NIEUWE KINDERBOEKEN
SP0RTPRAATJE
INGEZONDEN
Vrede en Wijsbegeerte
PLAATSELIJK NIEUWS
Boekaankondiging
Samenwerking van Gemeenten
Jeremiaden
"I
e g s e I vans
van Zaterdag 26 November 1927
3e Jaargang No. 12
„Stormvogeltje", door J. P. Zoomers
Vermeer. Prijs ingenaaid 1.75, gebon
den ƒ2.50. Uitgave: Van Holkema
Warendorf's Uitg. Mij., Amsterdam.
Dit goed geschreven boek is voor meisjes van
9—12 jaar, enkele illustraties van Freddie Lan-
geler verduidelijken het verhaal.
De persoon waar het in dit boek over gaat, is
een meisje, Dolfientje geheeten, door haar moeder
ook wel „Stormvogeltje" genoemd om haar
drukke, wilde natuur; meer jongen als meisje, ge
niet ze volop van het vrije buitenleven, doch wordt
daarin later belemmerd, omdat ze naar een tante
werd gezonden in een groote stad, waar ze dan
een meisjesschool gaat bezoeken. Wanneer dit
plaats vindt, ondergaat Dolfientje een groot ver
anderingsproces, dat de schrijfster op pakkende
wijze vertolkt, waarom we de jeugdige lezeressen
dit aardige boek als St. Nicolaas-cadeau toewen-
schen; ze zullen er mee in hun schik zijn.
„De Zeeroover van Oostzaan", door C.
Joh. Kievit. Illustraties van E. ten Harm-
sen van der Beek. Prijs ingenaaid 1.10,
geb. 1.75. Uitgave: Van Holkema
Warensdorf's Uitg. Mij., Amsterdam.
Voor de jongelui, voorzoover ze gaarne boeken
lezen, is C. Joh. Kievit geen onbekende. Als er
een werk van zijn hand verschijnt, dan is het al
tijd goed, zoo ook „De Zeeroover van Oostzaan".
Een pittig jongensboek (leeftijd 1116 jaar),
waarin het ruwe zeerooversleven op een wijze
wordt beschreven, dat de jongens geen lust krij
gen om de sporen van de zeeroovers te drukken.
Het boek verhaalt de lotgevallen van een 16-
jarigen Zaanschen jongen, wiens broer door Alge-
rijnsche zeeroovers als slaaf is weggevoerd, die
met een Hollandsch kaperschip er op uitgaat om
zijn broer weer te bevrijden, hetgeen hem ten
langen leste gelukt. Het boek is geïllustreerd met
enkele duidelijke afbeeldingen door E. ten Harm-
sen v. d. Beek, hetwelk niet weinig bijdraagt om
het voor den lezer interessant te maken.
„De Schat van den Rooirand", door John
Buchan. Nederl. bew. A. B. v. Tien
hoven. Illustraties E. ten Harmsen van
der Beek. Ing. ƒ2.15, geb. ƒ2.90. Uitg.
Van Holkema Warendorf's Uitg. Mij.,
Amsterdam.
Welke Hollandsche jongen houdt er nu niet van
avonturen? Dit is een echt avonturenboek en daar
om is het voor jongens van 1216 jaar en ouder
bijzonder geschikt, zoo zelfs, dat men het niet bij
één keer lezen op zal bergen.
Op spannende wijze verhaalt de schrijver een
opstand in Transvaal, die door verschillende kaf
ferstammen was voorbereid tegen het Engelsche
bestuur. Deze opstand mislukt in hoofdzaak door
een ongeveer 20-jarigen jongeman, den held van
dit verhaal, door zijn volharding, slimheid en moed.
De spannende, bijna bovenmenschelijke avonturen
van David Crawford, zoo heet de held, zullen de
harten van de jonge lezers sneller doen kloppen,
en ze zullen niet tevreê zijn voor ze den afloop
van de geschiedenis geheel weten.
Vóór in het boek is een kaartje ingelegd ter
verduidelijking, welke tochten dat David heeft af
gelegd en waarop ook de opmarsch van het kaf-
ferleger staat aangegeven. Een mooi boek!
„Gerrit van Doorn", door M. Kramer.
Illustraties van E. ten Harmsen v. d.
Beek. Prijs ing. 1.10, geb. 1.75. Uitg.
Van Holkema Warendorf's Uitg. Mij.,
Amsterdam.
„Gerrit van Doorn" of De avonturen van een
jongen botanist, is de eigenlijke titel van dit aar
dige leesboek voor jongens van 1116 jaar.
Met den titel wordt de naam van den hoofd
persoon in dit boek vertolkt, die op een kost
school door den invloed van een beminden leeraar
een enthousiast botanist wordt. Hij legt het er op
toe om een volledige herbarium te maken voorver
giftplanten, doch daar deze planten sporadisch
voorkwamen, kostte het Gerrit zeer veel moeite
om de gewenschte planten te bemachtigen.
En hij trekt er op uit, steeds maar zoekende op
mesthopen, kerkhoven, op wegen en heggen, langs
dijken en tusschen rails, en wat hij daarbij onder
vindt is wèl vermakelijk.
Enkele aardige plaatjes maken het leesboekje
aantrekkelijk.
„De kleine Meiclub", door Tine Brink-
greveWicherink. Illustraties van Netty
Heyligers. Pagekop-serie; ingen. ƒ2.15,
geb. ƒ2.90. Uitgave: Van Holkema
Warendorf's Uitg. Mij., Amsterdam.
Voor meisjes van 1116 jaar. Dit nieuwe boek
van mevrouw Brinkgreve—Wicherink is een ver
volg op de beide vorige Meiclubverhalen. Zij, die
de voorafgaande boeken hebben gelezen en de
daarin optredende meisjes tot hunne vriendinnen
rekenen, zullen met heel veel belangstelling ook
kennis nemen van het verdere leven der club
leden, wier aantal nu tot zes geslonken was. Zoo
dat ook de naam der club veranderd in „De kleine
Meiclub". In dit verhaal treden vooral op den
voorgrond een der bekende leden en een meisje,
ook bekend uit het vorige boek, wier onsympa
thiek karakter oorzaak was, dat er altijd zoo'n
soort gewapende vrede was tusschen haar en de
clubleden. De clou van het verhaal is de ontdek
king van de leugens van dat opschepperige juf
fertje en de wijze, waarop de clubleden hierop
reageeren. Een nieuwe persoon is een leeraar, die
een belangrijke rol speelt.
In een 4e boek zal het slot dezer Meiclubserie de
verdere lotgevallen der leden behandelen.
Wij komen bij verschijning van dit 4e boek nog
nader op deze uitgave terug.
Bij denzelfden uitgever verscheen
„Bob en Ina", door Nanda. Illustraties van
Netty Heyligers. Pagekop-serie ingen.
2.15, geb. 2.90. Voor meisjes van
1116 jaar.
Bob, het vroolijke, drukke, beweeglijke buiten
kind, maar een echt „kind" nog, komt bij haar
tante in Amsterdam in huis, om in de hoofdstad
verder onderwijs te genieten. Haar nichtje Ina,
van gelijken leeftijd en met haar in dezelfde klas,
meent, hoewel ten onrechte, dat zij èn thuis èn
op school reden heeft, jaloersch op Bob te zijn.
Die jaloezie vergalt haar menige levensvreugde
en ook Bob komt er vaak door in onaangenaam
heden, vooral dien keer, toen ze haar drift niet
meester bleek te zijn. Tante doorziet haar kind en
met haar goede hulp weet Ina die jaloezie te over
winnen, waarbij ook de houding van Bob tegen
over haar veel goeds uitwerkt.
Bij den uitgever A. G. Schoonderbeek te Laren
verschijnt binnenkort „De Roep der Velden"
(Kruistochten naar de bronnen van vreugde en
schoonheid), door J. B. Bernink, Ds. A. L. Broer,
J. Drijver, J. J. Hof, Herman de Man, Maurits
H. A. Staring, Ds. R. J. de Stoppelaar, Jan P.
Strijbos, Jac. P. Thijsse, Rinke Tolman, Prof. Dr.
A. van Veldhuizen, J. Vijverberg, A. B. Wigman
en Kerst Zwart.
Met de portretten en levensschetsen der auteurs.
Geïllustreerd met meer dan 100 fraaie en zeld
zame foto's, 14 penteekeningen en een titelprent
in kleuren naar een schilderij van Johan Meijer.
Omvang oirca 400 pagina's, formaat 19 X 25 c.M.
Prijs 6.—, in prachtband 7.50.
Dit kloeke, feestelijk uitziende, schitterend ver
zorgde boek is, naar het uiterlijk, een lust voor
het oog.
En dan de inhoud! Een uitgelezen schaar van
schrijvers vertelt op markante wijze en in dich
terlijk bewogen taal van de velerlei schoonheid
die daar is „onder Holland's hemelen". Van de
verre oneindigheid der vlakke weiden, de roman
tiek van duin en heuvelland, van donkere bosschen
en droomstille wateren, van dieren- en vogelleven
in elk getij.
AI bladerende in dit rijke boek met zijn meer
dan zeventig bijdragen en zijn overvloed van tee-
keningen en foto's, meerendeels nooit tevoren ge-
publiceerd, zegt men 't Herman de Man na: „Dit
land berst van de ware schilderachtigheid van
kleur en lijn en sfeer."
Het is „een nationaal standaardwerk" in de
nobelste beteekenis van het woord, een boek voor
allen die van Holland hou'en!
Men kan het nu reeds bij den boekhandel be
stellen. Bij verschijning komen we nog op dit
pracht-standaar-dwerk terug.
Onze wekelijksche causerie vangt ditmaal aan
met een gelukwensch aan de B.V.C. „Bloemen-
daal", die de vorige week (15 November) den
datum herdacht, waarop zij vóór 25 jaar werd op
gericht.
Inderdaad, dat is een felicitatie waard. Hoe
moeilijk immers was het, en is het nog steeds, te
Bloemendaal een vereeniging in stand te houden.
Men heeft meermalen naar de oplossing van dit
raadsel gezocht, terwijl zij oi-, voor de hand ligt.
In de eerste plaats is de onmiddellijke nabijheid
van Haarlem een fnuikende factor, en in de tweede
plaats de merkwaardige zelf-rangschikking der
bevolking in klassen en standen van het overigens
zoo vriendelijke en welvarende dorp, een kwaad,
dat organisatie zoo al niet tegenwerkt, dan toch
uiterst moeilijk maakt!
Hoeveel aantrekkelijks moet er dan niet zijn in
een voetbalclub, die er op kan bogen, zich een
kwart eeuw niet alleen staande wist te houden,
maar tegen alle verdrukking in tot grooten groei
en bloei te komen.
Natuurlijk 'is de innerlijke kracht nummer één.
En de innerlijke kracht wordt alleen bepaald, ver
sterkt en naar buiten gebracht door het juiste be
heer der vereenigingszaken; m.a.w. de samenstel
ling en de werkwijze van het bestuur beïnvloedt
het voortbestaan ten zeerste.
Daarom moet de vereeniging Bloemendaal in
den loop der tijden in het gelukkige geval ver
keerd hebben, dat er menschen aan het roer ston
den, volkomen voor hun taak berekend.
En dit mogen de leden nooit vergeten, ze
moeten het integendeel waardeeren en ziich geluk
kig prijzen, dat zij in tegenstelling met tal van
zustercorporaties, de rechte menschen op de
rechte plaats, i.e. de bestuurszetels konden bren
gen.
Als wij dus de vereeniging complimenteeren,
houdt het in, dat onze gelukwensch in de eerste
plaats den bestuursleden geldt, die vroeger en nu
„Bloemendaal" brachten tot een alleszins te beju
belen feit: het 25-jariig bestaan. Het moge de sym
pathieke en sportieve Bloemendalers gegeven zijn,
nog vele jaren te werken in het belang der voet
balsport, niet ten onrechte genoemd: een machtige
schalm in de keten der volksontwikkeling!
We zijn met onze prognose de vorige week wel
heel gelukkig geweest. Alles kwam uit, zooals we
veronderstelden, alleen V.V.A., dat we met hard
werken een kansje gaven, benutte dit niet, en zag
zich door B.F.C. geslagen. En Haarlem knapte
haar doelgemiddelde lang niet op, zooals wij voor
zagen. Maar de wedstrijd was er dok naar! Het
was treurig, te treurig om er ook maar eenige
regels aan te wijden. Neen, de roodbroeken zijn
wel in verval! Dat ze Zondag tegen A.F.C. kans
op succes hebben, betwijfelen we sterk, tenzij de
geest vaardig over hen wordt!
Velox zal zich de mooie kans door H.V.C. niet
laten ontnemen, zelfs al zullen de Amersfoorters,
gesterkt door hun succesje tegen A.F.C., met
zwaar geschut in Utrecht verschijnen. Bloemen
daal moet in Amsterdam van V.V.A. kunnen win
nen, terwijl Zeeburgia met 't bezoekende D.O.N.A.R
korte metten zal maken. Zandvoort zal zich tegen
B.F.C. trachten te herstellen van de groote neder
laag tegen Velox, de Bussummers daarentegen,
na de overwinning op V.V.A., zullen zich niet
zonder meer gewonnen geven. Het zal er dus
spannen!
Zooals wij voorzagen, verloor Bloemendaal 2
van Ripperda, hoewel de nederlaag zeer klein
gehouden werd. Met dit al zakken de reserves na
een goed begin danig af, en moeten Zondagmorgen
op eigen terrein van Schoten 2 winnen om in „the
running" te blijven.
Het derde elftal sloeg met bescheiden cijfers
(20) T.H.B. 3. Het vierde elftal deed het beter:
met 160 werd O.V.A. 3 gekraakt. Ook het vijfde
nam geen halve maatregelen, en hakte Damiate 2
met liefst 11in de pan.
Van de juniores speelde alleen A„ dat Zand
voort A. met 32 sloeg.
Zondag speelt het vierde tegen Zandvoort 4. We
onthouden ons van een voorspelling. Makkelijker
is diit ten opzichte van Ripperda 2Bloemendaal 5,
waar de witte haan victorie kraait.
De juniores gaan een nederlaag tegemoet tegen
Zandvoort.
Adspiranten B. heeft vrij, het A.-elftal ontvangt
E.D.O. A., dat aan -de Kieverlaan al met 15—1 de
meerderheid der jeugdige Bloemendalers moest
erkennen. Het moet daarom al vreemd gaan, als
Pigge's kinderen ook nu weer niet van Beijk's
leerlingen een dik pak voor hun voetbalpantalon
netje incasseeren!
H.
BUITEN VERANTWOORDELIJKHEID DER REDACTlEi
Nederlanders zeer na staan in den bloede wil
wijs maken dat geen wetenschappelijke werken
in 't Nederlandsch verschijnen, meer indruk dan
wanneer Nederlanders het zeggen. Wij bevelen het
Duitsche blad echter aan, zijn tusschen aanha-
lingsteekens geplaatste opmerking te willen her
zien. De schimmen van Erasmus en Spinoza
om de grootsten te noemen zullen anders vrij
spoedig te Schönwalde komen spoken.
Nationale onderscheidingen voor
de Hollandsche Luchtvaart,
In „Neerlandia", maandblad van het Algemeen
Nederlandsch Verbond (A.N.V.), lezen we het vol
gende:
Een huldeblijk aan onze vliegofficieren.
Een Wetsontwerp in voorbereiding.
Geachte Redactie,
Mag ik een kleine plaatsruimte voor onder
staand in uw blad?
Bij voorbaat mijn dank,
Uw abonné P.
Sfjteplein.
Het zal deze maand 'Vier jaren geleden zijn, dat
de heeren Mr. J. H. Monnik, Mr. P. Tideman en
C. W. de Visser zich bij adres tot den Raad heb
ben gewend om het stuk weiland tegenover Huize
„Noorduin", waarop zich een tennisveld en bloe
misterij met broeikassen en bergplaatsen bevon
den, tegen exploitatie door bouwspeculanten te
vrijwaren.
Het vierkante oppervlak tusschen Dr. Dirk
Bakkerlaan en Vijverweg is, om een uitdrukking
uit bedoeld adres over te nemen: „een doorn in
het oog van eiken Bloemendaler"; vooral aan den
Oostkant langs den weg tusschen Kinheimpark en
Vijverweg is het een rommel.
Sedert November 1923 is er op dat terrein wei
nig veranderd, alleen is er op den hoek Bloemen-
daalscheweg en Bakkerlaan een gebouw verrezen,
waaruit men zou kunnen afleiden, dat dit het begin
is van een totale bebouwing met winkel- of woon
huizen van dien Westkant, en dat is te betreuren.
Door zoodanige bebouwing zou de Bloemen-
daalsche dorpsweg het karakter krijgen van een
stadsstraat en het ruime uitzicht, dat men thans
in Oostelijke richting geniet, zal verloren gaan.
Het hiervoren bedoelde gebouw, „Plein-Vrees"
genaamd, staat er en daaraan is niets meer te
veranderen, doch aan den anderen hoek Bloemen-
daalscheweg—Vijverweg, zou een dergelijk pand
kunnen komen en daartusschen het uitzicht blijven.
„Plein-Vrees", de naam is goed gekozen, want
het groote asphaltvlak daar tegenover, verwekt
bij voetgangers die moeten oversteken, vrees voor
auto's, die van drie kanten kunnen opdagen.
In het bij bovengenoemd adres gevoegde platte-
grond-teekening is dan ook ter plaatse een vlucht
heuvel aangegeven. Mbge het gemeente-bestuur
spoedig dien wenk opvolgen.
In opdracht van het Hoofdbestuur van het A.N.V.
heeft Lt. kol. K. E. Oudendijk op 29 September
te Soesterberg aan de Luchtvaartafdeeling der
Landmacht de zilveren eerepenning van het Alge
meen Nederlandsch Verbond uitgereikt. Dit ge
beurde aan den korpsmaaltijd, gehouden ter eere
van de de lnemers aan den Zwitserschen wed
strijd en aan een groot aantal reserve-officieren,
die dien dag* waren beëedigd en in de burger
maatschappij terugkeerden. Ongeveer zeventig
officieren zaten aan.
Overste Oudendijk hield een rede, waarin hij
o.m. opmerkte, dat, wanneer een Engelsch Minis
ter van het vliegwezen onbewimpeld verklaart,
dat de Nederlandsche burgervliegers tot de eer
sten van de wereld behooren, dit voor een zeer
groot deel te danken is aan de L.V.A,. die al onze
burgervliegers heeft opgeleid. Bovendien hebben
onze vliegers zoowel eenige jaren geleden te
Gothenburg als nu weer in Zwitserland den naam
van Nederland in den vreemde hoog gehouden.
Van den Lt. kol. van den Generalen Staf, com
mandant der Luchtvaartafdeeling, ontving ons
Hoofdbestuur een hartelijke dankbetuiging voor
dit blijk van waardeering aan het korps.
Helden der Lucht.
De welgeslaagde luchtreis van Luit. Koppen van
Amsterdam naar Batavia, met de „Postduif", af
gelegd in 9 dagen, is een nieuwe schitterende
overwinning door Nederlandsche vliegers behaald.
In de 16de en 17de eeuw waren de Nederlan
ders almee de beste zeevaarders; dat ras bleef
leven en openbaart zich thans voor de bewonde
rende wereld in de lucht.
Hoe zeker zijn ook onze luchtvaarders van hun
zaak en hoe bescheiden is zulk een prachtige tocht
voorbereid en aangekondigd, zonder ophef, in
overeenstemming met den geest van eenvoud, die
groote daden van Nederlanders pleegt te ken
merken.
Het deed ons genoegen, dat Mr. A. B. Cohen
Stuart bij de huldiging te Batavia, namens het
A.N.V., gevoelens van bewondering heeft vertolkt,
die ook het A.N.V. bezielen voor zulke dragers
van Neerlands beste eigenschappen: durf, moed,
uithoudingsvermogen en betrouwbaarheid.
De nieuwe overwinning, die een blijvende lucht-
verbinding voorspelt, is een prachtig vervolg op
den schitterenden tocht in Juni—Juli. Toen heeft
het Hoofdbestuur de K.L.M. geluk gewenscht in
deze bewoordingen:
„De gevolgen van dergelijke uitingen van volks
kracht kunnen niet hoog genoeg worden aange
slagen. Zij hebben gunstigen invloed op de natio
nale gevoelens van het geheele volk, kunnen niet
nalaten ook in> Nederlandsch-Indië een diepen in
druk te maken en geven het volle recht te ver
trouwen, dat de daar werkende ontbindende ele
menten zullen worden lamgeslagen.
De verbinding door middel van vliegtuigen en
radio-uitzendingen zal het middel zijn, om de beide
belangrijk te deelen van het Rijk nauw aan elkaar
verbonden te houden.
De mannen, die Uw vliegtuig op zoo uitnemende
wijze naar Indië hebben geleid, verdienen den
dank der natie."
Een medewerker van het Fransche dagblad „Le
Temps" prijst Nederland in dat blad als het „land
van den vrede".
Hij teekent aan, dat Nederland meer en meer het
land van vrede en recht wordt. Het Hof van inter
nationale justitie had zijn zetel niet beter kunnen
kiezen, want Den Haag schijnt aan verzoening en
kalmeering gewend te zijn. Geen atmosfeer was
gunstiger voor het werktuig van eendracht, door
den Volkenbond gesmeed, en dat meermalen nut
tig heeft gewerkt. Nederland kan er trotsch op
zijn, souvereine rechters te huisvesten, zonder ge
lijken, zonder appèl, die de schitterende taak ver
vullen: het recht aan de volken te verkondigen.
De „Philosophischer Weltanzeiger" teekent aan,
dat „ofschoon Nederland niet tot de klassieke
landen der wijsbegeerte behoort", het van alle
landen der wereld het grootste aantal wijsgeerige
tijdschriften per hoofd der bevolking bezit en dat,
wie heden grondig Hegel wil bestudeeren, Neder
landsch moet kennen.
Wij moeten 't waardeeren dat dit in een buiten-
landsch blad gezegd wordt.. Dat maakt in zekere
kringen in zeker land, waar men met alle geweld
elkaar en nog liever- aan anderen, die den
De Minister van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw deelt in de Mem. van Antwoord op hoofd
stuk V der Staatsbegrooting 1928 mede, dat voor
stellen zijn te verwachten nopens een wettelijke
regeling van samenwerking van gemeenten. De
Minister heeft het ontwerpen van de regeling op
gedragen aan een vijftal burgemeesters en een
hoofd-ambtenaar van het departement des minis
ters. Ongetwijfeld heeft de krachtige stem in den
lande tegen het door annexatie ruw ingrijpen, ver
nietigen vaak van bloeiende gemeenten, de inter
mezzo-Regeering tot dezen stap gedreven. Reeds
in den Troonrede werden „wettelijke maatregelen"
nopens deze materie aangekondigd.
Men kan nu wel veilig aannemen, dat voorstel
len tot wijziging van de Gemeentewet, ter aan
vulling met de te ontwerpen bepalingen, in het
loopende zittingjaar de Staten-Generaal zullen be
reiken. Of het Wetsontwerp aan de vele verlan
gens, nopens dit vraagsuk zal beantwoorden, is
moeilijk te zeggen. Vijf burgemeesters zullen een
ontwerp gereed maken. In dezen maatregel zit op
zichzelf reeds veel goeds, maar toch is het niet
van belang ontbloot, welke burgemeesters zich
voor deze taak zetten. Zijn het de burgemeesters
der vijf grootste gemeenten, dan vreezen wij
moeten de bedreigde kleinere gemeenten voorals
nog maar niet te veel optimist zijn. Ht doel im
mers van de wetswijziging is: geen annexaties
meer dan in zeer bijzondere gevallen en met volle
instemming van te annexeeren gemeenten. Groote
gemeenten zullen immer een neiging tot grensuit-
breiding blijven toonen, ongetwijfeld. Wil dus het
ontwerp aan de verwachtingen beantwoorden, dan
zal als uitgangspunt moeten gelden: geen annexa
ties meer. Maar dan zullen juist de burgemeesters
van groote steden niet de meest objectieve per
sonen blijken te zijn.
Te dien opzichte zijn de ervaringen der laatste
jaren voldoende.
Wachten we echter eerst eens af, wat de com
missie zal brouwen.
Intusschen aldus de Minister Kan in zijn
Memorie van Antwoord kan niet worden toe
gezegd, dat vóór de totstandkoming van de aan
gekondigde Wetswijziging, geen enkel annexatie-
ontwerp aan de Kamers zal worden aangeboden!
De minister houdt hier den bekenden ambte
lijken armslag. Rotterdam's plannen! Het record
van alle voorgaande annexatie-plannen?
In elk geval geven de pogingen om te komen
tot een regeling van Wettelijke samenwerking,
hoop voor de toekomst, niet het minst ook voor
Bloemendaal.
Onder bovenstaanden titel uit een abonné zijn
klacht over het onaesthetisch aspect van de bou
levard onzer gemeente, als volgt:
Als men komt vanaf Sparrenheuvel en Mollaan
dan schijnt het wel of men het er op heeft toe
gelegd den Bloemendaalscheweg, begin van de
eigenlijke dorpsstraat, zoo leelijk mogelijk te
maken.
De kapel van Bloemoord, die leeg staat, maakt
al dadelijk een onaangenamen indruk en dan het
onooglijk smalle voetpaadje langs die plaats, nog
belemmerd door overhangende takken van de
heesters in den tuin. De' eigenaars, rasechte
Bloemendalers, moesten wel een strookje aan de
gemeente cadeau doen.
Opeens staat men aan het groote asphaltvlak.
dat men naar den een of anderen kant moet over'
steken, links of rechts, beiden even gevaarlijk.
Kiest men rechts, dan valt het oog op het nare
bouwsel, waarin een drogisterij en een boekwin
kel zijn ondergebracht en verder op den drukken
gevel van kapper Meeuwig. Zijn weg vervolgende
ziet men de laagvlakte, waarop tennisveld, broei
kassen, weiland, hokken en hoopen grint en steen
een chaos vormen.
Verder oploopende naar de winkelstraat zijn de
twee verbouwingen ook al hinderlijk, maar dat is
van voorbijgaanden aard, doch onherroepelijk is
aan het einde het verknoeide Rustenburg. De def
tige, mooie villa ver^mkeremaand achter een
modern landhuis en eindelijk ruïnes van het voor
malig bosch, waarin de breede weg naar Bosch
en Duin.
Men kan niet verwachten dat vorenstaande be
schouwingen iets ten goede zullen uitwerken, want
door de gecompliceerde toestanden van eigen
domsrecht, servituten enz., zullen er jaren voorbij
gaan alvorens verbeteringen kunnen worden tot
stand gebracht, maar dat ze instemming zullen
vinden, dat verwachten we stellig.
BLOEMENDAAL.
Gecombineerde uitvoering „Sursum"C.J.V.
Woensdagavond werd er door het Chr. Fan
farecorps „Sursum" met medewerking van de t
Chr. Jongemannen Vereeniging „Bloemendaal" een
uitvoering gegeven ten bate van het te stichten
jeugdgebouw in Hotel „Vreeburg" alhier.
De goed gespeelde nummers van „Sursum" wer
den vlot afgewerkt. Bij de pauze werd het geduld
van het publiek op de proef gesteld voor de één-
acter „Buren" van Herman Heijermans; het ge
reedmaken van een tooneel ds een tijdroovend
baantje. Dat neemt niet weg -dat het geduld weer
rijkelijk beloond werd met het kluchtige stukje,
dat nu werd opgevoerd. We zouden haast
schrijven, hier spelen geen dilettanten maar be-
roeps-artisten; vooral Piet Brandsma en Johanna,
zijn vrouw, speelden zeer goed.
't Was een gezellige avond; 't is te hopen, dat
door deze uitvoering weer een aardig bedrag
voor het jeugdgebouw is binnengekomen.
De B.V.C. gaat jubileeren! De voetbalver-
eeniging „Bloemendaal" bestaat deze maand 25
jaar. 15 November 1902 is de datum, dat zij werd
opgericht.
Het bestuur heeft tot dat doel een feestcom
missie benoemd, die zich met de voorbereiding en
uitvoering der herdenkingsfeesten zal belasten.
Deze commissie bestaat uit de heeren: H. A.
Jansen, G. Strik, W. Both, A. Cassee, J. Schreur
en J. J. Lansdorp. De feestelijkheden zullen plaats
heben op 7 Januari a.s.
AERDENHOUT.
Faillissementen. Door de Haarlemsche recht
bank is o.m. in staat van faillissement verklaard:
C. Koker, makelaar, alhier woonachtig Madelieven-
laan 9B.; curator Mr. T. A. M. A. van Löben Seis,
te Haarlem.
HAARLEM.
Een internationale zangwedstrijd te Haarlem
op komst I
Het dubbelmannenkwartet „Inter Nos", Direc
teur Nico Hoogerwerf, zal ter gelegenheid van
haar tweede lustrum ün October 1928 een Inter
nationalen zangwedstrijd uitschrijven voor solo
mannenkwartetten, -dubbel mannenkwartetten, ge
mengd dubbelkwartetten, kleine mannen- en kleine
gemengde koren, waaraan tevens een afdeeling zal
worden verbonden voor prima vistazang. Een uit
voerend comité is gevormd en heeft de voorbe
reiding dn handen genomen.
Het is als volgt samengesteld: Voorzitter: J. J.
Biestraten, Majoor, Garnizoens-Commandant te
Haarlem; Secretaris: K. Zeilmaker; Penningmees
ter: J. P. Kok. Leden: kap. K. A. Rövekamp,
P. J. M. v. Tetering, Nico Hoogerwerf, Ant. Meijer,
J. Dal en W. Alphenaar, allen te Haarlem en J. A.
Houtzager, notaris te Amsterdam.
Ook een eere-comité zal worden gevormd,
waarvan de burgemeester, de heer C. Maarschalk,
het eere-voorzitterschap heeft aanvaard.
Het uitvoerend comité' zal eerstdaags een be
roep doen op de burgerij van Haarlem en om
streken om door het vormen van een garantie
fonds de uitvoering van de plannen te helpen
mogelijk maken; daartoe zullen binnenkort circu
laires worden rondgezonden.