OPENING SEIZOEN
COV HAARLEM
Bloemenmagazijn „De Dahlia", Bloemendaal
HetVAMFEDINGMAGAZIJN
REMBRANDT THEATER
STADSSCHOUWBURG
Commissie-Bank
UTOMOBIELEN
OCHTENDVOER
Gemengd Graan
IN STUDIE DAMES en HEEREN, die de Zangkunst
Dans-Academie J, G. Martin Zonen
1 Paarlaarsteeg 1
Haarlem
B. MULDER
GR00TE MARKT - HAARLEM
I INTEEKENBILJET
De Opening
Rijwielen en
Onderdeelen
H* P* Plevier
HOLLANDSCHE
MAISON N. OCKERSEN
IJZERHANDEL „DE VIJL"
Tetterodestraat 52-54 h. Santpoorterstr.
PAI6E
DELAGE
FALCON KNIGHT
WHITE
K. BEERS Zn. L. HEEREVEST 82-86
L. Keepe v. h. Ph. Huijkman, Jansstraat 20, Haarlem
H.H. KIPPENLIEFHEBBERS
„Keqmem KEND lid toe te treden.
van
Verdi.
AMSTERDAM
HILVERSUM
Aanvang van den nieuwen cursus in de
Moderne DansRhytmische Gymnastiek
en Plastische Danskunst
ZATERDAG 15 OCTOBER
BUSSUM
K. SLICHT
ZAANDAM
G. B. A. HENSEN
prima Blauwe Werkgoederen
Engulsch leeren- en
Manchester Phntalons
Mans Ondergoederen
Meubel maker ij - Stoffeerder ij
Burgwal 73
Vrijdag 23 September a.s.
Feestelijke Opening van
het geheel gerestaureerde
HAARLEM
Het Amsterdamsch Tooneel
GHETTO van Heyermans
Jan Musch in De Geveltoerist
Jan Musch in Je Meent 't
Cabaret Pisuisse
H. W. LOCHNER &Co. - AMSTERDAM
LIEF EN LEED UIT DE TROPEN.^
FIJNSTE GENRE DAMESHOEDEN
GROOTE HOUTSTRAAT 109 TELEFOON 12870
LAATSTE CREATIES
Slechts in enkele gevallen kunt U betreffende Uw inkoopen
goed en goedkoop slagen.
Ten opzichte van ijzerwaren en gereedschappen vindt U
deze beide belangrijke factoren in
Ijzerhandel „De Vijl" - Barteljorisstraat 33, vereend.
De oorzaken hiervan zijn, directe inkoop van de voornaamste
fabrieken en de groote omzet.
BARTELJORISSTRAAT 33 - HAARLEM
I
VAKKUNDIG PERSONEEL.
A
TELEFOON 14037 - HAARLEM
AGENTEN: VAN BEVERWIJK t/m LEIDEN
Orthopaedisch- en Luxe Schoenmakerij
REPARATIËN AAN CRÊPE RUBBERSCHOENEN
le klas maat- en reparatiewerk. Billijke prijzen.
ZOOWEL ALS
zijn beiden een zaak van vertrouwen. Vraagt gij in
Bloemendaal en elders naar de Firma Van Milligen
dan krijgt gij steeds ten antwoordwat U daar koopt
is goed. VRAAGT MONSTER MET PRIJS.
FiRMA v/h «JOH. v. MILLIGEN
Voldersgracht 41, HAARLEM, Telef. 10716
Directeur de Heer GEORGE ROBERT
beoefenen, verzuimen niet om als WER-
Repetities, Woensdagavond in het Gebouw
H. J. M. V. -
LANGE MARGARETHASTR, 13
"W, BEUNDER -'Bloemist - Verbindingsweg - Telefoon 22338
Moderne Bloemwerken -
Aanivg en onderhoud van Tuinen
Speciaal adres voor Bruidswerk en Kransen
!uld
Palestrinastraat 1 bij het
Concertgebouw
Spreekuur dagelijks van 2.5
en 7.30—9.30
D
a
a
a
Hotel „Hof van Holland"
en Palace Hotel"
Spreekuur eiken Zaterdag
„H. v. H." van 25 uur
Spreekuur dagelijks (behalve Zondag) van 2—5 uur en 7—9 uur
Haarlem, Schagchelstraat 29, Telefoon 10806
Gebouw „Concordia'
Spreekuur eiken Woensdag van
25 uur
De lessen in Rhythmische Gymnastiek
worden door Mevrouw E. v
Hiermede berichten wij
van onze zaak in
Reparatie, Moffel- en
N ikkelinrichting.
Stalling en Verhuur.
Aanbevelend,
Ged. Oude Cracht 64
□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□O
a
HORLOGEMAKER
SCHAGCHELSTR. 44
Ruime keuze in
HORLOGES,KLOKKEN enz.
tegen scherp concurreerende
prijzen.
Reparatiën spoedig en billijk
Hotel ,,'t Wapen van Amsterdam"
Spreekuur 17 en 24 September
1, 5 en 8 October van 2.30—5
en 7—9 uur
IdtPlastische Danskunst zullen gegeven
erÏHeuvel Rijnders-Dijkstra
Hel beste adres voor
Men lette s.v.p. op het juiste adres
Telefoon 13342 Telefoon 12842
THANS (BEVESTIGD
Reparatie van alle soorten Meubelen
Voor verdere bijzonderheden
verwijzen wij naar de voorioo-
pige bespreking in dit blad
Zaterdag 17 September, 8 uur
Di-ectie Louis do Vries, Herman Kloppers en
Willem van Korlaar
Zondag 18 September
Dinsdag 20 September
Woensdag 21 September, 8'/4 uur
Plaatsbespreking dagelijks van 10-3 uur
Per Telefoon 00189} alleen van 12-3 uur
□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□DDdaaDcaaaanaaDDdaDannDDD
Verstrekt gelden op 1ste en 2de Hypotheek
zonder borg, ook op 3de Hypotheek, doch
alleen met solide Borgen. Gelden terleen
van 50.tot 200.— zonder borg.
Hoogere bedragen, alleen met solide borgen.
Rente 5 a 6 pCt.
Voorwaarden billijk. Inlicht, kosteloos.
SOLIDE AGENTEN GEVRAAGD.
o
O
D
a
□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□a
Ondergeteekende wenscht zich vanaf heden
tot wederopzeggens toe te abonneeven op
„Bloemendaalsch Editie" tegen f 1.60 per
halfjaar of 85 cent per 3 maanden bij voor-
uitbetaling.
Naam
H* Adres
Datum van ingang
Uitknippen en opzenden in couvert met 2 ct.
«f gefrankeerd als drukwerk aan ons bureau,
Bloemendaalscheweg 42, Bloemendaal. Men
kan het ook telefonisch opgeven. Tel. 22324.
HET VERHAAL VAN DEN OUDEN BALIER
door
GERARD BRANDT.
Nadruk verboden.
„Wacht u voor leugen en bedrog, want op
elke booze daad volgt onvermijdelijk de straf!"
Aldus sprak bij herhaling een grijze Baliër, die
zijn zoons trachtte op te voeden tot vrome en
rechtschapen volgelingen van den wijzen Boeddha.
Hij was dan ook zielsbedroefd, toen hij bemerkte,
dat een hunner, de jongste, al zijn verstandige les
sen ten spijt, zich door oneerlijkheid trachtte te
verrijken.
Hij nam den jongeling mee naar een eenzaam
oord in het gebergte, waar op korten afstand van
elkaar twee vijvers waren gelegen, de een groot,
de ander klein. Halverwege stond een boom, onder
welks schaduw zij zich neerzetten.
Luister, Djialntik, zoo sprak de oude, en over
denk wat ik je ga verhalen. Je zult dan zien, dat
list niet altijd gelukt, en dat de valschheid nimmer
overwint.
De vijver ter linkerzijde van ons is klein en on
diep; en geen waterplanten beschutten de visschen,
die daarin leven tegen de hitte der zonnestralen.
Die ter rechter daarentegen is groot van omvang
en een weelde van lotosbloemen en andere gewas
sen overschaduwen zijn heldere diepten, zoodat de
vissch'en daar leven als in een paradijs.
Nu gebeurde het in zekeren zomer, dat de zonne
stralen zooveel water verdampten, dat de kleine
vijver gedeeltelijk droog lag. De visschen moesten
met een kleine poel genoegen nemen, waarin ze
angstig heen en weer schoten.
Dat zag een reiger, en belust op buit kwam hij
naderbij. Maar tot zijn groot verdriet bemerkte
hij, dat de vijver nog te diep was, om de talrijke
visschen te bemachtigen. Hij zette zich dicht bij
den oever op één poot en zon op list. Onbeweeg
lijk stond hij daar en staarde peinzend in het water.
Eindelijk kwamen eenige visschen nieuwsgierig
na'derbij zwemmen. Het waren nog jonge dingen,
die niet wisten, dat er een reiger bestond.
Daar begon eensklaps de reiger te spreken.
„Arme visschen," klonk het, „wat ben ik met jullie
lot begaan. Lang zal het niet meer duren, of de
zon heeft al het water in^ dezen vijver verdampt
en dan kom jullie ellendig om. O, wat heb ik met
je te doen."
Ook andere visschen waren naderbij gekomen,
en de ouderen bemerkten nu duidelijk, dat ze lang
nfet zoo ver konden zwemmen als vroeger. De
woorden van den reiger maakten hen angstig en
ze jammerden: „wat zal er van ons worden, als
de warmte al het water uit onze vijver zal heb
ben opgedronken?" En ze wendden zich tot den
vogel en smeekten: „Gij, bovenaardsch wezen,
kunt gij ons helpen in den nood?"
De reiger keek peinzend langs zijn snavel om
laag. Eindelijk sprak hij:
„Ja, ik ken een zeker middel om jullie van een
wissen dood te redden. Haal je ongelukkige mak
kers en luister naar mij."
Weldra waren alle visschen in een breeden kring
om den reiger geschaard en luisterden gretig toe.
„Hier dichtbij," sprak de bedrieger, „is een
groote vijver met heerlijke, klare, koele diepten,
waar het krioelt van insecten en kleine water
dieren. Tal van lotosbladeren beschermen er het
water tegen de dorst van den zomer. Daar zijt ge
dus beschermd tegen de felle zon, die hier uw
dood veroorzaakt. Ik raad u aan, in dien vijver te
gaan wonen."
De visschen keken elkaar aan en knikten van
instemming. Doch eindelijk bedachten ze met
schrik, dart ze daar nooit zouden kunnen komen.
„Ach, heer luchtbewoner," sprak er een. „Wij
kunnen niet over de aarde klauteren. Hoe zullen
wij daar ooit komen."
„Ook daaraan heb ik gedacht," sprak de reiger.
„Ik neem u een voor een in den bek en draag u
dcor de lucht naar dien tweeden vijver."
Nu dachten de visschen een poosje na. Het voor
stel leek hun een beetje dwaas. Daar kwam een
groote kreeft aanschuivelen. Hij keek den vogel
met zijn zwarte kraaloogjes wantrouwig aan.
„Nooit," riep hij uit, „van dat de wereld bestaat
heb ik gehoord, dat een vogel, als jij, belang stelt
in het lot der visschen, anders dan om ze op te
eten! Daarom vijverbewoners, vertrouwt dien pra
ter niet.'"
De reiger, die bang was, dat zijn prooi hem ont
ging, keek heel vroom, en sprak: „Ik zal u over
tuigen van mijn goede bedoelingen. Wijs mij een
der uwen aan om hem in mijn snavel naar den
otos-vijver te brengen. Hij zal er vrij in rondzwem
men, en als hij gezien heeft, welk een lustoord het
daar is, breng ik hem weer naar hier, opdat hij u
vertellen kan, dat ik waarheid spreek. Medelijden
met u en niets anders is de beweegreden van mijn
tusschenkomst."
Daar kwam een oude, halfblinde klimbaars aan
zwemmen, die voor zeer wijs doorging, omdat hij
wel eens buiten den vijver was geweest.
„Broeders, sprak hij, mijn einde is toch nabij. Ik
wil mijn droevig leven aan den vogel toevertrou
wen. We kunnen dan zien, wat er van dit alles
waar is."
De reiger vatte hem voorzichtig in den snavel
en droeg hem naar den lotos-vijver. Opgetogen
zwom de klimbaars daar rond.
Toen hij weer bij zijn broeders terug was, prees
hij den reiger zeer.
Nu waren de visschen er ten volle van over
tuigd, dat hij hun het leven zou redden: Pak mij;
grijp mij het eerst! riepen ze.
De vogel zocht een smakelijk boutje uit, maar
hij droeg den visch niet verder dan tot de plaats
waar wij nu zitten. Aan den voet van dezen boom
legde hij het arme dier op den grond neer en door
stak het met den snavel. Daarna at hij het smake
lijk op.
Bij zijn terugkomst aan den vijver riep hij: „Wie
wil er nu met mij mee?"
„Ik-ik-ik-ik-i" klonk het van alle kanten. De
reiger had ze maar voor het uitzoeken en kon zijn
vraatzucht botvieren.
De visschen, die teleurgesteld achterbleven,
deden niets, dan de kreeft bespotten, die hun dit
avontuur ontraden had.
Dit begon het dier te verdrieten en hij sprak:
„Als straks de vogel terugkomt, laat mij dan eens
gaan!"
„Goed, goed," spraken de anderen. „Dan zul je
zien, dat je ongelijk had."
Toen de reiger vroeg: „Aan wie de beurt,"
schoof de kreeft naar voren.
„Hoe zult ge mij dragen?" vroeg hij.
„Wel, in den bek, zooals de anderen," sprag de
vogel.
„Dat gaat niet. Mijn karkas is te hard en te glad.
Ge zoudt ,me laten vallen. Laat mij liever met mijn
scharen aan uw hals hangen. Ik zal zorgen u geen
pijn te doen."
De reiger stemde toe. Ze vlogen weg tot aan
den voet van den boom. Daar zette de vogel zich
neer om ook dit boutje te verslinden.
„Laat me nu los," sprak de reiger. „We zijn er."
Doch de kreeft, die geen water bemerkte, begon
een beetje te nijpen met zijn vreeselijke scharen.
„Wat zie ik?" riep hij. „Graten en nog eens
graten? Ha, heb je al de visschen die je vertrouw
den, hier afgemaakt?"
En nu neep hij den reiger eens flink in den hals.
De tranen kwamen het dier in de oogen en hij riep:
„O, lieve kreeft, wat doe je me zeer. Ik zal je
naar den lotos-vijver dragen!"
„Asjeblieft dan," beval de kreeft.
Weldra zweefden ze boven het diepe water.
„Laat nu los, laat nu los," smeekte de reiger.
En de kreeft liet ook los, maar niet vóór hij met
zijn sterke scharen de hals van den vogel had
stukgenepen.
„Gij, mijn zoon, vergeet het avontuur van den
reiger niet!"