BOEKBESPREKING VAN HIER EN DAAR n GOEDE WENKEN H IsS KERK-AGENDA PW BURGERLIJKE STAND VOOR DE KINDEREN BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN WETENSWAARDIGHEDEN NAGEKOMEN BERICHTEN VAN DEN GEZONDHEIDSRAAD ONS KINDERHOEKJE xxxxxxxxx A. Af. de Jong, Merijntje Gijzen's Jeugd, hl de Draaikolk. Em. Querido's Uit gevers-Mij., Amsterdam. Merijntje is onze kleine vriend geworden. Dik wijls met ontroering, dikwijls ook met vermaak hebben wij meegeleeid zijn felle, soms radelooze verdriet, zijn stille verrukkingen, zijn stralende vreugd, zijn guitige eigenwijsheden. Zoo ontvingen wij dit nieuwe deel van zijn ge schiedenis met de blijdschap, waarmee wij na vele maanden afwezigheid een welkomen gast begroe ten, verlangend te luisteren naar het relaas, van wat hij ondervonden heeft, sinds wij den laatsten keer hem zagen. Dn wat hij vertelt, heelt onze har telijke belangstelling niet alleen om de merkwaar dige gebeurtenissen, om den ons zoo vertrouwden verteltrant, maar natuurlijk ook om den persoon, dien het betreft. Wij luisteren naar Marijntje met vooringenomen heid. De schrijver heeft zelfs een zeker recht daar op, door het genot, dat hij de vorige malen ons heeft geschonken. Hiertegenover staat, dat wij on willekeurig gaan vergelijken. En het verhaal van verschillende levensphases kan niet steeds in de zelfde mate en op dezelfde wijs ons treffen. Ook dit boek is een goed geschreven verhaal hoe zou het anders kunnen van dezen knappen schrijver! met karakteristieke beschrijvingen, ty- peerendedialogen, met sprekende persoonsuitbeel dingen. De personen, die hier verschijnen in Merijntjes leven, zijn niet zoo tragisch, zoo kleurig of zoo ge voelig en geestig als de Kruik, Flierefluiter of het fijne, wijze, goede Pastoorke, en de gebeurtenissen moeten dus wel minder uitzonderlijk, minder avon tuurlijk zijn en de geestigheden van anderen aard. Daar zijn behalve vader, moeder en kinderen Qijzen, de ruime, goedhartige bootwerker met zijn uitbundige, ai even goedhartige vrouw, het gemoe delijke, ingetogen gezin van den Joodschen groen- tenkoopman, het verwaarloosde stadsschooiertje met zijn streken en zijn onbetrouwbare vriendschap. Merijntje is hetzelfde beminlijk eigenwijze, bezon nen, sterk- en fijngevoelige, schrandere jongetje, maar in vereenstemming met de geheele com positie is in de uitbeelding van zijn bekend per soontje het accent verlegd. Het gezin Qijzen, nu in de groote stad, Rotter dam, waar de vader en zijn oudste jongen in een fabriek werken, beleeft eerst met voldaanheid het genot van wat stadschen welstand het bezit van glimmende meubeltjes, op afbetaling zich verschaft; een glas bier in een café; een schouwburgbezoek dan de ellende van werkloosheid met de schande van de bijna leeg gehaalde woning. Bij deze en de er mee samenhangende ervaringen veruiterlijkt het leven van Merijntje. En zijn zin voor het practische treedt meer in het licht. Wat is hij een handig straatventertje! Maar hij is de naïeve fantast ge bleven, in wiens verbeelding ook het heel alledaag- sche iets groots en moois is. Zijn vader is sneeuw schepper: met trots loopt hij nu naast de kar. Zijn vader zal bootwerker worden, zooals hun sterke vriend: als een glorie vertelt hij het aan zijn kameraadjes. Aan het eind stapt hij als leerjongen de fabrieks- poort binnen. „Hij straalde van vreugde trots". Met het dichtslaan van die poort is Merijntjes jeugd afgesloten. SARAH C. VAN ALPHEN. „Onze Aarde", Mei-aflevering 1928. Uit gave: Van Holkema Warendorf's Uit gevers Mij., Amsterdam. Wij ontvingen heden de Mei-aflevering van het populaire maandschrift Onze Aarde. De inhoud vermeldt: Karavaanreizen door Jenny Visser-Hooft; Prauw vaart van Pasar Ikan via Poeloe Tidoeng naar Bantam in een 25 Pikol-prauwtje door Q. Q van der Kop; De Redwoodbosschen van Californië door F. E. Blaauw; De Soffioni van Toscane door Dr. Ir. S. W. van Bemmelen; Aan 't Qeldersche Kanaal door Dr. A. J. M Qarjeanne; Sprokkelingen; Vra- genbus; Leestafel. Herinneringsvermogen bij slakken. Een der methoden om bij dieren te onderzoeken of zij het vermogen bezitten om ervaringen op te doen en zich dien ten nutte te maken, bestaat daar in, dat men hun op den weg, dien zij moeten afleg gen om hun voedsel of schuilplaats te bereiken, tus- schen twee mogelijkheden de keus laat. Kiezen ze de eene, dan bereiken ze hun doel; volgen ze daar entegen de andere, dan krijgen ze een lichten elec- trischen schok. Bij de meeste proefdieren neemt men waar, dat zij na langeren of korteren tijd alléén den juisten weg kiezen, en dit ook een tijd lang blijven doen. Dr. Th. R. Qarth en mej. Denver, hebben dergelijke proeven met slakken genomen en deelen daarover in het „Journal of comparative Psychology" het volgende mede: De dieren worden in het lange deel van een T-vormigen weg gezet. Aan de vork gekomen, konden ze links of rechts gaan. Rechts gaande be reikten ze een donker schuilhoekje, gingen ze links, dan kregen ze een schok. Bij een der slakken liepen de proeven over 43 dagen. Vijf maal per week moest de slak dagelijks twee tot zes keer den weg afleggen; in het begin deed ze daar wel een uur over. Na den 13den dag kroop ze dadelijk zonder ophouden door. Na de 56ste proef vergiste ze zich nog slechts een enkele maal. Bij dit proefdier nam het aantal vergissingen zéér geleidelijk af en viel waar te nemen, dat het den juisten weg hoe langer hoe vaster in zich opgenomen had. B. Begrafenissen in vroeger eeuwen. Een begrafenis in de 17e en in de 18de eeuw was zeer duur. De nagelaten betrekkingen moesten niet zelden hooge rekeningen betalen aan wijnkoopers en verhuurders van glazen voor den gebruikten wijn en het gebroken glaswerk. Hoe meer wijn er gedronken werd, hoe meer glaswerk er sneuvelde op de begafenis, die soms ontaardde in luidruchtige vroolijkheid. Begrafenissen waren duur ondanks een bepaling in het begin der 15de eeuw, dat er niet meer dan 25 personen in het sterfhuis mochten worden toe gelaten, en een van 1638, waarbij het schenken van wijn en bier verboden was. Men hield er zich een voudig niet aan en zelfs overheidspersonen gaven het slechte voorbeeld door de verordeningen te ont duiken. Zuinige huisvaders zagen alleen al om de duurte geweldig op tegen een begrafenis en tegen den dood. Ook de tijd, waarop de begrafenis mocht plaats hebben, was bij verordening vastgesteld, maar door betaling van een boete kon men zich daaraan onttrekken. En hoe verder van het voor geschreven uur de plechtigheid plaats vond, hoe deftiger, totdat in het laatst der 17e eeuw de def tigheid meebracht ze des avonds of des nachts bij fakkellicht te laten verrichten. Dan liepen de onkos ten zeer op, zooals uit een voorbeeld van 1694 moge blijken: De „aelmoesseniers" 155.kerkbestek ƒ50. huur van 14 lantaarns 14.20; den officier 2.80; lantaarndragers a 3.42.lijkdragers 42.tien jongmans, die de slippen van het kleed droegen, iedere een resonobel 1Ï8.tot een cel- latien 60.twee aansprekers om mede te gaan voor hét lijk uit 6. Wanneer men nu dit alles te zamen telt en er dan nog rekening mede houdt, dat men in dien tijd zeker vier maal zooveel deed als nu met dat be drag, dan krijgt men eenigszins een indruk van de feiten, waarvoor men vroeger bij sterfgevallen kwam te staan. B. Doktersraad. Leeftijd en matigheid. „Wat voor den een goed is, is vergif voor den ander" heeft meer betrekking op den leeftijd des menschen als wel op chemische middelen. De leef tijd heeft capaciteits-grenzen; verder gaan dan de grens, levert groote gevaren op voor den ouderen mensch. Bijna iederen dag kan men lezen van den dood van iemand tusschen de vijf en vijftig en zestig, die, naar allen schijn, den avond te voren nog ge zond was. In het algemeen krijgt men te hooren, dat hij aan den laatsten maaltijd, die aan de bloed uitstorting in de.hersenen voorafging, nog flink ge geten had; de conclusie, welke ik trek is, dat hij nog best had kunnen leven, als hij niet meer voed sel genomen had, dan noodig was om zijn lichaam behoorlijk in stand te houden. Qeen ouder wordend mensch heeft in den regel meer dan een derde noodig van het voedsel, dat hij tot zich neemt. De jonge, actieve mensch, die constant druk bezig is, kan quantiteiten èn.... kwaliteitenvoedsel tot zich nemen, waarover men zich verwondert, zonder daarvan eenigen hinder te ondervinden; zijn spijsverterings-capaciteiten zijn welhaast onbe perkt; zijn spijsverterings-organen zijn nog nieuw; hij bezit de krachten om elementen, welke niet ge- wenscht zijn uit zijn lichaam te weren, en werken; maar met den ouden man en de oude vrouw is het anders gesteld. Ik heb eens een dame, van 52 jaar, schijnbaar -volkomen gezond, aan tafel in zwijm zien vallen; zij had te veel gegeten. Eerst verscheidene dagen later kwam zij weer bij uit haar onmacht. Het was een beroerte, waarna zij verlamd bleef, acht jaar lang, toen stierf zij aan een tweede attaque. Had zij toen maar niet meer zooveel gegeten na die eerste waarschuwing. Niets gebeurt „toevallig", alles heeft een oorzaak en dusook een gevolg. Laten we daarom zorgen de oorzaken goed te doen zijn, dan zijn de gevolgen vanzelf ook in orde. BLOEMENDAAL. Aanrijding. Zaterdagmiddag werd een jeug dige wielrijdster op de Ign. Bispincklaan, rijdende in de richting Vy ver weg, aangereden, door een luxe auto, bestuurd door de heer R., welke van tegen overgestelde richting kwam. B. reed links van den weg; de wielrijdster, meenende dat de auto wilde stoppen, stak den weg over en werd aangereden. Het rijwiel werd beschadigd, de berijdster bekwam eenige ontvellingen aan het linkerbeen. De aangebrachte schade wordt door den heer B vergoed. Een prestatie van „Sursum". Het Christ. Fanfarecorps „Sursum" behaalde on der leiding van haar directeur, den heer Meng, op het op Hemelvaatsdag gehouden concours van den Noord-Holl. Bond van Christelijke Harmonie- en Fanfaregezelschappen te Schagen in de afdeeling marschwedstrijd een len prijs en in de 2e afdeeling concertwedstrijd eveneens een len prijs. Onze hulde voor „Sursum"! DORPSBEGRAFENIS. Bim, bam, Bim, bam, Zoo dreunt er de klok En beiert met kracht Het leed, dat de dood Over 't dorp,'weer bracht. Bim, bam, Bim, bam. Op 't geurige stroo, Gespreid op een wagen, Heeft een vriendenschaar, De lijkkist gedragen. Bim, bam, Bim, bam, Verbroederd door leed Volgt langzaam de schaar, Geleid door de klok, In weemoed de baar. Bim, bam, Bim, bam, Waar wuivende boomen Den akker omgeven. Wacht sombere groeve, Dien scheidde van 't leven. Bim, bam, Bim, bam, Zoo dreunt er de klok En beiert: Volbracht, Volbracht is 't leven Dat ruste nu wacht. A. J. V. Toilatgeheimpjes. tiet lipje van moheres heeft vaak een georek. net wil nooit netjes in het mitluen Olijven zitten, iets wat erg leelijx, staat, net is ecliter gemakkelijk te vernelpen door twee gaatjes in net npje aan den Dovenkant te maken en mei door de veters mee te rijgen. indien uw zijden veters al te spoedig rafelen, kijk dan eens de vetergaaijes in uw sctioenen na. In den regel zijn ze dan aan uen onuerkant los en daar door scnerp geworden. Met een hamertje kunnen ze worden plat geslagen. Schoenen met nouten hakken, bekleed met peau- de-suede, lak of leer, moeten direct worden nage zien, zoodra het stukje leder, dat ouder den hak zit, wat uun begint te worden, daar anders het oekleedsel gaat rafelen en omkrullen, wat buiten gewoon slordig staat. Wordt ge door een regenbui overvallen, zoodat uw schoentjes drijfnat worden, zet ze dan na thuis komst niet bij het vuur of in de zon te drogen, maar stop ze vol met proppen krantenpapier die ge tel kens verwisselt, wanneer ze beginnen vochtig te worden. Om een kaars goed in een kandelaar te zetten, moet men het onderste eindje een tijdje in kokend water houden; het wordt dan zoo week, dat gij het gemakkelijk in den kandelaar kunt vastzetten. Indien gij een sinaasappel, alvorens hem open te snijden, even met den palm van uw hand op het tafellaken een draaiende beweging laat maken, zult U tot de ervaring komen, dat de schil veel gemak kelijker loslaat, dan anders wel eens het geval kan zijn. Lijnolievlekken kan men uit wit linnengoed ver wijderen, door het in een mengsel van terpentijn, spiritus en geest van salmiak een nacht te laten weeken, 't flink uit te wasschen en vervolgens met salmiak-terpentijnzeep (die men ook nog dik op de vlek wrijft) te laten koken. Daarna behandelt men het als het andere waschgoed. Mocht de vlek dan nog niet geheel verdwenen zijn, dan herhaalt men de behandeling. Bak spiegeleieren niet te lang en haal ze uit de pan, voordat het eiwit te hard is geworden. Als het eiwit zoo hoornachtig is, heeft het alle voedsel ver loren, en is onverteerbaar geworden. Als men schotels wil versieren met schijfjes harde eieren, is het noodig, dat deze zeer zuiver gesneden zijn. Om dat te verkrijgen, moet men eerst het mes in koud water nat maken. Wanneer gij eenig uitslag bij uw kind waarneemt, laat dit dan direct den dokter zien. Wat vandaag nog een klein plekje is, kan zich morgen al uitgebreid hebben. De kans bestaat, dat het besmettelijk is voor an deren. Stuur daarom nooit een kind met uit slag naar school, zonder den dokter om raad gevraagd te hebben. Wanneer gij verkouden zijt, neem U dan in acht, zoodat gij deze lastige kwaal niet op anderen overbrengt. Bedenk, dat zij gevaar lijk kan worden en dit altijd is voor jonge kinderen en ouden van dagen. Hoest en nies niet in het rond, maar houd den zakdoek voor neus en mond, en wanneer gij het on verwacht moet doen, de linkerhand. Wasch uw handen dikwijls. Moeder, geef uw kinderen op geregel^ tijden hun maaltijd en geef ze niets tusschen- door, ook zoetigheid tusschen de maaltijden niet dan bij hooge uitzondering. Gij zult dan zelden over slecht eten van uw kinderen te klagen hebben. Zorg dat het schoolkind na een stevig ontbijt naar school gaat en let zelf op, dat het daaraan den noodigen tijd be steedt. Naast brood, boter, slappe thee met gekookte melk, is een bord warme pap des morgens voor uw Kinderen een zeer ge- jtuukte spijs. Moeders, zorgt dat de maaltijden van iederen dag de noodige voedingsscotten be vatten. ZAJoafs gij weet, zijn de üestanadee- len onzer voeding: water, eiwitten, koolhy draten (meel en suiker), vetten, zouten en stotren die men vitaminen noemt, tiet eiwit wordt in hoofdzaak geleverd door melk, vleesch, visch en eieren; de koolhydraten door meel, brood en aardappelen, de vetten door boter en vet, de zouten en vitaminen door groenten en truit.' Zorgt dus, dat elk bestanddeel op het dageUjksch menu in be hoorlijke hoeveelheid vertegenwoordigd is. Behandel ook de kleinste verwonding zorgvuldig. Verbindt haar direct met een steriel verband (ingeval van nood een schoongewasschen zakdoek), zoodat zij voor verontreiniging bewaard en tegen stootun beschermd is. Doet gij dit niet, dan zal zij II door ontsteking wekenlang hinderen, terwijl in sommige gevallen ernstige verzwering, bloedvergiftiging en de dood kan volgen. Roep tijdig geneeskundige hulp in. Men is verplicht in geval van ziekte alles te doen om te genezen en zoo spoedig moge lijk zijn arbeidsgeschiktheid te herkrijgen. Daartoe behoort het tijdig inroepen van ge neeskundige hulp. In plaats daarvan zich door ondeskundigen te laten behandelen, is ten zeerste af te keuren, want daardoor wordt niet alleen het leven van den behan delde in gevaar gebracht, maar kunnen ook besmettelijke ziekten, die niet tijdig worden herkend, verspreid worden. Bloemendaal. NED. HERVORMDE GEMEENTE, v.m. 10 uur: Ds. J. D. J. Idenburg, em. pred. te Heemstede. Bidstond: Zaterdag 19 Mei, 's av. 9 uur in de Consistoriekamer. JONQELIEDENSAMENKOMST in gebouw „Mara- natlia", v.m. 10 uur: de heer D. J. Spaling te Amsterdam. GEREFORMEERDE KERK, v.m. 10 en n.m. 5 uur: Ds. Joh. C. Brussaard. VRIJE KATHOLIEKE KERK, v.m. 10 uur: H. Mis. 's av. 8 uur: Vesper en Lof. Zaterdag 19 Mei, v.m. 7.30 uur: Stille Mis. Woensdagavond 8 uur: Vesper en Lof. NED. PROTESTANTENBOND, afd. Bloemendaal, v.m. 10.30 uur: Ds. H. H. Dorgelo te Naarden. Overveen. NED. HERV. GEMEENTE, v.m. 10 uur: de heer K. Koopman. Aerdenhout. RELIGIEUZEN-KRING, v.m. 10.30 uur: Ds. J. C. van Dijk te Bloemendaal. Bevallen: A. J. ter BeestDe Geus, z. J. M. van der ValkDam, d. K. van LaarBakker, z. Ondertrouwd: D. Ch. M. Hetterschij en G. J. van Kleffens. P. S. Ruijgrok en M. M. Esswein. A. R. J. de Bruin en C. E. Kroner. Getrouwd: D. Kroon en J. de Kort. W. Lan- gereis en G. Koster. P. J. Braspenning en J. G. W. van den Bunt. Overleden: H. H. Felderhof, 28 j., overleden te Haarlem. C. J. G. Bol tenbal, 14 j. H. B. van Egmond, 56 j. INLEIDING. Onder bovenstaanden titel hebben wij het ge noegen een nieuwe rubriek te openen, die naar wij vertrouwen wel in den smaak onzer leze ressen en lezers zal vallen. Daadwerkelijk ge toonde belangstelling van deze zijde in den vorm van inzendingen in den geest der behandelde stof zal ons daarom zeer aangenaam zijn en ons in staat stellen de rubriek werkelijk te doen „leven". Van haar kant is de redactie ook steeds gaarne bereid tot het geheel gratis en belangeloos ver strekken van alle gewenschte inlichtingen over de in deze rubriek behandelde onderwerpen of wat daarmede in verband staat, mits postzegel voor antwoord wordt bijgevoegd. Alle brieven s.v.p. te adresseeren aan het Bu reau van dit blad. Lieve Nichtjes en Neefjes, Zooals jullie zien is er thans ook een apart „Hoekje" voor jullie gekomen, waarin ik van alles en nog wat zal behandelen, zooals leuke raadsels, spelletjes, kunstjes, huisvlijt voor de jongens en handwerkjes voor de meisjes. Als jullie ijverig en trouw de raadsels oplossen en door het zenden van briefjes aan: Tante Fredy, „Ons Kinderhoekje", bureau van dit blad, blijk geeft van belangstelling, dan zal ik er misschien al heel gauw toe overgaan, ook eens wedstrijden te gaan houden met mooie prijzen. Ieder van jullie kan echter nu al reeds een begin maken met het verdienen van een prijs. Elk kind kan mij namelijk geregeld raadsels toezenden, maar liefst die je zelf bedacht hebt. Je moet echter netjes en zooveel mogelijk zonder fouten schrijven. Ik zal dan beoordeelen of ze geschikt zijn en zoodra er nu van hetzelfde kind in totaal 25 raadsels zijn geplaatst (je naam of schuilnaam vermeld ik er bij), krijgt dat nichtje of neefje een mooi boek. Jullie moet er echter goed aan denken, op je enveloppen steeds duidelijk mijn adres te schrij ven, zooals dat hierboven staat, en je briefjes te onderteekenen met je voornaam, achternaam, schuilnaam en leeftijd. En nu maar allen flink aan den slag. Veel succes en plezier toegewenscht door jullie TANTE FREDY. RAADSELS. Voor grooteren. 1. Mijn geheel wordt met 11 letters geschreven en noemt een water in Zuid-Hollafld. Een 7. 8, 9, 10, 6 is een insect. Een 6, 3, 2, 2, 11 is iets wat visSchen hebben. Een 7, 8, 4, 10, 3 is een bloeiende struik. Een 7, 8, 10, 11 is een plat vaartuig. Een 1, 2, 3, 9, 5, 6 is een visch, die veel in de Noordzee voorkomt. 2. Kruisraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een groente. X X X X X X X X lste rij een medeklinker. 2de rij een getal. 3de rij een houten schoeisel. 4de rij een kinderziekte, die soms bij groote menschen ook voorkomt. 5de rij 't gevraagde woord. 6de rij een groote mug, die in Indië veel voor komt. 7de rij een kleur. 8ste rij een mannelijk viervoetig dier. 9de rij een medeklinker. 3. Verborgen landen. Wij hadden het bosch in alle richtingen door- kruisd. Heeft Piet Spit al iets van zich laten hooren? De boot dreef tegen half vier landwaarts. Is Jaap er ziek van geworden? 4. Mijn eerste is een bundel, mijn tweede een rond voorwerp en mijn geheel een stad in Amerika. X X Voor kleineren- 1. Ladderraadsel. Op de kruisjeslijn komt, van boven naar bene den gelezen, de naam van een stad in Overijssel. Elke sport moet vijf letters bevatten. Op de lste (bovenste) sport een zoetwatervisch. Op de 2e sport een groene struik met roode besjes. Op de 3e sport een jaargetijde. Op de 4de sport een stad in Noord- Brabant. Op de 5de sport een ander woord voor eerbewijs. Op de 6de rij een hevige wind. 2. Met b kan ik heel nuttig zijn en met k lek ker zijn, met L ben ik een afgekorte meisjesnaam en met sn een visch. 3. Ik word dagelijks gegeten en met 5 letters geschreven. Onthoofdt men mij, dan word ik een kleur en geeft men mij nu een anderen staart, dan word ik een lekkernij, die zoowel zoet als zuur kan zijn. 4. Ik ben een voorzetsel, dat met 2 letters geschreven wordt. Plaats één letter vóór mij en ik word een ijzeren nagel. Plaats nu nog 1 letter vóór mij en ik word 'n insect. In ons volgend nummer geven éen oplossing van bovenstaande raadsels. Tenslotte nog een kleine raadgeving: Kinderen die belangstellen in de raadselrubriek en soms óns blad niet ontvangen, (hoewel er we- kelijksch een groote oplaag verspreid wordt), doen het best hun ouders te vragen om een abon nement te nemen op ons blad; de prijs ds 1.60 per half jaar, dan is men verzekerd dat men het iedere week per post thuis ontvangt. Een inteekenbiljet kunt ge telkens in een der advertentiepagina's vinden. EVENTJES DENKEN. VRAAGSTUK No. 1. De slechte weegschaal. Een kaas, die op één der schalen van een slecht werkende weegschaal werd gelegd, woog vol gens deze weegschaal 16 pond. Toen de kaas op de andere schaal werd gelegd, woog zij slechts 9 pond. Hoeveel woog de kaas nu inderdaad? VRAAGSTUK No. 2. De politieagent. Een nachtbraker, die de klok hoorde slaan, maar te verward was in zijn hoofd om het aantal slagen te tellen, stapte op een politie-agent af om dezen te vragen hoe laat het was. De politie-agent, die niet van humor ontbloot was, antwoordde: „Neem de helft, één derde en een vierde van het uur, dat geslagen heeft en het zal één te veel zijn". De boemelbaron was daarmede nog niets wijzer en weet nog steeds niet hoe laat het toen was. Daarom komt hij nu tot ons met verzoek eens aan deze scherpzinnige puzzlaarsters en puzz- laars te vragen om dit voor hem uit te zoeken, waarbij hij als tegenprestatie belooft om voortaan altijd te zorgen, dat hij nuchter zal zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Bloemendaal's Editie | 1928 | | pagina 3