C. SCHUIJT
J. WINDHORST JS - DROGIST
BON
beter
SPECIALE AANBIEDING
INTEEKENBILJET
GEVONDEN VOORWERPEN
BURGERLIJKE STAND
KERK-AGENDA
OVERHEMDEN
ONGEËVENAARD
IN DROGERIJEN, CHEMICALIËN ENZ.
G. EIKELENBOOM
Het Adres voor
SCHOOLBOEKEN
A. G. POST
III!
Fijnwasscherij Fa. Gez. v. d. Haak
Tuingereedschappen
Tuinslang
ADVERTENTIEN
FRANS ADRIAAN.
Verbindingsweg 6
35? tot m
Hotel „Vreeburg"
- TELEFOON 22I95 lllll
BLOEMENDAAL lllll
LllChé S autotype
Bloemendaal,Tel. 22324
Oude= en Nieuwe
SCHOOLBOEKHANDEL
Verbindingsweg £»TÏ'
g Tuin-en Landbouw- x
Gereedschappen 8
FAII nF f01 ft fi N FGe9arandeerd85%sterk-v°ik°men
WAAROM DURE VERPAKTE?
N.V. DROG. K. VAN EDEN
IJmuider Vischhal J. Kernekamp - Schoten
Wanneer U Uw fijn
linnen en damast
behandeld wenscht te hebben
wordt U onderstaand adres ten
zeerste aanbevolen
Kinderhuisvest 27 - Telefoon 10118
HaarSemsche Ijzerhandel
R. RAUL P. VAN LOOY
Men vraagt zich inderdaad af. Onder meer waarom
er toch geen lijfstraffen meer bestaan en hoe „de auto
riteiten" eeh brandplekjè op hun breeden rug zouden
vinden voor elk verkoold vogellijkje. En of Bonnot
niet een beter mensch was.
Bonnot was een der gevaarlijkste Fransche auto
bandieten. Als hij met politie-agenten vocht tot de
dood er op volgde, volgde altijd de dood van den
agent.
Maar in zijn vrijen tijd kocht hij gevangen vogel
tjes op om die vrij te laten. Dat was zoo zijn ge
noegen.
Onze „autoriteiten" vechten niet met politie
agenten.
Zij verbranden alleen maar vogeltjes.
Die niet gewapend zijn."
Gevonden en terug te bekomen:
Aan het bureau van politie te Overveen: een pakje
lampions, een tabakspijp, een Engelsche sleutel, een
Duitsch gedichtenboekje, een paar gymnastiekschoenen,
een huissleutel, een schepnetje, een badcostuum ex.,
een rokvlinder, een huisleutel, twee koperen gewich
ten (Hektogram) een damestasch met inhoud, (ten
name van M. van Domselaar);
bij C. Hendrikse, Santpoorterstraat 23 te Haarlem,
een rijwielbelastinmerk 1926; Wed. Stals, Zuider-
Tuindorplaan 12'te Overveen, een portemOnnaie met
inhoud; C. Boekman, Riviervischmarkt 11 te Haarlem,
een broche met gele steen; Leuven, café ,,'t Room-
huis" te Overveen, een damesregenmantel; Politiepost
te Aerdenhout, een groen manteltje; M. Clausing,
Duinlustweg 10, te Overveen, een passer; F. .W. Kam
man, Schermerstraat 24rood te Haarlem, een halsket
tinkje; C. Braas, Sparrenlaan la te Aerdenhout, een
rijwielbelastingmerk 1926; J. van Roode, Militairenweg
9b te Overveen, een grijs kinderjasje;' J. Neerman,
Midden-Tuindorplaan 3 te Overveen, een zilveren ket
ting met medaillon; W. Halderman, Damstraat lOrood
te Haarlem, een kist nieuwe aardappelen; Vogel, Zijl-
weg 70, te Overveen, een zak tulpen; Seders, Zand-
voortschelaan 205, te Zandvoort, een halskettinkje met
hanger; C. van Oldenmark, Eikenlaan 24 te Schoten,
een grijze jongensjas, Politiepost Noordzeestrand, een
damestasch met inhoud, een stroohoed, twee huissleu
tels, een matrozenpet, een beursje.met inhoud, een bin-
nenbal van een voetbal, een gleufhoed, een kinder-
taschje met inhoud; J. Snuverink, Kinheimweg 19, een
rijwielbelastingmerk 1926, Molenaar, fruitkar eindpunt
Zeeweg, een rijwielbelastingmerk 1926; Bakhuijs,
„Bato", Zeeweg, een kinderbeursje met inhoud; T.
Hubers, Holsteijnstraat 21zw. te Haarlem, een motor
kap (hoofddeksel), Van Beusekom, hotel „Zomer-
zorg" te Bloemendaal, een bruine damesmantel; Over-
akker, Bloemendaalscheweg 149, te Bloemendaal, een
'keeshondje (penning 2480 Haarlem); A. Stokking,
Rijperweg 2, te Bloemendaal, een vulpen; H. Cassee,
Kinheimweg 41 te Bloemendaal, een zakmes; Kruithof,
Molensteeg 14rood te Haarlem, een hond (spaniel);
Schipper, Bosch en Duinlaan le, te Bloemendaal, een
blauwe postduif; Mevrouw Thijssen, Potgieterweg 17,
te Bloemendaal, een groote groene trommel.
Bevallen:
A. van der Putten—Persoon, z.
C. J. de Beer—Sikkens, d.
D. N. Verwey—de Goeyen, z.
G. Mudde—Jasperse, d.
W. J. Landeweerde Jong, z.
Ondertrouwd:
E. Th. Dijkman en A. A. M. Kuenen.
J. Kaandorp en M. G. E. Diemei.
Getrouwd:
J. H. J. Niemeyer en L. Rietman.
J. A. Visser en G. Ch. H. Dankmeyer.
Overleden:
Th. J. Wynoldy Daniels, 66 j.
C. Schoute, 12 j.
A. Possel, 47 j.
ZONDAG 11 JULI
BLOEMENDAAL.
NED. HERV. GEM. v. m. 10 uur
Ds J. C. van Dijk.
Bidstond Zaterdag 10 Juli 's avonds 9 uur in de
consistoriekamer.
JONGELIEDENSAMENKOMST in het gebouw
..Maranatha v. m. 10 uur de heer K. Koopman.
GEREFORMEERDE KERK, voormiddag 10 uur,
Ds. Joh. C. Brussaard.
Nam. 5 uur dezelfde.
NED. PROT. BOND AFD. BLOEMENDAAL in
het bondskerkje Potgieterweg v. m. 10.30 uur:
Ds. P. S. Tjalsma te Gotjda.
Onderwerp: „De stille lach".
OVERVEEN.
LOKAAL OPENBARE SCHOOL v. m. 10 uur: Ds.
V. Roos, em. pred. te Bloemendaal.
Regclprijs 15 cent, bij contract,
speciale tarieven, kleine adver-
tentiën, t.w. Vraag- enAanbod,
Huur- en Verhuur, Koop- en
Verkoop, etc. 50 ct. per advert,
van 10 regels, elke regel meer
10 ets., mits bij vooruitbetaling.
Heden werden wij verblijdt
met de geboorte van onzen
Zoon
G. EIKELENBOOM,
B. EIKELENBOOM—
WONINK.
Bloemendaal, 9 Juli 1926.
Kinheimweg 77.
hoek l^inheimweg
Beveelt zich beleefd aan voor
aanleg en onderhoud v. tuinen
HAARLEM
ANEGANG 17 - TEL. 12685
ONZE SORTEERING
IN WIT EN GEKLEURD IS
PRIMA PASVORM
ZALEN TE HUUR. Verhuren van
Tafels, Stoelen en Glaswerk
Telefoon 2227I - VAN HOLST
C*1 1 in lijn of
worden billijk geleverd door
Bloemendaalscheweg 42
Jacobijnestraat 3 en
Gedempte Oude Gracht 27
Tel. 10785 - H. DE VRIES
E DAMPER"
1 atjehstraat 23
Het adres voor
ETAK-TABAK
HETAK-Bonnen worden in betaling aan
genomen tegen een waarde van 4 ct. p. stuk.
oooooooooooooooooooooo
Wagenmakerij en Carrosserie
iji Levering van alle
Verhurr-Inrichting van Handwagens
CAU 1/C V v \111 C gelijk aan de beste buitenlandsche.
De onze is minstens even goed.
Gebruikt éénmaal onze Eau de Cologne en oordeelt zelf!
Spasme 38 - Gr. Houtstraat 161 - Gen. Cronjéstr. 49
Tegen inlevering van dezen bon ont
vangt U in Zaak Spaarne 38, Groote
Houtstraat 161, Gen. Cronjéstr. 49,
maatje 85 Eau de Cologne, a 30 ct.
VOOR PROEF of 7i maatje 60 cent.
KLOOSTERSTRAAT 8 BIJ DE KLEVERLAAN
Geopend van 's morgens 8 tot 's avonds 7 uur
Nieuwe Holl. Maatjesharing 5 ct. p. st, 6 st. 25 ct. Garnalen
en verder alle gerookte Visch Prima versche Zeevisch
Dagelijks versche aanvoer
Riviervischmarkt I Telefoon 14376 Haarlem
Ondergeteekende wenscht zich vanaf heden
tot wederopzeggens toe te abonneeten op
,,Bloemendaalsch Editie" tegen f 1.50 pet
halfjaar of 80 cent pet 3 maanden bij voor
uitbetaling.
Naam
Adres
Datum van ingang
Uitknippen en opzenden in couvert met 2 ct.
gefrankeerd als drukwerk aan ons bureau,
Bloemendaalscheweg 42, Bloemendaal. Men
kan het ook telefonisch opgeven. Tel. 22324.
woordde ze. plotseling zich weer omwendend op hefti-
gen toon en dan, zich merkbaar wat kunstmatig op
windend:
„Hier... hier... de sleutels... zoek maar... dan kun
nen jullie snuffelen... schandaaltjes uitpluizen... en er
om zitten grinniken en gnuiven... dat heet justitie...
bah!" en haar sleutelmandje beetjakkend smeet ze dit
naar van Linthoven.
Het viel op den grond, na even zijn beenen geraakt
te hebben.
„Kalm, kalm..." vermaande hij, „met dergelijke aan
stellerigheden bereikt u heusch niets."
Nelia had hem $len rug toegekeerd; ze was voor
het raam gaan staan, keek naar buiten in den wat
triest verwinterden tuin; de anderen zwegen en
wachtten.
„Van der Zweep en Vos kunnen wel mee, hè?
sprak van Linthoven een oogenblik later tot van Toor-
nenburg en als deze toestemménd knikte: „Wacht, ik
zal ze een briefje meegeven voor den Directeur.
Hij trad op Keegstra's bureau toe, ging er aan zit
ten schrijven.
Lijnmalen Van Weerde zakte wat verveeld in zijn
crapaud weg, floot heel zachtjes tusschen zijn tanden,
keek onderwijl %met aandacht naar Nelia's onbewege
lijke figuurtje voor het raam.
Markus bleef staan waar hij stond; hij snakte naar
het einde van dit drama.
Van Toornenburg liep eensklaps de kamer uit; ze
hoorden hem in de gang praten met van der Zweep;
dan ging de voordeur open, en die bleef blijkbaar
open, want het straatrumoer bleef hard doorklinken in
de gang.
Even later kwam Jans binnen met een suit-chse en
Nelia's hoed, bontmantel en handschoenen.
Van Linthoven nam ze van haar over, beduidde
haar met een wenk, dat ze gaan kon.
Vervolgens op Nelia toetredend, sprak hij:
„Mevrouw Keegstra, hier zijn uw kle^n; als u zich
dus gereed wilt maken."
Ze wendde zich bruusk om, rukte den hoed uit zijn
handen,trad er mee naar den spiegel en begon hem
zorgvuldig op te zetten.
Van Lirithoven had den mantel en de handschoenen
op een stoel gelegd; nu Nelia zich omwendde, sprong
Lijnmalen plots uit zijn stoel op, pakte den bont
mantel.
„Mag ik u even helpen?" vroeg hij hoffelijk.
Ze glimlachte, liet hem begaan; zijn handen beroer
den even haar kin, toen hij de, bonten lapellen van
voren tot elkaar bracht.
Van Linthoven schudde het hoofd.
„Is u gereed?" vroeg hij, toen ze met een glimlach
ook heur handschoenen van Lijnmalen had aange
nomen.
„Ja
„Mag ik u dan verzoeken?"
„Hij nam zelf de suit-case op.
Nelia trad naar de deur; rechtop liep ze, het blonde
hoofd fier omhoog; bij de deur stond Markus.
Ze schreed rakelings langs hem, dan plots, de oogen
klein geknepen, de bovenlip opgetrokken boven de
kleine witte tanden bee't ze hem toe;
„Jij was de vriend van me man, hé? Ploert!
En eer hij er op bedacht was, had ze hem met haar
volle hand in 't gezicht geslagen.
Markus deinsde achteruit, even verschrikt, dan woe
dend beseffend, het bloed vloog hem naar het hoofd,
hij wilde iets zeggen, iets roepen, haar terugslaan
De kamerdeur stond open, hij sprong de gang in,
maar 't was al te laat.
Hij zag nog juist, dat Nelia, gevolgd door van Lint
hoven met de suit-case, haastig de stoep afging, de
chauffeur stond bij het geopende portier van de auto,
waar Vos al in had plaats genomen; aan den over
kant der straat stonden wat menschen te kijken; Nelia
stapte in en van der Zweep volgde haar onmiddellijk.
Het dichtslaan van het portier dreunde dof in de
vestibule.
„Dan wordt de zitting tijdelijk geschorscht en zal
de ftechtbank in raadkamer gaan, om even Jiet ver
zoek van den verdediger te beslissen," sprak de pre
sident, terwijl hij opstond en, gevolgd door de twee
rechters en den griffier, de zaal door een deur, die op
het podium uitkwam, verliet.
Het publiek in de zaal was nu onrustig, een ge
dempt stemmenrumoer zoemde vanuit de publieke tri
bune en daaruit schoten telkens meer gearticuleerde
geluiden omhoog, een vrouwelach, een schertsende
vloek van een man, dan ineens de stem van een veld
wachter, die stilte gelastte.
Voor Markus was nu de leege tafel der rechters met
de achteruit geschoven stoeven; van Linthoven was in
zijn bank blijven zitten; hij hield een hand onder het
hoofd, praatte met een advocaat met een blond punt
baardje, dien Markus niet kende; ze lachten samen.
Van Linthoven zei iets, de ander knikte, haalde z'n
schouders op; fluisterde wat; dan keken beiden ver
stolen naar de overzijde, waar Korf elder bij de be
klaagdenbank staande, praatte met Nelia.
Ze hield het blonde hoofdje even gebogen en luis
terde naar hetgeen hij zei; haar groote, blauwe oogen
schitterden nu, heel even dwaalde haar blik af, gleed
langs Markus, en hoe kort die blik hem ook beroerde,
toch voelde hij den triomfantelijken spot, welke die
oogen hem toehoonden.
Zoo jong, zoo zegevierend krachtig in haar perver
se verleidelijkheid, zat ze daar, keuvelend, schertsend
bijna met Korfelder, wiens donkere gelaat aldoor naar
haar opgeheven bleef, terwijl zijn rechterhand vlak
naast, tegen de hare, de leuning van het hek der be
klaagdenbank, omklemde.
Ineens, toen ze 't hoofd wat oprichtte, kneep ze
haar oogen half toe en keek nu, zichtbaar opzettelijk,
Markus aan. Het schokte in hem; zoo, juist zóó had
ze ook gekeken, dien laatsten avond, dat hij bij den
armen Keegstra was, toen Ze in achterdochtigen twij
fel bij het weer binnen komen hen beiden gadesloeg
en ook bij zijn vertrek, toen in de deuropening der
huiskamer, wantrouwig spiedde en luisterde, wat er bij
het uitlaten nog gedaan of gezegd zou worden.
Keegstra!... God, God, die had er eigenlijk nog aan
Keegstra gedacht in dit heele proces?... O zeker, over
een individu, dat Keegstra heette, was er wel gespro
ken, zoo af en toe, maar wie, behalve Korfelder in
zijn gehuichelde tirades, had deernis getoond met den
goeden mensch Keegstra, den armen vermoorden
tobber!
En Nelia, de vrouw, die hem, na herhaalde marte
ling van angstwekkende bedreigingen, waarna ze hem
weer vertroetelde, lieve naampjes gaf en... kuste, 's
nachts beslopen had en den dan weer argeloos inge-
sluimerden stakker had afgemaakt als een hond, die
zelfde Nelia zat daar nu voor hem, ongedeerd, onge
straft, een piquant mooi vrouwtje, dat coquetteerde
met het zwart van den rouw, om haar slachtoffer!
Dat... dat kón toch niet bestaan... dat kón toch
geen rechter dulden...!
Ineens had hij weer het vizioen van Keegstra's sterk
verouderd gelaat, met de starende angstoogen, toen
hij van boven kwam, nadat hij zekerheid had gekregen,
dat Nelia hem had willen vergiftigen, en hij hoorde
weer die zwakke, heesche, bevende stem: „Ik geloof
Markus; dat Nelia naar mijn dood verlangt."
En toen dat snikken, dat wanhopige hartverscheu
rende snikken...!
God... God... als hij toen toch maar sterker was
geweest... krachtiger was opgetreden... want de on
vermijdelijkheid der catastrophe was toen immers al
duidelijk... doch in de plaats daarvan, was hij geme
lijk geworden om de slappe, angstige willoosheid van
den armen gemartelden toBber... Helaas, hij had hem
mogelijk nog kunnen redden, maar hij liet hem achter
in het huis, alleen met haar, weerloos, slap, als de
sidderende slangenprooi onder de fascineerend glan
zende oogen van de python.
En zou die vrouw... diezelfde vrouw nu terugkee-
ren in de maatschappij... in Keegstra's huis... hetzelfde
huis, waarin ze hem vermoordde en dat juist door dien
moord nu haar eigendom zou zijn... met alles, wat het
bevatte?...
Nee... nee... dat kon niet... dat kon toch immers
niet...!
De drukkende warmte in de zaal nam nog toe en
in de ongedurigheid van het wachten werd het stem
menrumoer al sterker, groeide soms even aan tot een
kabaal, dat dan weer snel gesmoord werd in dreigende
vermanigingen.
Korfelder bleef steeds bij Nelia: ze lachten en fluis
terden nu ongedwongen; hij haalde een flacon uit zijn
zak, bood hem haar aan; ze nam er van op haar zak
doekje; hij fluisterde, ze speelde de geshockeerde, ver
weet hem blijkbaar iets, maar om haar .rooden mond
en in haar oogen was een lokking.
De warmte begon Markus te benauwen; hij ging
telkens zitten, zijn ademhaling stokte soms even; hoe
langer hoe meer voelde hij zich vereenzaamd in deze
zaal, waar hij openlijk was gehoond en verdacht ge
maakt en niemand hem in bescherming had genomen,
van Linthoven niet, de rechters niet...
Soms scheen Het hem toe of al die fluisterende ge
sprekken rondom, over hem liepen, of van Linthoven
en die andere advocaat, zoo goed als Nelia en Kor
felder, telkens met spottende minachting naar hem ke
ken, of iedereen in de zaal hem vijandig was en of
al die roode en witte gezichten daarginder op de
publieke tribune hem dreigend aanstaarden en het
stemmengezoem hem, hoonend, gold.
Hoe kon dit toch...? Voelde dan niemand het afgrij
selijke van dezen sluipmoord? Waren ze dan allemaal
gesuggereerd, verblind door de juridische spitsvondig
heden van van Linthoven en Korfelder... peilde nie
mand achter dit quasiweténschappelijk spel van woor
den de gruwelijke naaktheid der feiten?
Recht... recht! Mijn God, was dit recht? Had die
zwetsende Bosman dan gelijk gehad?
„Natuurlijk heeft ze 't gedaan, maar daar gaat het-
niet om...", had van Linthoven op de sociëteit gezegd.
Helaas, helaas, daar scheen het inderdaad niet om
te gaan.
Ineens hóórde Markus Nelia lachen, héél kort maar,
héél even, maar van Linthoven en die andere advo
caat hadden het blijkbaar ook gehoord en keken.
Nelia hield nu een hand voor1 haar gezicht. Mar
kus kende dien lach, die geen lach was... een lok
kend, berekenend kirren leek het, dat ze plots kon
afbreken... Hij dacht aan dat oogenblik toen hij op
de stoep door het deurraampje... En ineens kreeg hij
weer het vizioen van Keegstra's oud en angstig ver
worden gezicht... die moede, zoo hopeloos treurige,
oude oogen en hoor... och nee, dat was verbeelding...
toch... hij hoorde tusschen 't verwarde zoemen in de
zaal, Keegstra's zwakke bevende stem... God...
God... hij zag... en hij h.oorde... er kwam ineens stij
ging in het gezoem... of er een roepen boven uit
klonk... een kreet om hulp... Dan werd het ineens
stiller... een stilte, die wonderlijk dreigend om hem
heen ruischte...
Wat gebeurde er toch...?... O, daar zaten de rech
ters weer... hoe waren die daar gekomen? De lange
witte baard... de president sprak... maar hij verstond
het niet... in zijn ooren bleef het zoo bonzen en rui-
schen... en achter en over hem groeide... zwol... maar
al die vreemde dreiging... of daar ergens een groote
klauw.
Ineens brak een geluid los; Korfelder, die weer op
zijn plaats had gezeten, sprong uit zijn bank, liep op
Nelia toe.^greep over het hek heen haar beide handen.
Wat was dat nu...? Overal, om Markus heen, kwam
beweging... de president stond op... en de rechters...
„Vrijgesproken!" hoordev hij ineens... hij wist niet
waar het vandaan kwam... maar hij hoorde iets als de
echo ervan in een kreet... een gruwelijke kreet... die
als een hijgende rocheling om hulp in zijn oor klonk...
dat was Keegstra's stem... nee... ja toch... en daar
ginds stond Nelia... hoog, slank... de wulpsche lach
nu frank in haar oogen... en die zou nu heen gaan...?
Vrijgesproken...!
Ineens was Markus van zijn stoel opgestaan:
„Nee"... fluisterde hij heesch en diep uit zijn keel...
„Nee... nee..."
Een volgend oogenblik stond hij tegenover de be
klaagdenbank, tastte met de hand in den zak van zijn
colbert.
Nelia stond daar nog... en Korfelder stond bij
haar... het blonde gezicht was één vreugdelach van
triomf... ze lachte... lachte... tot ze ineens Markus
zag, daar vlak voor haar... Markus' gezicht, vreemd
verwrongen, terwijl hij heesch en rauw uitstiet...
„Vrijgesproken... jij... nee... nee...!"
Toen hoorde Markus opnieuw haar lach... Kor
felder beet hem iets toe... hij verstond niet wat...
hij keek strak naar het matbleeke, blonde hoofdje met
den rouwhoed...
Hij zag nog hoe de groote, blauwe oogen wild op
glansden in angst, toen hij plots zijn revolver op haar
afvuurde... eens... en nog eens... en nog eens... en
een zwarte vlek, die spatte boven haar wenkbrauw...
Achterover sloeg ze, met een snijdenden gil, de
armen hoog...
Om Markus heen scheen alles in te storten... hij
voelde even de pijn van een slag op zijn arm... in zijn
gezicht... op zijn hoofd... hij wist niet... in zijn ooren
drong een ruw geluid van zware stemmen... een hoog
gillen... dan zag hij allerlei gezichten... roode ge
zichten en witte gezichten... waarin ontstelde oogen
waren... en monden, die hevig gingen... de glinstering,
vlak bij, van een uniform... dan, klaarder van Lint-
hoven's gezicht... dat wat riep... wat zei... waarop
hij wezenloos lachte... hij wilde omzien naar de
plaats, waar Nelia viel... maar hij was omringd...
werd voortgeduwd... en al maar dreunde en daverde
dat instortinqsrumoer in de ruimte boven hem... stem
men zongen... gilden,... ineens zag hij den witten
baard van den president vlakbij... het oude gezicht
ontsteld, even verwrongen...
Dan, met een geluid, dat hem zelf in de ooren klonk
als te komen van buiten hem, van vér weg... stiet
Markus rauw uit, met een krijschenden lach:
„Jullie... recht... recht...!"
Toen werd het donker om hem heen; vaag voelde
hij zich nog vallen; dan zweefde alle rumoer heerlijk
weg naar een wijde stlite