jBloemenmagazijn „De Dahlia" l F MUZIEK PLAATSELIJK NIEUWS AD VERTENTIEN Ingezonden Mededeelingen Weekblad voor Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout, Bent veld, Vogelenzang, jCleverpark (Haarl.) en Santpoort-Station ABONNEMENTEN Bloemcndaalscheweg 42 Telefoon 22324 Post-Cheque- en Gironummer 73407 Haarlem's plannen J Verbindingsweg - Bloemendaal - Telefoon 2233S J Het adres voor alle Bloemwerk speciaal voor Bruidswerk en Kransen POELIER VAN DER STAD HAARLEM S A, HL van der Steur Jr. Uitzending van Diners aan huis I C. J. Gude - Cuisinier Rusthoek - Bloemendaal P. TIM Zaterdagen Februari 1928 Per regel0.20 Kleine annonces „vraag en aanbod" 1 tot en met 5 regels0.50 elke regel meer „0.10 (le pagina) per regel 0.45 (volgende pagina's) 0.40 Bij contract speciale tarieven. Derde Jaargang No. af ctiUz Per jaar3. Per half jaar1.60 Per drie maanden0.85 (Bij vooruitbetaling te voldoen). Abonnementen kunnen op ieder tijdstip aanvangen. Losse nummers a 5 cent ver krijgbaar bij den boekhandel en aan het bureau van dit blad Uitgever: G. Eikelenboom - Bloemendaal Bureau voor Redactie en Administratie) Laten we genieten van het leven. Laat ons lachen en schertsen, kinderlijk dwaas doen, doch laat ons nooit den draad loslaten, die ons met het eeuwige verbindt. Laten we onze heiligste gevoe lens ongeschonden laten en probeeren de con- sequentie's ervan te dragen. M. N. ZWAAN. LIEFDELIED lk min u die hooger uw droomen draagt dan luwe bedwelming van kus of gestreel; ik schamele vrouw, die u simpel vraagt den steun van uw handen als liefde-deel. Ik weet dat uw liefde soms hooger gaat dan die voor een vrouwe, dan die voor een kind; ik weet dat ge uw eigene lusten haat omdat ge de menschen zoo veel bemint. Ik weet dat uw oogen den honger raan, die schreit door de gouw; den honger der zielen 'k wil wakend en sterk aan uw zijde staan mezelve vergetend; meer mensch dan vrouw. Zoo zal 'k u begrijpen en stille bevroên uw goddelijk zwijgen, uw menschelijk woord; dat wil ik alleen voor mezelve nog doen: geen avond meer peinzen dat gij me behoort. Uw kiel is der menschen, ze hoort niet aan mij; en mag ik niet dragen die lampe van God, ik wil .in heur branding zoo schoon zijn als gij en derven om schoonheid al ijdel genot. Zoo zal 'k u niet haten om wat gij me deedt; de liefde die enkel op passie berust vergaat bij de scheiding tot haat en leed, als alle de kussen zijn uitgekust. Maar zoo ge vermoeid van de ondankbre taak naar liefde mocht hunkren van vrouw die u mint, bewaar voor die ure mijn lieve wraak: 'k zal weer tot u komen als liefde-kind. ALICE NAHON. In ons vorige nummer schreven wij, dat er geen week voorbij gaat, of men leest (in de ècht-Provin- ciale-dagbladpers der Spaarnestad) van het een of andere groote plan, dat is uitgebroed en dat dan vanzelfsprekend moet aantoonen, dat Haarlem b zig is zich enorm te ontwikkelen. In min of meer onderbroken tempo's heeft men, vanaf 1917 onge veer, zijn fantasie den vrijen teugel gelaten over het uitdenken van allerhande p 1 a n n e n. De groot- sche, en nuchter beschouwd werkelijk fan tastische plannen van „Haarlem-Zeehaven", hebben vanaf 1917 dienst gedaan als krachtargu ment ter bereiking van de grenswijziging. Geen ernstig stadsbestuurder geloofde ook maar een oogenblik aan de mogelijkheid om te Haarlem een Zeehaven te kunnen houden, wat het aanleg gen reeds bij voorbaat moest uitsluiten. Als kracht-argument, ter verdediging van de grens wijzigingsplannen, kon het havenplan echter goede diensten doen. Maar nauwelijks was de inkt, waarmede de Annexatiewet in het staatsblad af gedrukt werd, droog, of men) haastte zich te Haar lem erop te wijzen, dat de idee „Haarlem-Zee haven", toch eigenlijk maar moest worden losge laten. Daar kon eenvoudig niets van komen! Haarlem aldus redeneert men verder moge dan geen „grootsche" (ideote, zou de waarheid meer benaderd hebben!) plannen meer hebben, het heeft toch stellig nog „groote" plannen. En nu is men weer druk bezig met het ontwerpen van nieuwe havenjplannenü Wanneer er nog eens uitvoering zal worden gegeven aan haven plannen, dan zal een ieder, die zich van dat „groote" werk iets werkelijk grootsch voorstelt, wel zeer teleurgesteld worden. Men moet de werkelijk bestaande behoefte aan een haven in het N. R. Spaarne trachten te zien met een blik, die niet door grootheidsgedachte, fantasie, beneveld is. Zeker, er zal zich in de nabije toekomst meer industrie gaan vestigen te Haar lem, maar als men onderstelt, dat daarvoor een haven noodig is, overdrijft men lichtelijk. De ves tiging-van-industrie te Haarlem hangt voor een niet gering deel samen met het al of niet vlug Bekroond met hoogste onderscheiding ORIGINEELE ONTWERPEN VOOR TUINAANLEG 2 normaliseeren van de Spaarneboorden tusschen den Spoorbrug over het Spaarne en Spaarndam. Het N. R. Spaarne is breed. Wanneer de boorden worden voorzien van een degelijken verkeersweg; wanneer vooral aan de Oostzijde, de industrie de hand wordt toegestoken door aanleg van gas-, electiische- en waterleiding, dan zal de zich ves tigende industrie daar meer mee geholpen zijn, dan met de aanwezigheid van een haven,. Men spreekt van een overlaadhaven. De noodzakelijkheid daar van is nog nimmer gebleken; wel is er noodig een haventje, waar vijf tot tien groote Rijnschepen enkele dagen kunnen liggen, om de doorvaart in het N. R. Spaarne vrij en ruim'te houden, maar zoo'n haven is geen levensbelang voor Haarlem, terwijl de „streek", dat zijn o.a. de ringgemeenten, er in het geheel geen belang bij kunnen heb ben. Deze meening sluit geheel aan op de plan nen van Haarlem, om te trachten, de sluizen te Spaarndam, welke thans nog van en in beheer van het Hoog Heemraadschap Rijnland zijn, over te nemen en onder gemeentelijk beheer te bren gen. De sluizen zullen, het is reeds gezegd, hun zelfde afmetingen houden. Waardoor het dus uitge sloten, is, dat grootere schepen, dan thans tot aan de Lichtfabrieken komen, het Spaarne zullen be varen. Dit is het h a v e n p 1 a n van Groot-Haar lem, nuchter bezien, tot haar ware proporties teruggebracht. Elk ander geschreeuw over de groote plannen is humbug en maakt de zaak bespottelijk. Haarlem heeft nog méér plannen, o ja! In de eerste plaats het grootsche, plan, prachtig uitgewerkt, van wegenaanleg in en door en rondom Haarlem. Een reuze stuk werk, maar ook al weer enkele jaren oudDaarom zijn er al weer tal van andere plannen, beoogende het zelfde doel of ongeveer hetzelfde doel. Men spreekt nu van „een ringweg om de stad"; van een ver bindingsweg Amsterdamsche - Straatweg - dwars door Haarlem-Noord naar Bloemendaal; een ver bindingsweg Amsterdamsche Straatweg, langs den Hout in de richting Zandvoortschelaan. De aanleg van zoodanigen weg geven wij een goede kans! Voorts is daar het plan van aanleg van een ver bindingsweg van Haarlem-Noord naar Spaarndam; een verbindingsweg van Haarlem-Noord in de richting IJmuiden en het plan van aanleg van een Noorderhout, d.i. op de terreinen tusschen den Rijksstraatweg Haarlem-Alkmaar en de oostelijke grens van Bloemendaal! Men ziet, er zijn plannen in overvloed te Haarlem. Spreken we nog maar niet van de hon derd kleine plannetjes, waarvan men af en toe leest en hoort. Hoe lang hangen al de autobus- en tramplannen? Alleen hierover zijn thans zooveel plannen, dat ingewijden, het complex plannen een chaos noemen. Nu zou men de vraag kunnen stellen: „Hoe komt het toch, dat men in Haarlem zoo rijk is aan fantasie en dat men daar het ééne plan na en soms met het an dere fabriekt?" Het antwoord daarop moet zijn, dat er geen gang zit in het forsch aanpakken van bestuurszaken. Haarlem is eert groote provincie stad, met gewoonten en gebruiken van zoo'n stad, maar het neemt grootere allures aan. Men moest zich wat meer tot de daad bepalen. Plannen zijn er genoeg; daden niet veel. Er is een tijd geweest, enkele jaren geleden, dat er in het bestuur van Haarlem een bijzondere ken tering was waar te nemen. Het gemeentebestuur, waarin toen een paar jonge wethouders waren op genomen, scheen den goeden weg te zijn opge gaan. Die periode is ras voorbijgegaan. Thans houdt men alles weer slepende. Iets werkelijk „grootsch" ziet men niet. Geen forsche hand aan het gemeentelijk stuurrad; geen krachtmenschen, die werkelijk boven hunne tijdgenooten uitsteken, sieren het bestuur van Spaarnestad, die „een levende stad" zal moeten worden in de verbeel ding van een der Schepenen op het Prinsenhof. Nu weten ook wij zeer wel, dat „financiën" een ernstig woordje meespreekt bij het voeren van een krachtig, opstuwend en voortstuwend beleid. Maar geldt dat argument dan niet voor een stad als Amsterdam b.v.? En ziet wat daar gebeurt. Daar ziet men bravourstukjes van gemeentelijk beheer uitgevoerd, 't Is of een andere geest en bezieling van dat Stadsbestuur uitgaat en de bevolking be geestert. Daar komen werken tot stand, waarvan men in Haarlem niet droomen durft. Wij meenen, dat men in Haarlem er goed aan doen zal, het fabrieken van allerhande plannen voorloopig maar stop te zetten, en dat men eerst maar eens wat daden van werkelijk krachtig besturen moest toonen. Plannen, en altijd maar weer plannen, het wordt vervelend tenslotte en kunner.' slechts den lach- en spotlust opwekken. Men komg nu eens met daden in Groot- Haarlem. Vóór de annexatie kan Haar lem zich niet uitleven, heette het. Nu is er ge legenheid en is er de noodzakelijkheid voor het leveren van bewijs, dat expansie-mogelijkheden geopend moesten worden voor Spaarnestad. Een en ander over de Beethoven-kwartetten en de uitvoering daarvan door het Capet-kwartet. Reeds sedert 4 Februari brengt Capet ons in een reeks concerten in den Stadsschouwburg te Haar lem de 17 kwartetten van Von Beethoven, 't Is jammer, dat twee keer daarvaj samenviel met de belangrijke concerten der H.Ó|V„ zoodat het hart van menig muziekminnaar hëjyij! zal gebalanceerd hebben „eritre ces üeüx Donderdagavond bracht de H.O.V. ons n.l. de pianiste Elsa Nolthenius met het bes kl. t. concert van Osaikowsky en Zondag middag a.s. Siegfried de Boer, violist, met het Glazounow concert (niet te verwarren met Willem de Boer, de bekende Hollandsche violist, die nog steeds te Zurich werkzaam is). Tot mijn spijt kon ik niet alle Capet-avonden en matineé's volgen. In den Stadsschouwburg, kwam de muziek beter tot haar recht als in 1925, toen de groote concertzaal gekozen was: natuurlijk zal een kwartet pas bij uitstek passen in een niet te veel gestoffeerde mu ziekkamer. Capet volgde de idee van zijn leermeester Mau- rin, om de kwartetten van Von Beethoven uit te voeren; reeds als student aan het Parijsche con servatorium vatte C. het ideaal dus op om een kwartet te vormen, dat op de meest sublieme wijze die prachtige werken overal bemind zou maken. Reeds vanaf 1894 bestaat het ensemble, ver scheidene keeren echter door verschillende kun stenaars samengesteld. Na vele reizen kwam Capet in ons land in 1903. Sedert 1912 vooral zijn zij trouwe bezoekers gebleven, terwijl zich nu de mare verspreidt, dat het quartet ontbonden zou worden, met 't oog op C.'s overdrukke paedagogi- sche werkzaamheden; laten we echter hopen, dat zulks nooit zal gebeuren. In 1912 viel de bijzondere aristocratie van het spel op, toen Marcel en Henri Casadesus als cellist en altist met Hewitt als tweede violist deel uitmaakten van Capet's kwar tet. Men kent toch algemeen de begaafde familie Casadesus zeer goed, ook door de „Société des Instruments Anciens". Toen Marcel Ce. in 1914 sneuvelde, moet het voor de kunstbroeders een vreeselijke leemte gegeven hebben; Camille Delo- belle vervulde in 't vervolg de taak van Marcel. Henri Casadesus ging het kwartet verlaten om zich meer aan de „Soc. d. I. A." te wijden: zijn plaats als altist wordt sindsdien ingenomen door Henri Benoit, terwijl Maurice Hewitt nog steeds als tweede violist verbonden is. Prachtig ook hebben deze kunstenaars zich bij elkaar aangepast, zoo dat de kwartetten van Beethoven in de meest schoone weergave tot ons komen. Wie ooit een blik heeft geslagen in de werkplaats van den groo- ten violist Capet, o.a. in zijn standaardwerk „La technique supérieure de l'Archet" zal begrijpen, hoe na hem de meesterwerken van v. Beethoven aan 't hart liggen: voortdurend vallen ook onder zijn notenvoorbeelden phrasen uit de 17 kwartetten van den grooten componist: met de meeste zorg en liefde voor Beethoven's scheppingen heeft Capet elke maat, elke nóót overdacht om tot de schoonste uitdrukking te geraken. Velen is het wel bekend, hoe Beethoven, nadat hij zijn groote werken, o.a. de 9 Symphonieën, geschreven had, naar de quartetvorm greep om zich te uiten. In 1800 verschenen de eerste 6 on der het opusnummer 18. De toon in deze werken is optimistisch; véél vloeit er doorheen, zijn ver eering voor de werken van Haydn en Mozart, doch vaak komt reeds de echte Beethoven uit den hoek. De drie kwartetten Op. 59 dragen veel rfieer zijn persoonlijke trekken, ze zijn rijk aan ernstige mu zikale gedachten, v. B. droeg ze op aan graaf Rasoumowsky, russisch gezant te Weenen; B. vlocht in verschillende deelen van deze werken „thèmes russes", weshalve zij de benaming de „Russische kwartetten" kregen. Opus 74 is het z.g. „Harfenquartett", dat vol licht en gelukkige inspi raties is. Na dit volgt Op. 95 het „Quatuor Serioso", dat geladen is van innerlijke beroeringen. Pas na 14 jaren, waarin Beethoven vele en onaangename conflicten met de buitenwereld en zijn steeds erger wordende doofheid hem tot een ramp was gewor den, toen componeerde hij Op. 127, dat in 1826 werd gevolgd door de uitgave van de opera 130 131132133 en 135. Met Or. 130 breekt v. B. met den geijkten vorm: het is z es-deelig, het volgende heeft zeven deelen. De groote fuga Op. 133 is eigenlijk oorspronkelijk het slotdeel van Op. 130. Heel eigenaardig heeft Op. 135, het laatste kwartet, weer den vier-deeligen vorm, en ook is het minder zwaar dan de voorgaande. Vooral die laatste wer ken moet men door het Capet-kwartet hooren ver tolken, om ze in hun volle schoonheid te genieten. Morgen, Zondagmiddag sluit de reeks concerten, waarna ook dit exquise geestgenot wederom tot het verleden zal behooren. ELSA VAN DEN BOSCH. IN MEMOR1AM. Mr. J. H. MONNIK. Kl. Houtstraat 136 e Telefoon 10188 Opgericht 1870 2 SC Kleverparkweg 154 Tegenover de Middelbaar Technische School lstc klas Hccrcn^ en Dameskleermakerij Opgericht 1903 - Telefoon 10303 Steeds nieuwe dessins. Nieuwe stoffen en modellen voorhanden j Iordensstraat 74 - Haarlem - Telefoon 13132 J Prijscourant wordt op aanvrage gaarne toegezonden Zondag j.l. is te Sommerset West. Kaapkolonie (Zuid-Afrika) overleden Mr. J. H. Monnik, die tot midden 1924 hier ter plaatse woonachtig was en te Haarlem als advocaat en procureur werkte. Sindsdien had hij zich aan den landbouw verbon den en was als farmer in Zuid-Afrika gevestigd. Met hem is een der bekendste Bloemendaalsche persoonlijkheden overleden, een algemeen geacht en bemind persoon, die niet in de eerste plaats leefde voor zichzelf en voor zijn gezin, doch ook voor anderen. Hij was de stuwkracht in de Gereformeerde Kerk. Mede door zijn wijs doorzicht en zijn liefde voor het kerkelijke leven, werd te Bloemendaal de Gereformeerde Kerk geïnstitueerd, waarin hij als diaken en later als ouderling een onmisbare wer ker werd. Het vertrek naar Zuid-Afrika was voor de Gerefomeerde Kek een zware slag. Mr. J. H. Monnik is mede opzichter geweest van een Evangelisatiegebouw te Santpoort, die later na zijn vertrek tot kerk werd geïnstitueerd. Tijdens die totstandkoming van een gebouw voor de Gere formeerden te Santpoort, heeft de heer Mr. J. H. Monnik getoond een man te zijn in den volsten zin des woords, een persoonlijkheid, met een goed doorzicht, die zich gaf en ook met mid delen ten dienste stond, waardoor de leden der kerk te Santpoort van een stal een behoorlijke vergaderzaal konden maken; zelfs een flink har monium werd voor dit doel door Mr. Monnik af gestaan. Zijn overtuiging was, dat te Santpoort binnen enkele jaren een kerkgebouw zou verrijzen, toen er nog maar enkele families van deze gezindte woonden. En nu, ongeveer 3'/2 jaar later, kan men constateeren den gestadigen groei en vooruitgang van deze gemeente, zoodat er reeds plannen zijn gemaakt om tot kerkbouw over te gaan. c De_ Haarlemsche correspondent van de Stan daard schrijft_over dit verscheiden: In Mr. J. H. Monnik, die te Zuid-Afrika is over leden, zooals reeds gemeld, is aan de Antirev. Partij een bekende persoonlijkheid ontvallen. De overledene, die in 1878 te Vorden is geboren, liep het Chr. Gymnasium te Zetten af en studeerde daarna aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, waar hij 19 December 1907 promoveerde in de faculteit der rechtsgeleerdheid. Nadat hij eerst eenigen tijd op een advocatenkantoor te Amster dam was werkzaam geweest, vestigde hij in Mei 1908 zich als advocaat en procureur te Haarlem. Hij mocht zich al spoedig in een drukke rechts- practijk verheugen. Vooral in civiele zaken trad hij meermalen met succes op. Toen in 1909 de heer A. Gravestein aftrad als voorzitter der antirev: kiesvereeniging, wegens zijn benoeming tot burgemeester van Urk, volgde Mr. Monnik hem als voorzitter op. Onder zijn presidium werden meermalen belangrijke aangelegenheden aan de orde gesteld. Onder meer herinneren wij aan debatten, gevoerd over de quaestie van de openbare leeszaal. Wij herinneren ons verder nog, dat Mr. Monnik een leerzame lezing hield over het ontwerp Armenwet. Geruimen tijd heeft Mr. Monnik de Gereformeer de Kerk van Haarlem als diaken gediend. Later diende hij na zijn vestiging te Bloemendaal, de Kerk van Bloemendaal als zoodanig. Vooral door zijn toedoen heeft de Kerk van Bloemendaal een radio-uitzender gekregen. In de tijden van de annexatie, en wel in de eer ste tijden, dat die aangelegenheid aanhangig was, diende Mr. Monnik de gemeente Bloemendaal van advies. Het anti-annexatie-comité te Bloemendaal vond in hem een leider. Zaal disponibel voor vergaderingen, partijen enz. Ook zeer geschikt voor besloten dansclubs TIMMERMAN AANNEMER J □ELFTKADE No. 2 TELEF. 12334 - NA MEI 1928: 23017 J HET ADRES VOOR J BURGERWERK EN VERBOUWINGEN Van 1908 af tot aan zijn heengaan uit Bloemen daal, was Mr. Monnik adviseur der Zandvoortsche Handelsvereeniging. Hij is ook geweest de advi seur van den Bond van mineraalwaterfabrikanten. De middenstandsaangelegenheden hadden zijn volle aandacht. Op het in 1923 te Breda gehouden Middenstandscongres was Mr. Monnik prae-advi- seur over de faillissementswet. Later associeerde Mr. Monnik zich eerst met Mr. Bruch en daarna ook niet Mr. Simons. Zijn advo catenkantoor werd een der drukste van Haarlem. Vooral zijn groote beginselvastheid trok aan en zijn trouw aan de Gereformeerde belijdenis. In 1924 vertrok Mr. Monnik naar Zuid-Afrika om zich daar aan den landbouw te wijden. Het heengaan van hem op nog zoo betrekkelijk jongen leeftijd is te Haarlem met groot leedwezen vernomen. Opening van de nieuwe Showroom van Gebrs. Beekman. Hedenmiddag 3 uur zal de nieuwe Showroom van Gebrs. Beekman in gebruik wor den genomen. De rijwielafdeeling Bloemendaalscheweg 107, waar tevens de kantoren gevestigd zijn, en de rijwiel- reparatie-inrichting, zijn vanaf heden in de nieuwe verbouwde auto-af deeling, achter de showroom, aan den Bloemendaalscheweg 50-54 ondergebracht. Hedenmorgen haddèn we het genoegen een kijkje te nemen in de nieuwe zaak. Ten eerste komt een woord van lof toe aan den heer H. W. van Kempen, architect, alhier, die deze verbouwing tot stand bracht. De voorgevel, wat voor den aanblik het voor naamste mag genoemd worden, is modern uitge voerd, en in 't oog loopend door den eigenaardigen bouw. Het is schijnbaar de bedoeling geweest van dén architect om „iets aparts" te geven, en wij mogen zeggen, dat hij hierin zoowel in de uitvoe ring van exterieur als van interieur volkomen is geslaagd. Het glas in lood, waarin de naam van de firma „Gebrs. Beekman" met aan de eene zijde een rijwiel- en de andere kant een auto-figuur doen zeer aardig aan; eveneens de lichtbak met het woord „Garage", het lijkt ons toe dat de glas-in- Iood-uitvoering vooral bij avond zeer goed tot haar zal komen. Een benzinepomp is aan den weg geplaatst, daar voor is een tank in den grond gebracht welke niet minder dan 6000 liter benzine kan bergen; de be staande benzinepomp in de inrij van de garage blijft gehandhaafd. Bij het binnentreden in den showroom valt het al dadelijk op, dat er voor een zeer goede dag verlichting is gezorgd. Staat men voor aan den weg, dan kan men door de showroom heen een blik werpen tot achter in de garage. In de show room staan de bekende merken van automobielen en rijwielen geëxposeerd, waarvan de fa. Gebrs. Beekman de vertegenwoordiging heeft. Verder is een ruime stofvrije vitrine aanwezig, waar onder- deelen van auto's en rijwielen op smaakvolle wijze zijn uitgestald. Achter de showroom is een afdeeling voor rij wielreparatie. Ook dit gedeelte ziet er keurig verzorgd uit; we vinden het eigenlijk wel jammer, dat dit aardige apartementje tot werkplaats wordt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Bloemendaal's Editie | 1928 | | pagina 1