wielrijder(ster) Verbindinsweg - Bloemendaal „WAARHEID". Venn. „All Risks" Rechtsk.-Adviseur G. LOKERSE KjESESE3EESE3S0E3EEgBE3E3EE8mE3ES&EBfflBE3EBBEEB E3SB3EaaE3%aE3EaE3BSEaBaBE3SaBaEE3^BE3E3EBaBE3B G. J. Gude - Cuisinier A. H. van der Steur Jr. Weggeld voor Autobussen. f Eerste Jaargang ZATERDAG 26 JUNI 1926. Dit blad verschijnt minstens éénmaal per week. BLOENENIML'S EDITIE ADVERTENTIEPRIJZEN: Per regel ƒ0.15. Bij afname van 500 regels: 0.12'/2 per regel; 1000 regels: 0.10 per regel; 2000 regels: 0.09 per regel; 5000 regels 0,07'/2 per regel. Kleine Advertenties, t.w. ^jCoop en Verkoop, Huur en Verhuur, Vraag en Aanbod, etc.: 0.50 per Advertentie van hoogstens 10 regels, mits bij vooruitbetaling. van overwegend belang om bij het aanschaffen van een nieuw rijwiel, te letten' op het merk dat men koopt. Goede merken zijn B.S. A.-, Osmond en Vcrika-Rijwielen, ze loopen licht, worden gegarandeerd en billijk geleverd door: DE WATERLELIE. Van binnen uit, ontplooit ze haar schoon De wonderblanke leliekroon. Natuur gaf haar 'n grooten schat, Die diep in 't hart verborgen zat; Nu heeft ze haar schoonheid wijd gespreid In ongekende zaligheid. Zij geeft al' schatten die zij won O! dat de raensch zóó geven kon, Z'n innigst innerlijke goed; Z'n liefdeschat, z'n hartebloed! Dan laat ons zwijgen, luist'ren stil; Naar wat Natuur ons zeggen wil. C. M. B. B. (Ingezonden.) De „Waarheid'' is! En Zij staat als de „eenzame", want buiten Haar is de on-waarheid, of de niet-waarheid, Haar afwezigheid. Want er is één grondslag, één basis, één fundament, één groot princiep of levenbe ginsel. En deze „Waarheid", Zij rijst hoog op boven de wereld en z'n menschengewriemel, als de machtige Cathedraal eener staat. En ontelbaar velen rennen haar voorbij, zonder Haar te zien, de hoofden diep ge bogen naar de aarde. En daar' zijn er ook, die even opkijken en dan ontwaren de massale grove basis, een heel klein stukje van de Cathedraal in reuzen vorm, het begin van den steeds fijner en schooner wordenden bovenbouw. En maar enkelen, die stil blijven staan en rustig opwaarts blikken en meer zien van Haar schoonheid. Doch Haar geheel is zelfs voor die enkelen niet te omvatten, want het opperste, het is te hoog, te fijn, te subtiel voor het stoffelijk oog. Daar zijn de „stofdienaars". Niet slechts zij die jakkeren en zwoegen om den broode, voortgezweept door den hon ger of uit eigen zucht naar stoffelijk geluk; doch ook de zwijmelaars in der aarde vetheid. En allen hebben zij geen verlangen naar de „Waarheid". En als zij verlangen dan is het niet de „Waarheid", doch voedsel om de holle en knagende maag te vullen; geld om 't op te stapelen; intenser, fijner stoffelijk genot in spijze, drank, kleeding, vermaak en wat dies meer zij. Zij zijn het die de „Waarheid" voorbij sneven. O, zij weten wel van Haar bestaan, maar zij hebben geen tijd om naar Haar op te blikken, vervult als zij zijn van de „stof", die al hun aandacht in beslag neemt. Allen zien nederwaarts, doch dezen buigen zich doordat de stof hen drukt, genen doordat de stof hen trekt. Daar zijn de „tragen". Zij die gemakshalve slechts aannemen wat anderen zeggen te weten van de „Waar heid". En een blind geloof in die anderen doet hen hun gevoel en rede, de middelen waardoor we de „Waarheid" kunnen be wust worden, op non-activiteit stellen. Daar zijn de „zoekers". En voor hen geldt 't woord: „Zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal opengedaan worden!" En met hun voelsprieten: gevoel en rede vooruit, treden zij langzaam voorwaarts, de „Waarheid" tegemoet. Daar zijn de „weters". En zij zijn de zoekers geweest. En de „Waarheid" is hen geopenbaard geworden, als een Licht dat langzaam breekt door de duisternis. En zij zijn weinigen in getal. Doch hun weten is eigenlijk nog maar een aan schouwen, want het innerlijke 'wezen der „Waarheid", ként slechts de „Waarheid" zelve: en voor zooverre de „Waarheid" gaat Telefoon 15442 •lansstraat 65 - - Haarlem v.h. Chef blf wijlen Mis F. Willekes Macdonald Incasso van achterstallige, dubleuse en kwestieuss vorderingen, Informatlën en Recherches «p leder gebied. Behandeling van alle Rechtszaken. Huur-, Erfenis-, Fallli8ement- en Belastingzaken. Opmaken van alle Aoten en Requesten. Billijke Tarieven. pij 0n§ werk werd op de Intern. Tentoonstelling met de hoogste prijs bekroond leven in hen, voor zooverre de „Waarheid" één wordt met hen, of, anders gezegd: voor zooverre zij zelf: „Waarheidworden, zullen zij ook doel hebben aan - bewust worden van Haar diepere Wezen. De „Waarheid" is! Waar is zij? Niet hier en niet daar. Niet in een huis, noch in een boek. Niet bij een zekere mensch of menschengroep. Ook is de „Waarheid" niet uitsluitend en alleen in een zekeren tijd, lang geleden ge geven aan een zeker aantal uitverkorenen, als een louter geschenk, en hebben zij Haar opgeteekend op vergankelijke bladen en heb ben wij -dit te beschouwen als het bezit der „Waarheid". De „Waarheid" is in ons. In ons allen, in u en in mij, is de „Waar heid"! Niet buiten ons is Zij. Zij is in al 't ge schapene, in alle ding en in alle wezen. Zij is in 't mineraal en in de plant: in 't dier en in de mensch. Zoowel in 't grofste gesteente als in de schitterendste diamant, zoowel in de grashalm als in de roos; zoowel in de vloo als in de walvisch; zoowel in de wilde als in de hoogstontwikkelde onzer. En al die levenstrappen zijn een steeds hoogere uitdrukking, manifestatie of schep ping der „Waarheid". En met die steeds voortgaande hoogere uitdrukking gaat dit paralel, dat het geopen baarde steeds meer één wordt met het zich openbarende. Er is een meer en meer neigen tot elkaar, zooals twee vlammen eindelijk worden tot één groote vlam. Eerst is daar een kloof, doch die kloof wordt minder, al minder. Eerst is daar de tegenstelling, de tegenstelling tusschen de „Waarheid" en de niet-waarheid. En het is als bij den beeld houwer. Eerst is daar het ruwe, vormlooze marmer, dat niet is de gedachte, de idee van den kunstenaar, doch daaraan tegengesteld, de „afwezigheid" van die ideé. Er is een kloof, een afstand tussschen dat marmerblok en de gedachte des kunstenaars. Doch allengs wordt die afstand minder. De gedachte en het steeds duidelijker uitgedrukte beeld dier gedachte naderen elkaar en zijn straks één. Alzoo ook bij de „Waarheid". Er is altijd een begin vanaf beneden. Een boom begint bij de wortels. Een bouwmeester bouwt z'n huis om anderen op. De open baring der „Waarheid" is eerst in de grove materie. En hierin is de tegenstelling tusschen stof en geest, want de „Waarheid" is „Ge dachte", is „Geestelijk'. Doch die tegenstel ling wordt minder en de eenheid grooter. En wat bij het wordende b'eeld van den beeld houwer niet geschiedt, dat geschiedt hier. Het wordende beeld der „Waarheid" wordt zich thans bewust van de „Waarheid", waardoor die eenheid een bewuste eenheid wordt. En dit groote doel is weggelegd voor den mensch. Op zijn trap van ontwikkeling kan slechts die eenheid geboren worden. Doch op één groote voorwaarde. En deze is dat hij mede werkt, of beter gezegd: niet tegenwerkt. En hiervoor is noodig, dat hij van zich doet, alle aanneming van z.g. waarheid buiten zich. Want voor die eenwording met de „Waar heid" is het noodig, dat hij er voor bewust wordt. Hij moet de „Waarheid" gevoelen, innerlijk er mede in contact komen. Aange nomen „waarheid"; „waarheid" naast en buiten hem; „waarheid" die indruist tegen gevoel en rede en nochtans wordt geaccep teerd, is voor hem niet de „Waarheid",kan het dit niet zijn, nooit en nimmer: ze laat Kern koud: laat z'n innerlijk wezen onaange roerd: heeft geen grein waarde voor hem. De „Waarheid" moet in hem geboren worden. Daarom moet hij die de „Waarheid" wil leeren kennen, zijn gevoel en zijn rede rein houden; zuiver en schoon als de glazen eener bril, opdat hij eenmaal de „Waarheid" klaar en onbeneveld moge aanschouwen. Want gevoel en rede zijn de twee groote factoren waardoor de „Waarheid" zich aan ons open baart. En dat hij vóór alles erkenne dat de „Waarheid" in ons is. ,.Het Koninkrijk der Hemelen, het geeste lijk Domein der „Waarheid"' is binnen in Ulieden!" M. Vergadering van Donderdag 17 Juni. De heer Van Kessel bedoelde het goed, toen hij bij de behandeling van punt 2 voorstelde, zooveel moge lijk punten in de instructies voor de hoofdopzichters en administrateurs vast te leggen, opdat zij precies weten, waaraan zij toe zouden zijn, doch de Voorzitter was toch zoo verstandig dezen goed bedoelden aandrang te bestrijden, daar nu eenmaal niet alles is vast te leggen. Hoe meer instructies, hoe meer controle, hoe meer ambtenaren. Bovendien heeft men door precies alles vast te leggen, meer kans, dat iets meer wordt gedaan dan in de instructies is aangegeven. Terecht merkte de Voorzitter op, dat men van de instructies wel een roman kan maken, waarin iedere stap wordt bepaald en waarin desnoods ook nog de weg wordt aangegeven, dien een eventueel minnend ambtenaar ('t kan voorkomen!) des avonds heeft af te leggen. De heer Van Kessel kreeg geen ondersteuning van de zijde des Raads, zoodat alles bleef zooals het in het ontwerp stond vermeld. De tijd zal wel leeren, dat de Commissie van Bijstand voor de Bedrijven, daarin bijgestaan door Burgemeester en Wethouders, of om gekeerd, wel kans zullen zien, de ambtenaren naar hun hand te zetten en geen ambtenaar zal er aan denken, zijn positie in de waagschaal te stellen of een wenk van zijn superieuren niet ter harte te nemen, ook al staat daarvan in de tosiructa&v^tóüi»vermeid. De Commissie van Bijstand voor het Waterleiding bedrijf wil den waterprijs verlaagd zien met 5 ets. per kub. Meter. De Wethouder van Publieke Werken wil dat niet. Dies is er verschil van meening. En waar verschil van meening is, moet dit door praten of op andere wijze worden bijgelegd, of moet de wil van de meerderheid overheerschen. Nu toont de balans van het laatste boekjaar aan, dat de prijs van het water wel iets kan worden ver laagd. Ook de heer Laan kan dat niet ontkennen, doch, zegt hij, zoo'n balans is nu wel heel prachtig, maar daarbij moet men altijd de noodige reserve in acht nemen. Niet alleen dat „toeval" voor zoo'n bedrijf 'n groote^rol speelt, doch er zijn posten die nader bestu deerd dienen te worden, 't Was niet onaardig, dit van den heer Laan te hooren. Als de heer Hogenbirk zooiets zegt over de begrooting der wegen in eigen beheer, dringt dezelfde heer Laan opMaar nu was h ij in de oppositie. De gemeente, zeide hij b.v. is een heel groote afneeinster, door de wegen- en plantsoenen- besproeiing in den zomer, terwijl zij daarvoor een prijs mag betalen, waarbij het 't heele Dagelijksch Bestuur groen en geel voor de oogen wordt. Daarbij mag de gemeente voor een werkman van genoemd bedrijf, indien zij er zoo een eens noodig heeft, 1.10 per uur betalen, mijne heeren. En wat krijgt omgekeerd de gemeente voor al de buizen, die door de geheele gemeente verspreid liggen? Geen centiem, mijne heeren! Zooals uit de woorden van den wethouder op te maken is, is hij niet zoo bijster tevreden over het Waterleidingbedrijf; zeker niet zoo tevreden als de Commissie van Bijstand dit wel zou wenschen. En eerlijk gezegd, we kunnen ons dit best voorstellen. Dat de gemeente een hooger prijs voor het water moet betalen, terwijl zij de grootste afneemster is, is niet geheel zuiver. Tenzij de gemeente ook voor het bergen der buizen een behoorlijken prijs mag bere kenen. Nu dit echter nog niet het geval is, dient toch eerst het scheeve te worden rechtgezet, alvorens tot verlaging van den waterprijs kan worden overgegaan. Op die wijze is de kunst om winst te maken, niet zoo bijster groot, en al gaat, om met den wethouder te spreken, alles van het napje in het bakje, er zal toch eens gepraat moeten worden. Wethouder v. Nederhasselt, die een zekeren aanleg heeft voor het vinden van schoone oplossingen, stelde daarom voor, te doen wat de heer Laan wenschte, n.l. uitstel van behandeling en inmiddels met elkaar eens 'n avondje van gedachten wisselen. Aldus werd besloten. Indien bij den gemeentelijken rechtskundigen adviseur tijd geld is, kan de gemeente er van verzekerd zijn, dat het advies, dat nog slechts moet worden verstrekt over de Zijlweg-aangelegenheid, in de papieren zal loopen. In de vergadering van 1 December, waarin de be grooting werd behandeld, kwam deze kwestie al ter sprake. Ik lees daarover het volgende in het Raads- verslag: „De heer Laan belooft dat spoedig advies van Mr. Van Stirum zal worden gevraagd, in hoeverre Uitzending van Diners aan huis Jordenstraat 74 - Haarlem - Telef. 13132 Prijscourant wordt op aanvrage toegezonden wij de trammaatschappij kunnen verplichten tot betaling der door de gemeente te maken kosten. De liter Van Stirum is er aan bezig en het kan spoedig tegemoet worden gezien. Besloten wordt den Zijlweg nog even te laten rusten, totdat men weet, hoever men kan gaan." Nu schrijven we half Juni en worden de Raadsleden nog teleurgesteld met de mededeeling, dat het advies er nog niet is. Weliswaar deelde de Voorzitter mede, dat in de besloten vergadering iets over die kwestie kan worde» medegedeeld, doch daarmede is het advies er nog niet en weet het publiek, inzonderheid de bewoners van den Zijlweg en omliggende straten, nog niet wanneer aan den minder gunstigen toestand van den Zijlweg een einde zal worden gemaakt. Al is Bloemendaal een bijzondere gemeente, toch heeft zij als iedere gemeente haar zorg met de werk- loozen. Nu is die zorg hier een heel bijzondere, daar de losse arbeiders zich niet meer als werkeloos beschou wen, doch als arbeiders die formeel niet in vasten dienst zijn doch toch prompt elke week op een salaris van 31.kunnen rekenen. En nu in het bloembollen- bedrijf de loonen lager zijn, we hoorden spreken van 25 a 26 gulden, is het voor ons allen begrijpelijk, dat door deze losse of vaste (hoe is het ook weer?) arbei ders niet zoo heel hard werd gesolliciteerd naar de be trekking van bloemistknecht. Aan dit spelletje is thans echter op het' onverwachtst een eind gekomen, doordat de gemeente-architect heeft medegedeeld, dat de centen op zijn. Die mededeeling werd weliswaar met de noodige reserve ontvangen, immers in onze gemeente wordt zoo veel gesproken over een „reservepotje", maar men vond bovendien de woorden „de centen op" een minder aebruikelijken vorm om zich uit te drukken. Dus kwam deze kwestie terecht bij de Commissie voor Sociale Belangen. Vermoedelijk na veel wikken en wegen kwam men tot het besluit, aan het Dagelijksch Bestuur voor te stellen, aan den begrootingspost onderhoud wegen een bedrag van pl.m. twintig duizend gulden toe te voegen en dan nog enkele wegen te laten verbeteren, welke daarvoor in aanmerking kwamen, om zoo de menschen aan het werk te kunnen houden. Dit voorstel meende men te kunnen verdedigen op grond van het feit, dat (buiten medeweten van den Raad) uit genoemden be grootingspost een stoomwals en een mengmachine zijn aangekocht. Waar deze machines 10 jaar of langer mee gaan, leek het de Commissie billijk, dat de betaling ook over zooveel jaren zou loopen. Het Dagelijksch Bestuur wilde hiervan niets weten en deed den Raad geen voorstel te dezer zake. De Commissie v. Sociale Belangen nam met deze houding geen genoegen en betreurde het, bij monde van den heer Van Kessel, dat de centen opgemaakt zijn door aankoop van die twee machines, waardoor de arbeiders de dupe zijn of worden. De Wethouder van Publieke Werken nam nu op zijn beurt ook weer geen genoegen met die mededeeling en riep: „Het geld op? Mijne heeren, er is nog geld zat en we zullen geen cent te kort komen. De wegen, welke dit jaar aan de beurt waren en bij de begrooting zijn aan gewezen, worden alle verbeterd. We moeten echter geen malle dingen gaan uithalen, want dan komen we er niet. De wegen zijn of worden klaar gemaakt, bo vendien zijn de beide machines betaald, wat wil men nog meer?" Toegegeven dient te worden dat de wethouder sterk staat. In de vergadering van Donderdag 21 Januari werd het volgende ontwerp door den Raad aange nomen: „le. steun aan werkloozen, in den vorm. van werk verschaffing, zal slechts verleend worden in het tijdvak van 1 October tot en met 31 Maart, met dien verstande, dat om de week werk verschaft zal worden; 2e, het loon der werkloozen zal blijven voor ge huwden 26.en voor ongehuwden ƒ18. per werkweek bij de werkverschaffing; 3e. het totaal gezinskomen zal niet meer dan 32.- per week mogen bedragen om voor tewerkstelling in aanmerking te komen; 4e. de Commissie voor Sociale Belangen is be voegd om in bijzondere gevallen van het sub 2 en 3 bepaalde af te wijken; 5. het loon, dat in de zes wintermaanden aan werkloozen wordt betaald, komt ten laste van den post „werkverschaffing 6e. indien de gemeente voor 't verrichten van werkzaamheden aan wegen, plantsoenen enz. in de zomermaanden losse werkkrachten noo dig heeft, worden deze zooveel mogelijk ge- recruteerd uit de ingezetenen van Bloemendaal en wordt hun een loon toegekend naar arbeids prestatie, zulks ter beoordeeling van den ge meente-architect. De hiervoor benoodigde gel den komen ten laste van de posten der be- SW Kleverparkwcg 154 '60 Tegenover de Middelbaar Technische School lstc klas Heeren- en Dameskleermakerij Opgericht 1903 - Telefoon 10303 Heeft steeds het nieuwste in stoffen en modellen Stalen op aanvraag grooting, die voor de betrekkelijke dienst vakken zijn uitgetrokken." Alleen dus indien de gemeente losse arbeiders noodig heeft, zullen deze te werk worden gesteld, doch waar de wegen welke zijn aangewezen worden verbeterd zonder dat nog langer gebruik behoeft te worden ge maakt van de hulp van losse arbeiders, is het van den heer Laan alleszins begrijpelijk, dat hij zich ontdoet van deze losse krrachten. Het is ten slotte een eerekwestie, dat de begrootings post niet overschreden wordt. De heer Hogenbirk was de krachtige steun van den heer Laan en verzette er zich met hand en tand tegen, dat nog langer op den ingeslagen weg zou worden voortgegaan. De heer Laan stelde ten slotte voor om de men schen toch nog te helpen door een bedrag van 10.000 beschikbaar te stellen en daaruit de te maken onkosten te bestrijden. De werkeloozen zullen dan wederom als in den winter om de 14 dagen te werk worden gesteld tegen een belooning van 26. In dien geest werd besloten. Inderdaad is dit misschien ook wel de beste oplos sing. Nu we eenmaal zoo ver zijn, dat de werkeloozen als losse arbeiders zijn te werk gesteld, dient er iets te worden gedaan nu op het onverwachtst ontslag wordt aangezegd, 't Is wel niet in den geest van het besluit, dat in de Raadszitting van 21 Januari werd vastgesteld, doch daar maar overheen gestapt. Het besluit om toch maar weer te helpen werd met alge- meene stemmen aangenomen. Het kan misschien voor het volgende jaar een goede les zijn. Ten slotte kunnen we nog mededeelen, dat de heer De Waal Malefijt een lans gebroken heeft voor stop zetting van de afgraving der tot pleizierterreinen ge worden duinen van de Ned. Isr. Gemeente te Amster- Hem werd opgedragen, in welke hoedanigheid, is ons niet duidelijk, aan bovengenoemde gemeente te ver zoeken, de afgraving stop te zetten. OPMERKER. BLOEMENDAAL. De Staten-Generaal zal binnen enkele maanden te behandelen krijgen het ontwerp-wet der Regeering, tot het- invoeren van een wegenbelasting. Uit hetgeen be kend is geworden over en uit dat Wetsontwerp, be oogt de Regeering, uit de opbrengst dezer inderdaad niet malsche belasting, een wegenfonds te vormen, om daaruit mede de hooge kosten voor aanleg en ver betering van Rijkswegen te kunnen bekostigen. De Regeering plaatst zich op het standpunt, dat het moto risch verkeer, n.l. dat van autobussen, vrachtauto's, tractor's etc. verbetering in aanleg en beharding van schier alle wegen noodzakelijk maakt. Deze meening is stellig niet aanvechtbaar! Het spaarpotje, dat de Regeering uit de nieuwe be lasting denkt te maken, zal schat men dik genoeg worden, om daaruit ook een gedeelte te geven aan de besturen der Provinciën voor wegen, welke in onderhoud zijn bij die lichamen. Of de gemeenten ook uit dat potje zullen mogen meedeelen, schijnt nog niet zoo zeker te zijn. Men zal er goed aan doen, maar niet op veel te rekenen! Als eerst de Rijks-Water staat voor de zeer hooge kosten van Rijkswegen zijn breede hand komt ophouden; als daarna de besturen der elf Provinciën hetzelfde doen, wat zal er dan voor de vele gemeenten overblijven? En toch hebben schier alle gemeenten groote uitgaven voor aanleg, onder houd en verbetering van straten en wegen. Waar komt tegenwoordig niet de auto en de vrachtauto? En overal, waar - vooral de laatste op den weg komt, daar dringt tegelijk de eisch tot verbetering yan straten en wegen, niet het minst door de noodzake lijkheid van andere behardingsstoffen, breederen aan leg etc. Als die gemeenten nu straks stiefmoederlijk van Vader Staat een bagatel uit het Wegenfonds of mischien in het geheel niets krijgen, uit welke middelen moeten de steeds grooter wordende uitgaven der gemeenten voor wegenbouw en onderhoud dan worden bestreden? Enkele gemeenten in de Zaanstreek en ook elders in het land voerden of bestendigen met meer hardnekkigheid dan ooit te voren hier en daar een soort wegenbelasting in; sommigen speciaal voor autobussen. Er gaat een storm van verontwaar diging door het land over deze ongehoorde achter lijkheid en Hollandsche benepenheid. Deels om de hooge kosten, die het gebruik van auto's speciaal buitengewoon duur gaan maken en deels ook, omdat Zondag-Namiddag- en -Avond-Concert

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Bloemendaal's Editie | 1926 | | pagina 1