Artistiek Bloemwerk^
Kenzen's Rijwielhandel
m
„DE DAHLIA", W. BEUNDER, 1
Nogmaals de grensregeling.
PLAATSELIJK NIEUWS
Bloemendaal
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR BLOEMENDAAL, OVERVEEN, AERDENHOUT,
BENTVELD EN VOGELENZANG.
is het adres voor
EEESEESEEEESESSBSEEESEESSSSEEEEE
Hotel Duin en Daa!
Het is voor een wielrijder(ster)
Verbindingsweg - Bloemendaal
ODE AAN DE JEUGD.
Het gebed van den
Wetende.
Venn. „All Risks"
Rechtsk.-Adviseur G. LOKERSE
EE3EE3EBE3EEEEEEmEaE3EBEBEEEBEE3E3EBE3eEEEBEBE
EB
EB
EB
EB
EB
E
A. H. van der Steur Jr.
G. J. Gude - Cuisinier
Eerste Jaargang
ZATERDAG 10 JULI 1926.
Dit blad verschijnt minstens éénmaal per week.
No. 44
BLOEM EN DWS EDITIE
van overwegend belang om bij het
aanschaffen van een nieuw rijwiel, te
letten op het merk dat men koopt.
Goede merken zijn B.S.A.-, Osmond
en Verika-Rijwielen, ze loopen licht,
worden gegarandeerd en billijk geleverd
door:
Eens, in het milde licht,
Eens, in de middagzon,
Toen ik als kind alleen
Zacht en verzaad
Als een bloem aan het venster hing,
Vulde de zon mijn ziel
En zag ik de schoonheid aan
En was ik wijs en goed
En wist ik wat zalig was.
O! nooit nooit zag ik haar weer
Met zoo diepe deugd,
Zoo dicht..aan mijn hart nabij,
Als in die verre jeugd -
Nooit meer als gij!
C. S. Adema v. Scheltema.
(Uit „Zingende Stemmen".)
In het godsdienstig leven der menschh^id
Friedrich Heiier toonde het aan in eene
omvangrijke monografie bekleedt'het ge
bed een centrale plaats, het is de maatstaf
en waardemeter der religie, gelijk het Gods
begrip in de zoogenaamde*Leer aangaande
God" als het culminatiepunt van de wijsheid
der philisofische stelsels mag worden be
schouwd.
Maar evenzeer als men bij de menschen.
een laag Godsbegrip kan aantreffen, vindt
men ook lage opvattingen van het gebed in
overvloed.
Als ziellooze plichtpleging en. dood for
malisme, voorgeschreven door kerk of zede,
heeft het met religie in den hoogeren zin
van het woord niets te maken; moge het dan
al zaak van geestelijken wezen, eene geeste
lijke zaak wordt het daarmede nog niet. Eene
achteloosheid in de conversatie als men niet
licht tegen eenig medemensch zou wagen,
kan er, naar het schijnt, wel mee door waar
het „Onzen Lieven Heer" betreft.
Het werktuigelijk bidden, in den zin van
gedachteloos en gevoelloos aaneenrijgen van
dierbare klanken, dat Ceyloneesche Boed
dhisten zich door kunstige gebedsmolentjes
weten te vergemakkelijken, ware met de
hulpmiddelen van den modernen tijd nog
beter door eene grammofoon te bewerkstel
ligen, als deze door een of ander vernuftig
mechaniek gestadig bleef doorloopen.
Iets beter is dan al het bidden, dat vol
gens eene bekende spreekwijze door Nood
wordt geleerd, in zoover daarin althans ziel
steekt.
Met dit verschijnsel staan wij bij de voor
sprongen van de religie in het algemeen;
want Hume heeft geen ongelijk gehad met
de bewering; dat de mensch oorspronkelijk
niet door belangeloozen drang naar waar
heid tot den godsdienst is geleid, doch door
zelfzuchtiger .beweegredenen. Ware hem
alles naar wensch gegaan, dan zou de ge
dachte aan iets hoogers niet licht bij hem
zijn opgekomen. Nu hij zich echter tegen
over Natuur als tegenover iets vreemds
machteloos gevoelde, projecteerde hij zich-
zelven in haar, uit zucht tot zelfbehoud. Hare
machten werden toegankelijk voor mensche-
lijke invloeden, wanneer zij persoonlijk wer
den gedacht.
Het begin van een godsdienst is egoïsme.
Maar het begin is nergens en nooit het ware,
het volkomene; het ware en volkomene is
juist de overwinning van het egoïsme, het
zich toewijden aan een hooger doel.
Telefoon 15442
•lansstraat 65 - - Haarlem
v.K. Chef bij wijlen Mn. F. Willekes Macdonald
Incasso van achterstallige, dubieuse en kwestieuse
vorderingen. Informatiën en Recherches op ieder gebied.
Behandeling van alle Rechtszaken. Huur-, Erfenis-,
Faillissement- en Belastingzaken. Opmaken van alle Acten
en Requesten. Bi||jjke Tarieven.
De Dahlia
Ons werk werd op de Intern. Tentoonstelling met den hoogsten prijs bekroond G3
Geen gepraat uit sleur, geen geschreeuw
uit angst, geen noodkreet is bidden, het is
spreken tot God: de menschelijke rede
spreekt zich uit in doordachte klanken. Daar
bij is het niet genoeg, dat het gebed ge
meend zij, het moet ook geestelijk van in
houd wezen. Men bidt wel om mooi weer
op zijn uitgaansdag, men bestormt den hemel
met zijne lage wenschen en bedelt om ge
zondheid en de goede gaven der Fortuin en
meent daarbij, op de wijze der tooverpraktijk,
met gevouwen handen de werkelijkheid te
kunnen omzetten, door dat men God omzet,
neigende Diens wil tot eigen wil. Nu moge
het wonder het liefste kind van het geloof
zijn, een geloof, dat natuurlijke wonderen
verlangt is kinderlijk en niet van de beste
soort. Natuur gunt hare zegeningen eerst
aan de zoekers en de werker-s, die zichzelven
vergeten en verloochenen om zich eerbiedig
te verdiepen in haar wezen, hare krachten
en wetten op te sporen en zelfs in het schijn
baar chaotische nog orde en regelmaat te
ontdekken.
Zóó wordt de mensch bekwaam om de
Natuur te beheerschen, haar te keeren tegen
zichzelve, of liever: uit de Natuur den Geest
te doen opstaan, den Logos, die alles door
trekt, in de verborgen Harmonie aan het
licht te brengen, geest van 's Menschen eigen
geest.
Dat is vromer werk dan de dingen te wil
len veranderen door middel van pressie te
oefenen op God.
Dit laatste moge menschelijk zijn, het is
al te menschelijk, laag-menschelijk en bijge
volg, naör hoogeren maatstaf beoordeeld,
goddeloos. Uit den dorst naar waarheid, die
eene vorige „ongeloovige" generatie tot door-
vorsching en beheersching van de Natuur
dreef, spreekt meer geloof dan uit de natuur
verachting, die onnatuurlijk, maar juist daar
om nog niet geestelijk heeten mag.
- Vosmaer kenschetste het beroemde ge
dicht van Multatuli: „het Gebed van den
Onwetende" aldus: „een. afscheidskreet van
het Geloof, waarin de srhart nog niet plaats
gemaakt heeft voor nieuwen vrede uit
hoogere waarheid."
Het vers is een gerechtvaardigde carica^
tuur van het alledaagsche bidden, het ge
bedel om goddelijke gunsten en gaven.
De „ongeloovige" dichter toont te be
seffen, dat onbaatzuchtigheid en belange-
looze toewijding het hoogste zijn, en spreekt
daarmede eene centrale waarheid van de
religie uit.
„Wie 't goede doet
Opdat een God hem loonen zou, maakt juist
daardoor
Het goede tot iets kwaads, tot handel. En
wie boosheid vliedt
Uit vrees voor de ongenade van dien God,
islaf!"
Het herinnert aan Plutarchus mededeeling
over eene vrouw, die met lederen waterzak
en fakkel door Alexandrië's straten ging en
op de vraag, wat zij daarmede voorhad, ant
woordde: met het water wil ik het hellevuur
blusschen en met den fakkel den hemel ver
branden.
Hel en hemel van het volksgeloof zijn im
mers groote hinderpalen voor de vrije vroom-
'heid. De „wetende" is in Multatuli's gedicht
de man van de leer en van' de traditie, zijne
zelfzucht tooiende met het kleed van de
vroomheid. De „onwetende" zal hém voor
gaan in het Koninkrijk Gods. De dichter
heeft geleden aan het onwaarachtige Chris
tendom van zijne omgeving en het is de
angstkreet van een wanhopig gemoed, als
het slot luidt:
„O God, er is geen God!" Maar deze
„irreligieuze uit religie" heeft een voorge
voelenden geest:
„Misschien zijn we eenmaal wijzer!
Eens misschien zien we in, dat Hij er is, dat
Hij ons gadesloeg,
En dat Z n zwijgen oorzaak had en grond.
Welnu
Zoodra wij 't weten, is de tijd van loven
daar".
Hooren wij hier niet de profetie van het
„Gebed van den Wetende", van den waren
wijze, die onbaatzuchtig'jen waarheidlievend
naar Multatuli's hart, zich boven het geeste
lijk niveau van Holland van vóór zestig
jaren verheft?
's Dichters afbrekende kritiek was noodige
en nuttige reactie op de dufheid van het toen
malig godsdienstig leven. Maar Goddank!
heeft het aan wetenden nooit ontbroken in
de geschiedenis; de Gnosis is van alle tijden
en plaatsen, en haar bidden heeft geen ander
object dan alleen God, den Geest der ware
menschelijkheid, die goddelijk is. Waarach
tig bidden is aanbidden. Als wij religie mogen
omschrijven als het besePvan de eenheid van
Eindig en Oneindig, dan is Gebed het'ge-
Kleverparkweg 154 K3
Tegenover de Middelbaar Technische School
lste klas Heeren- en Dameskleermakerij
Opgericht 1903 - Telefoon 10303
Heeft steeds het nieuwste in stoffen en
modellen Stalen op aanvraag
voelen en het weten en het willen van die
eenheid; het acuut-worden van de religie: en
daarom mocht Franz von Baader het na
laten van het gebed de eigenlijke zonde
noemen. Goddeloos is een bidden, door zelf
zucht ingegeven; de zuivere ziel uit eene
bede ook zonder woorden, die de verhooring
onmiddellijk in zich draagt. Want in zulk
gebed komt de goddelijke geest tot zich
zelven. Hij zoekt en vindt zichzelven in ons.
En de mensch, van goddelijken h.uize, maar
door de veelheid der verschijningswereld
verbijsterd, moet tot zichzelven komen om
tot God te komen. Wanneer hij zich bewust
wordt van datgene, wat hij naar zijn aanleg
is, dan is dat zijne vergoddelijking.
Prof. Dr. G. A. v. d. Bergh v. Eysinga.
Uit„De Tempel'
Haarlem' is teleurgesteld. maar aanvaardt het
voorstel van Ged. Staten.
Het woord is thans weer aan den Haag
Krachtige actie tegen het Wetsontwerp blijft g
waarbij Bloemendaal niet langer mag
achterblijven S
eboden,
Wij vjjeezen, dat, wann^y .onverhoopt het huidige
annexatiewetsontwerp eerlang (verwacht kan worden
een beslissing binnen enkele maanden!) tot Wet mocht
worden verheven, èn Bloemendaal's gemeentebestuur,
inclusief de Raad, èn de bevolking van deze gemeente,
wanneer het dus te laat zal zijn, zich zelf zullen
moeten verwijten, dat, in vergelijking met de krachtige
actie der Heemstedenaren, men hier „het water over
Gods akker heeft laten loopen". Terwijl al wat adem
heeft in Heemstede strijdvaardig is niet alleen, maar
inderdaad als een fiere Hollandsche Leeuw de tanden
laat zien; terwijl de Heemstedenaren blijven vechten,
onversaagd, met meer vuur en volharding naarmate
het gevaar nadert, suffen bevolking èn besturen der
overige ringgemeenten van Haarlem voort, ook in
Bloemendaal.
Waarom toch is men hier zoo slap en lamlendig in
het voeren van actie tegen het annexatie Wetsont
werp, terwijl men er even afkeerig van is als, welis
waar meer bedreigde, Heemstede, niettegenstaande
men in vereeniging met die strijd voerende gemeente
zich in goed gezelschap zou bevinden. De Heemste
denaren hebben weer een prachtig geslaagde anti-
annexatievergadering gehouden! Wij brengen die
vurige en volhardende strijders gaarne een eeresaluut!
Bloemendaal meent genoeg gedaan te hebben door
lid te worden van den inmiddels opgerichte Anti-
Annexatiebond in Nederland; het krachtig verweer
tegen den door Haarlem ondernomen aanslag ook
op Bloemendaal's grondgebied laat men alleen en
uitsluitend aan Heemstede over. Is er dan in onze ge
meente niet een van Hardenbröeck en een Vos als
te Heemstede, die de Bloemendalers, mitsgaders ons
gemeentebestuur en vroedschap, eens wakker schud
den en oproepen, aanvoeren tot verweer? Wij hebben
het al eerder geschreven als onze meening en het
blijkt, dat de Heemsteedsche voorvechters de zaak
precies zóó zien dat, de thans'hangende grenswij
ziging, wordt zij doorgevoerd, een nieuwe actie..voor
annexatie van een veel grooter rayon door Haarlem
onmiddellijk tot gevolg zal hebben. Daarom niet het
minst is de slappe houding van ons gemeentebestuur
bij het thans hangende wetsontwerp zoo volkomen
onbegrijpelijk èn onverantwoordelijk. Als men zich
over het kleine annexatieplan niet zoo bijzonder druk
wenscht te maken op zich zelf al niet consequent,
omdat men het standpunt heeft ingenomen, geen stukje
grond aan Haarlem te willen afstaan! waarom sluit
men dan de oogen voor het veel grootere gevaar, dat,
als een draak, dreigend het hoofd opsteekt achter de
nieuwe Haarlemsche grenzen, het gevaar, dat Haarlem
direct een nieuwen aanval zal ondernemen om heel
Bloemendaal, Heemstede etc. op te slokken. Men
denke in onze gemeente niet, dat die komende actie,
van Haarlem denkbeeldig is!
Daarom ook zou het van zoo machtig groot belang
zijn, dat Bloemendaal zich mèt Heemstede krachtig
verweerde tegen de niet te motiveeren machtswellust
van Haarlem's gemeentebestuur en met steeds meer
klem aandrong op het in het leven roepen van wette
lijk geregelde samenwerking tusschen gemeenten.
Minister Kan, men weet het, bleek lang- niet onge
voelig voor dit denkbeeld, maar wellicht is Z. Exc.
bezweken voor het gezeur van Haarlem, „dat de nood
toch zoo schrikkelijk hoog is."
Het Heemsteedsche anti-annexatie-comité beroept
zich terecht op de valsche motieven van Haarlem, om
belasting betalenden uit die gemeente te annexeeren.
Maar 'Stel. dat zelf de meerdere belastingopbrengst
voor de Heemsteedsche, Bloemendaalsche ert wie
weet welke nieuwe Haarlemmers meer zou mee
vallen. Alleen het feit, dat men gaat behooren tot een
groote monstergemeente; de zekerheid voor oogen
hebbende, dat elk wezenlijk gemeentelijk verband, de
natuurlijke saamhoorigheid zal verdwijnen en plaats
maken voor een gevoel van onverschilligheid, omdat
de verhouding van buitenwijken tot het centrum van
zoo'n monstergemeente opvallend stiefmoederlijk zal
zijn, is reden genoeg om zich met hand en tand te
blijven verzetten tegen elke grer^wijziging. Heemstede
heeft reeds meer dón eens en ook nu weer
bereidwillig de hand gereikt althans trachten te
reiken! aan Haarlem om een belangengemeenschap
te vormen, maar daarvan wil Haarlem niets weten,
wordt niet eens aandacht aan geschonken, niettegen
staande die vorm van gemeentelijk-zelfstandig voortbe
staan meer en meer aanhangers gaat krijgen.
En hoe staan de-zaken thans?
Het gemeentebestuur van Haarlem heeft de pers ge
machtigd tot het publiceeren van een communiqué be
treffende het door den gemeenteraad genomen besluit
(in geheime zitting natuurlijk) leven wij nog in den
regententijd? bevattende het antwoord aan Ged.
Staten op hun voorstel nopens een door Haarlem aan
Heemstede te betalen schadeloosstelling.
Haarlem zal in 20 jaar tijds ƒ2.100.000 aan Heem-
s.tede hebben te betalen. En nu is het pikant te lezen
hoe Haarlem als een verliefd meisje met haar ant
woord marchandeert. Evenals een verliefd wezentje
van de schoone sexé :door gebaren en maniertjes de
taal van haar hart vertolkt, dikwijls in strijd met het
geen haar moridje zegt aan den vragenden jongeling,
doet ook Haarlem. „De groote van het bedrag baarde
teleurstelling, maar de nood is zoo hoog gestegen, dat
Haarlem bereid is zelfs dezen last te dragen."
Een geveinsd antwoord, niet open en eerlijk!
Wij zeggen, hebben dat steeds gezegd, al moest
Haarfèm 5.000.000 betalen; al zou het financieel te
onder gaan door de opgenomen last, Haarlem is smoor
verliefd op een groot;er grondgebied. Èn weet men
liefde is blind!
De argumenten voor Haarlem om verruiming van
hare grenzen waren en zijn hoofdzakelijk:
Aanleg van havenwerken! Ieder serieus persoon,
geen of althans een zeer nuchter Haarlemmer
zijnde, zal een spotlach niet kunnen onderdrukken als
men hem zou vertellen, dat Haarlem een miniatuur
zeehaven wenscht te worden. Belachelijk! Men zou
evengoed kunnen zeggen, dat Haarlem den strijd
wenscht aan te binden met Rotterdam als le handels
stad van ons land. Haarlem havenstad? Fantasie, die
kan opkomen in de hoofden vap personen, lijdende aan
machtswellust. Welke heldendaden op het gebied van
krachtig en vooruitstrevend bestuur verrichtte Haarlem
alzoo, dat de bewoners der ringgemeenten belust zou
den zijn geworden om ook onder de hoede van zoo'n
kranig stadsbestuur te worden opgenomen? Haarlem
heeft gebrek aan industrieterrein!
Dat is niet waar! Er is industrieterrein aan Noor-
-der- en Zuider Buiten-Spaarne genoeg, maar toevallig
ligt dat onder andere gemeenten. Zou er aan en langs
die Spaarneoevers meer fabrieksterrein worden be
bouwd, als die terreinen onder Haarlem lagen? Ach
waarom, en hoe is dat te motiveeren?
Het zal voor Haarlem bezwaarlijk zijn aan te
toonen, dat annexatie van anderer grondgebied de
a e>i£>
entMiècriE
dloemebdmi
M7. VOOD
DCCDLCTEB
GBMbSI EIVEe J
\litzending van Diners aan huis
Jordenstraat 74 - Haarlem - Telef. 13132
Prijscourant wordt op aanvrage toegezonden
eenig denkbare oplossing zal zijn. Inderdaad loopen de
bestuurszaken der centrum èn rirïggemeenten in elkan
der en moet er iets gedaan worden ter ontwarring
daarvan en ter bereiking van betere, regelmatiger
functioneering. Juist daarom is het vormen van wette
lijk geregelde samenwerking tusschen het complex van
gemeenten noodzakelijk geboden. Maar daarvoor is
noodig sterken drang te oefenen op Regeering èn
Volksvertegenwoordiging. Wij zijn er nog zoo zeker
niet van, dat Heemstede's actie aan doove mans deur
geklopt zal hebben. Als Min» Kan inderdaad het Wets
ontwerp met de ontworpen schadeloosstelling in de
Kamer brengt kon de Kamer wel eens van andere ^ge
voelens blijk geven.
Daarom is het de plicht van Bloemendaal óók meer
te doen dan tot op het oogenblik. Het krachtige verzet
tegen annexatie zal een even krachtig pleidooi zijn
voor een wettelijk'geregelde belangengemeenschap. De
eenige vorm welke Haarlem, dat zich tot over de
ooren in de schuld gaat wagen, en de ringgemeenten
een bloeiende toekomst kan waarborgen. Thans is het
woord aan Den Haag. Maar Bloemendaal's gemeente
bestuur heeft nog dure plichten te vervullen! Dat men
ze kenne!
BLOEMENDAAL.
De concerten in de muziektent in het
Bloemendaalsche Bosch.
Dat deze concerten zeer in den smaak vallen bij
het publiek is geen wonder, want hetgeen er den
laatsten tijd wordt gepresenteerd is meer dan de
moeite waard. Mocht de H. O. V. zich steeds in een
ruime belangstelling verheugen niet minder andere
vereenigingen die een goed verzorgd programma in
onze muziektent aanboden, werden door -een talrijk
auditorium aandachtig gevolgd. Wij wijzen hier in
zonderheid op onze actieve plaatselijke muziekver-
eeniging „Sursum" die onder de eminente leiding van
haren directeur, den heer J. A. Meng, in den laatsten
tijd getoond heeft zeer veel te kunnen presteer en, (we
schreven er reeds eerder over) en die zich j.l.
Woensdagavond bij het geven van een concert als
bovenbedoeld, wederom mocht verheugen dat de af
werking van haar programma door een groote schare
met belangstelling werd gevolgd.
Het volgende programma werd ten gehoore gebracht.
1. Excelsior, Marsch, W. F. Sprink.
2. La Sirène, Ouverture, Auber.
3. Rose des Alpes, Redowa (piston en bugle), F.
Ercke.
4. Largo, Handel.
fT Le Trouvère, Fantasie, Verdi.
6. Le Volontair, Pas-redoublé, H. Colint.
7. La Ruche, Ouv. Fantastique, A. Tack.
8. RèVeries, Valse de Concert, L. Pamphile.
9. Le Khedive, Fantasia, C. Faust.
10. Finale.'
Op elk nummer volgde een luid applaus. Dank zij
de bekwame leiding der politie werd rumoer en be
weging gedurende het spelen der nummers geheel
onderdrukt? hetgeen zeer veel bijdroeg dat het pro
gramma vlot werd afgewerkt en dat het publiek
ongestoord kon genieten van de schoone muziek.
Door het aanhoudende applaus werd no. 10 van
het programma herhaald, waarna „Sursum" en pu
bliek voldaan huiswaarts toog.
Zaterdagavond worden we wederom verqast op een
mooi concert, hetwelk gegeven zal worden door het
Harmoniecorps „Lourens Janszoon Coster", waarvan
de heer J. A. Meng eveneens directeur is.
Zondag-Namiddagconcert 3~S1/* uur