6. Beekman Bloemendaal KERSTBROOD.Luxebroodbakkerij Henri J.Garels,v/hPaulG.Kaiser Advertentiën. YERKOOPING 69 te BLOEMENDAAL, eiken hakhout, Openbare Verkoopins: te OVERVEEN, eiken Hakhout, Dat goedje heeft dan zeker, als schakel in het geschapene een groote rol te vervullen. Straks ga ik ze nog verdenken dat zij een rol spelen bij de vorming van petroleum, welker ontstaan nog even goed een raadsel is, als hoe de algen in het leidingwater komen. Waarom ik ze verdenk? Wel! als door beweging in het water de alg breekt of barst, komt er een olie-achtige vloeistof vrij, en het alzoo bewogen water stinkt dan nog sterker dan vóór de beweging. Dit heeft Moore in ruime mate ondervonden toen hij het water der bassins met kopersulfaat behandelde en zijn roeiers met hunne roeispanen dat water in beroering brachten. Toen het Moore proefondervindelijk gebleken was welk een gevoelig reagens kopersulfaat voor algen was geweest, kwam bij hem het denkbeeld op dat kopersulfaat zulks ook wel zou zijn voor nog lagere organismen dan algen, en die, in massa optredende, geen stank maar ziekten veroorzaken, zooals typhus- en cholerabacillen. Zonderlinge speling der natuur Mensch en dier worden door het reukorgaan gewaar- iiuwd tegen door algen verontreinigd water en toch kan van dat water niet gezegd worden, dat het gebruik schade- ij k is voor de gezondheid. En voor water besmet door cholera- en typhusbacillen tbreekt niet alleen elke waarschuwing, maar is het onder- 'k eerst mogelijk geworden, nadat moeilijke problemen .ren opgelost, en de bacterioloog geboren was. Zouneenik wil op dit terrein niet verder door- an. Moore en zijn werk is meer up to date. Het vroeger aangehaalde tijdschrift zegt «De sporen werden onderworpen aan de inwerking van kopersulfaat-oplossingen van verschillende temperaturen en gedurende verschillend tijdsverloop. Proeven genomen in proefbuisjes en in groote kuipen, ewezen, dat de meest virulente koloniën van typhus- en holera-bacillen kunnen worden vernietigd in 4 a 5 uur bij gewone kamertemperatuur, wat ongeveer de warmte is van een reservoir in den zomer, door te gebruiken een oplossing van 1 deel kopersulfaat op honderdduizend deelen water. De oplossing is reukeloos, kleurloos en ongevaarlijk. Maar dit gaf niet den doorslag. In proefbuisjes en kuipen zorgen wij voor de ons best lijkende voorwaarden «wij hebben bekende toestanden, welke wij wellicht niet «hebben in een groot reservoir, dat millioenen gallons water bevat. «Toen beproefde Moore met groote onzekerheid omtrent de «gevolgen, in antwoord op een hulpgeroep uit een stad in ■>'t midden van Amerika, welker water besmet was met «typhusbacillen, het steriliseeren met kopersulfaat. »Maar de dosis 1 deel kopersulfaat op honderdduizend -deelen water bleek even krachtig als in zijn kuipen «en beeindigde de dreigende epidemie. «Ofschoon zoo buitengewoon fataal voor de sporen, was «de hoeveelheid koper, welke gebruikt werd, zoo klein, dat, toen het was opgelost, het water kleurloos bleef. «Andere groote reservoirs zijn van typhusbacillen bevrijd «op dezelfde wijze, zoodat gezegd kan worden, dat menschen levend in steden, beschermd kunnen wórden tegen infectie van het. drinkwater door koper. «De kosten der behandeling zijn belachelijk gering, daar zij van ƒ1,50 tot 7,50 per millioen gallons water zijn. «Gewoonlijk is een veel slappere dosis dan 1 op honderd- duizend krachtig genoeg." Wanneer we nu weten dat een mensch volgens Moore een twee-honderste van een gram koper per dag zonder schade kan opnemen, en volgens anderen veel meer, dan ligt, dunkt me, de vraag voor de handZal kopersulfaat in de hand van den medicus den weg vinden in bloedbanen van mensch en dier, besmet door typhusbacillen, om daar enkel goed werk te doen En zou het kopersulfaat in diezelfde hand, bij cholera- verschijnselen, de maag en het darmkanaal niet kunnen zuiveren van dat verwoestend element Moet het niet worden nagegaan of de excrementen van cholera- en typhuspatienten. en wie weet van welke patiënten meer, en allen en alles wat met die patiënten in aanraking is geweest niet het best, en het minst gevaarlijk voor den leek kunnen worden ontsmet door een kopersulfaatoplossing Zal de Bleekerdrank, in tijden van cholera zoovaak ver schaft. niet vervangen moeten worden dooi een kopersul faatoplossing, zoo verdund, dat men op het étiket niet be hoeft te schrijven: zoo of zooveel druppels op een glas water, maar bijv. om het half uur een glas vol van dezen drank? En hoeveel vragen meer? Ik ben afgedwaald, ik zou het hebben over het zuiveren van water, en ben op medisch terrein verzeild, volgens anderen misschien verdwaald. Ik heb mij een oogenblik aangenaam gestemd gevoeld bij al die toekomstmuziek en hoop ook bij anderen zulk een stemming te hebben opgewekt. Een mensch heeft dat /,oo nu en dan noodig Keeren we tot de praktijk terug en laat ons aannemen dat een gracht bijv. de Bakenessergracht verkeert in den toestand van een onaangename lucht af te geven ten «evolge van tot. ontbinding overgaande stoffen, waardoor zwavelwaterstof is ontstaan én, dat het microscopische onderzoek heeft aangetoond dat het water besmet is met typhusbacillen. Wanneer we nu een motorboot huren, of wanneer de gemeente Haarlem in het bezit is van een motorboot en die aan de gezondheidscommissie in bruikleen wil afstaan en toestemming geeft dat die gracht van haar stank- en typhusbacillen vrij wordt gemaakt dan, denk ik mij het werk als volgt. Over de achtersteven van de motorboot worden bevestigd 2 houten uitleggers en hierop 2 glijbanen waarover een daartoe geëigende zeef bewogen kan worden in de richting van de breedte van de boot. Lengte der glijbanen bijv. 2 meter. De stankzuivering zal eerst plaats hebben en geschieden met kalkhydraat, dat is gebrande kalk zoo gebluscht dat zij in poedervorm valt. In dezen toestand is de kalk minder werkzaam dan vochtig en pas gebluscht. De mindere werkzaamheid moet nu vergoed worden door iets meer kalk te nemen. Hij die de zeef bedient moet de beschikking hebben over een schop om de kalk in een zeef te scheppen. Aan beide zijden der gracht zijn in het midden en aan de einden bor den opgesteld waarop vermeld staat: dat er een proef zal genomen worden om de gracht stankvrij te maken dat zoolang de borden staan de vaart zal zijn verboden en geen water uit de gracht zal mogen worden gebruikt dat alle vaartuigen in de gracht liggende op aanzegging zooveel zullen moeten verhalen als door de commissie of hare vertegenwoordigers noodig wordt geoordeeld en dat bij afwezigheid van den schipper van commissie-wege in het verhalen zal worden voorzien. Dit verhalen (een. paar scheepslengten zal wellicht vol doende zijn) dient om de plaats waar het vaartuig lag te kunnen bekalken. Zoodra dit geschied is, komt het vaartuig weder op zijne plaats. De vaart van de motorboot heeft plaats tegen wind daar anders de bedieningsmanschappen de kans loopen stofkalk in de oogen te krijgen. Om dit nog meer te beletten zal de zeef zooveel mogelijk gedekt moeten zijn en wel zoodanig dat de zeever kan beoordeelen wanneer hij moet bijvullen. Wanneer de zeever ontdekt dat er iets aan zijn zeeven hapert laat hij de boot stoppen, langzaam achteruit- of vooruit varen, al waar dit noodig is om goed werk te leveren. Het op- en neervaren heeft zoo dikwijls plaats als noodig is om de geheele breedte der gracht te bekalken. Wanneer dit over de geheele lengte en breedte der gracht is geschied moet de neus als reagens dienst doen om te beoordeelen of alle reuk is vastgelegd of langs eenvoudig scheikundigen weg, proefvocht. Blijft over om aproximatief te bepalen hoeveel kalk de boot zal moeten laden om den stank vast te leggen. Aannemende dat de lengte der gracht wordt voorgesteld door l, haar breedte door b en haar diepte door d, zal de inhoud zijnI X i X kub. meter. Na het vullen van een ton met het grachtwater, bijv. een ton met een inhoud van een honderd liter, zeeft men hierin een weinig kalk en zet dit zoolang voort tot de stank verdwenen is. Wan neer men nu de voor dit doel gebruikte kalk heeft afge wogen, kan nagegaan worden hoeveel kalk voor het vast leggen is gebruikt. Stelt men die hoeveelheid voor dóór x gram dan is voor een kub. meter noodig 10 X id. en voor den geheelen inhoud der gracht, I X X d X '10 X x- De formule I X b X d X X i. krijgt een tastbare waarde wanneer de inhoud der Bakenessergracht geschat kan worden, zooals later blijken zal, op 6000 kubieken meter en de verontreiniging der gracht het midden houdt van die van het Zoute Zestje te Goes op 16 en die op 22 Sept. 1905. Op eerstgenoemden datum bedroeg de verontreiniging 5 en op 22 September +19 milligram per liter. Het gemiddelde hiervan is 12. Wanneer nu 1 liter water bevat 12 milligram zwavel waterstof zullen de zes millioen liter van de Bakenesser gracht 72 duizend gram van die stof bevatten. Alle scheikundige verbindingen geschieden volgens vaste wetten en volgens bepaalde getallen. Met inachtneming van die wetten en getallen laat zich berekenen dat 72 duizend gram zwavelwaterstof gebonden kan worden aan 125 kilo ongeblusehte kalk of calciumoxyde We willen voor alle zekerheid deze theoretische hoeveel heid 100% hooger nemen om er een praktische hoeveelheid van te maken. We komen dan tot de conclusie dat er noodig zal zijn 250 kilo ongeblusehte kalk. Stellende dat de kilo één cent kost, zal het stankvrij maken der gracht met 6 millioen liter water aan grondstof kunnen kosten 250 centen. Als nu de praktijk het vooropgezette niet tegenspreekt kan geen gemeentebestuur zich meer onttrekken aan den plicht om hare grachten stankvrij te maken en te houden. De gemeentereiniging zij indachtig dat de later gebaggerde specie een waarde voor land- en tuinbouw verkrijgt, die om zoo te zeggen, moeielijk te hoog kan worden geschat. Wanneer de kalk bezonken is kan overgegaan worden tot het vrijmaken van de gracht van levende typhusbacillen. De zeef wordt nu terzijde gezet en aan een der glijbanen worden goenizakken gehangen, gevuld met kristallen van koper sulfaat. De zakken worden van boven, door het inbrengen van een hoepeltje evenals kerkezakjes, opengehouden, zoodat' de man met het werk belast kan nagaan of bijvullen noodig is. De zakken hangen ten deele in het water. De vaart geschiedt even als bij het bekalken met uit zondering dat men nu niet op den wind behoeft te letten. De hoeveelheid kopersulfaat-kristallen benoodigd voor die gracht met een watermassa van I X b X d kub. M. laat zich gemakkelijk berekenen, wanneer men in aanmerking neemt, dat op elke honderdduizend liter water 1 kilo kopersulfaat-kristallen mag voorkomen. Wordt vervolgd Vraag. Aan den Bloemendaalsehen straat- Vrageilbus. weg tusschen de winkels van de heeren Van der Veer en Van der Ham is een gebouw in wording zonder eigen zijmuren, de balken worden gestoken in holtes, die in de zijmuren der belendende per- ceelen worden uitgehakt. Mag dit? Antwoord. Ons werd eenigen tijd geleden door den bij den bouw betrokken metselaar verzekerd dat de hechtheid niets te wenschen liet. Het is mogelijk dat in dit geval reeds bij den bouw der naastgelegen pereeelen hierop gerekend is, maar ons komt dezen bouw in strijd voor met de geldende bouwverordening, en dat het gemeentebestuur zoodanige bouworde zou toelaten schijnt bedenkelijk. Artikel 38 onzer bouwverordening onderstelt aan elk gebouw, hetzij voor woning of voor iets anders bestemd, eigen zijmuren van ten minste 22 centimeter (een steen) dikte. Wij geven evenwel toe, dat de verordening voor tweeërlei uitlegging vatbaar is. Mijnheer de liedacteur! Zonder verailt- Aangenaam zou het mij zijn, indien U woordelijkheid onderstaande regelen in uw blad zoudt der Redactie. willen opnemen. Reeds meer dan eenmaal werd in uw blad gewezen op den slechten toestand van eenige voet paden aan den Bloemendaalsehen weg. Of dit het gevolg van dat schrijven geweest is of niet, laat ik in het midden, doch eenigen tijd geleden is het voetpad aan de oostzijde van den Bloemendaalsehen straat weg, voor zoover de winkelhuizen betreffende, geheel be straat. Ik zou mij daarmede best kunnen vereenigen, om dat hiermede het belang der neringdoenden, alsook het publiek gebaat is, indien ook de bewoners det westzijde zich in het bezit van zulk een bestraat voetpad mochten verheugen. Waar de toestand van het pad aan de westzijde, naar ik vermeen, voor ongeveer een 15-tal jaren terug voor het laatst begrint, beslist zéér slecht is te noemen, had ik ge meend dat niet de oostzijde, waar een zeer behoorlijk goed onderhouden kolenaschpad bestond, maar eerst de westzijdi door de gemeente was onderhanden genomen, om verbetering aan te brengen. Doch de autoriteiten hebben helaas anders beschikt. Op een adres van eenige bewoners aan B. en W. om ook eene bestrating aan de westzijde aan te brengen, werd af wijzend beschiktwèl werd aan een drietal hunner een onooglijk straatje van ongeveer 1 M2. grootte vóór hunne toegangsdeuren gelegd. Voor eenige dagen kwamen echter eenige gemeente werklieden met wagens en gereedschappen aan, om zoo ik meende, den toestand te komen verbeteren en naar ik hoopte een voetpad aan te leggen, dat met de bestrating aan de overzijde zou kunnen wedijveren. Doch thans blijkt hoezeer ik mij heb vergisthet pad wordt behard met grove puin en zand en thans, met regen achtig weder, nu een gedeelte gereed is, kan men dat ge deelte niet beloopen, of men heeft kans zijn schoenen te verliezen. Misschien komt over dit modderig voetpad nog een laag grint of iets anders, doch indien dit niet het geval is, ware het beter geweest, niet aan het pad te roeren, want de kuilen met vijvertjes zijn thans daar weg, maar hebben plaats gemaakt voor één groote modderpoel. Had men niet beter gedaan, het geld voor deze nuttelooze werkzaamheden op rente te zetten, om later, uit kapitaal en rente, de zoozeer gewenschte afdoende verbetering in orde te brengen Met beleefden dank voor de plaatsing, Hoogachtend, Een bewoner der Westzijde van den Bloemendaalsehen straatweg. Wij zijn het met de strekking van dit ingezonden stuk geheel eenswat B. en W. thans doen is eene bij voorbaat mislukte poging om de neringdoenden aan de westzijde niet al te zeer te doen achterstaan bij die aan den overkant. (Red). op de hofstede Capreraop Donder dag den 12 December 1907, ten overstaan van den Notaris JOHs. TER HOFFSTEEDE, van zwaar waaronder een groote partij rijshout, en vervolgens aan de Mollaan van een partij eike- en sparreboomen, geschikt voor werkhout, De verkooping zal beginnen des voor middags te 10 uur, nabij het heeren huis van „Caprera" aan den Meeren bergschen Weg. op het landgoed Elswoutop Don derdag 19 December 1907, ten overstaan van den Notaris JOHs. TER HOFFSTEEDE, van een groote partij zwaar staande in het Park, binnen de rasters, en op „Duinvlied" van een iepe- en eenige popele- en sparre-boo- men, staande aan den Beutveldweg, op Duinlusten op „ElswoutshoeJc" Voorts van een partij afbraak en takkebossen. Alles zal van den 16 December 1907 af genommerd en voor een ieder te zien zijn. De verkooping begint 's morgens te 10 uur bij de poort van „Elswout". Germain en Panbard Auto's

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1907 | | pagina 3