MET PENSION- EN WONINGGIDS
Nieuwsblad
0 voor b
AERDENHOUT -
BLOEMENDAAL
o OVERVEEN 1
VOGELENZANG
en omliggende
■b gemeenten s
2C jaargang
ZATERDAG, 18 APRIL 1908
No. 16
Hel Bloemendwilscli Weekblad
Prijs per
halfjaar f 1.25
hij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer f 0.10
'4&
Dit nieuwsblad verschijnt wekelijks onder redactie van Mr. P. TIDEMAN te Bloemendaal
-:- bij den uitgever J. A. BOOM te Haarlem. -:-
Advertentiën
10 cents per
regel
hij herhaalde
plaatsing
korting.
Mededeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk:
Bloemendaalsche weg 227.
13
II
Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende:
Klein Heiligland 5, Haarlem. Telefoon 457. -:-
Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht.
Ons Paasch-gesc he n k.
Zijn geest door natuur en kunst kunnen vernieuwen is
een kunst, die ons wordt aanbevolen door Baltasar Gracian
(einde 16e eeuw1656) een wijze, van wien wij meer
verstandige uitspraken, in dit en volgende nummers zullen
mededeelen. Nu het voorstel van burgemeester en wethou
ders tot bouwen van het raadhuis is ingetrokken en wij
onzen geest door het aanschouwen van dit nobel ontwerp
in nature niet kunnen vernieuwen, willen wij hem in u,
goedgunstige lezer en in onszelven ermede vernieuwen door
de kunst.
Hiermede aanvaarde men welwillend de bijlage dezes als
ons Paasch-geschenk.
Alles heeft tegenwoordig een hooger trap bereikt, maar de kunst
om zich te laten gelden, de allerhoogste.
De baccoven-cultuur in Suriname, (bac-
Binnenlandsch coven is wat hier te lande en in
Overzicht. Oost-Indië met den naam bananen
bestempeld wordt) is thans in vollen
gang, het eerste stoomschip wat naar New-York met 25000
bossen moest vertrekken, kon maar 5000 bos ontvangen.
Het eerste product is niet zoo groot geweest als men
verwachtte, de reden daarvan is te wijten aan te weinig
arbeidskrachten in het begin, onbekendheid met de cultuur
bij de meeste planters en een tegenvaller in de' onkosten
Men verwacht dat alles zich zal herstellen, en de baccoven
de reddingsplank zullen zijn voor het zoo vruchtbare Suri
name. De cacao-cultuur gaat iets vooruit, de gevreesde
krolnotenziekte, een ziekte waarbij de vruchten geheel ver-
steenen, is nog niet geweken. De goudindustrie gaat voor
het kleine bedrijf vooruit, de voorraad goud schijnt te
veel verspreid te zijn om voor groot-industrie loonend te
wezen. Balatta, wat wij caoutchouc noemen, wordt nog met
afwisselende resultaten verbouwd en verzameld. De lagere
prijzen in de caoutchouc doen ook bij deze industrie
hare gevolgen voelen. Onzes inziens wordt thans in onze
West te veel er op aangestuurd om zoo spoedig mogelijk
van de geheele West-Indische huishouding de uitgaven
te verminderen. Bezuinigen is goed, evenwel kan bezuinigen
dikwijls later blijken het tegenovergestelde resultaat ten
gevolge te hebben, waardoor de staatsmachine stroef gaat
loopen, en men later genoodzaakt is, op de genomen maat
regelen weder terug te komen en dan veel meer geld te
moeten uitgevendan vroeger zoogenaamd bespaard is
geworden. Het schijnt zeker te zijn dat de oud-minister
Fock als gouverneur van Suriname de plaats van minister
Idenburg zal gaan innemen.
In het beheer onzer koloniën blijft gelukkig de politiek
thans verre, en zijn alle partijen het over de gedragslijn
eens die gevolgd moet worden. Wanneer zal de tijd eens
aanbreken dat wij hetzelfde kunnen boekstaven van de
departementen van oorlog en marine? Nederland kan er
niet anders dan goed bij varen als ook bij deze depar
tementen de politiek werd opgeborgen.
Meer en meer blijkt dat de verbalen van de heeren Van
Kol en de Steurs in de 2de kamer over gruwelen door
onze troepen in Oost Indië bedreven, schromelijk overdreven
waren. Een militair dokter, Neeb, komt met verontwaardiging
tegen de sensationeels bericnten op, die in ons parlement
maar al te spoedig spreektrompetten hebben gevonden.
Alvorens dergelijke zaken in het publiek te bespreken,
waarbij niet mag vergeten worden dat de geheele beschaafde
wereld het publiek is, zoude een weinig zelfbeperking, en
het audi et alteram partem wel op zijn plaats zijn. Door
de heeren op het Binnenhof wordt te veel vergeten de
moeilijke en dikwijls ondankbare taak, die ons indisch leger
heeft te vervullen, terwijl de tractementen van hoogeren
en lageren niet evenredig zijn aan hetgeen van ons leger
in de tropen gevorderd wordt. Het is en blijft een goedkoop
reclamemiddel om voor den mishandelden inlander op te
komen, en diegenen af te breken die het gezag moeten
handhaven en verdedigen in do verre oost-indische gewesten.
Voor vele kamerleden zoude een detacheering bij het indische
leger zeer zeker heilzaam werken
De Laakhaven-terreinen baren den haagschen gemeente
raad nog steeds veel zorg. Voorstellen van de minderheid in
het dagelijksch bestuur, om een deel der terreinen al vast
te verhuren voor lagen prijs, konden geen genade vinden in
de oogen van den raad, die zich voorstelt later hoogere
sommen te kunnen bedingen. Het Laakhaven-terrein is, zoo
als de correspondent der Nieuwe Rotterdammer het noemt,
nog steeds voor 'sGravenhage eene alarmeerende schadepost.
De gemeente zal nu voor die terreinen eene openbare in
schrijving houden. Al wonen er in den Haag vele rotter
dammers, de ondernemende geest van Rotterdam is in den
Haag nog verre te zoeken; de kwestie-Zorgvliet, die van het
Vredespaleis toonen genoeg aan, dat den Haag nog een echte,
groote provinciestad is.
Nederlander en Standaard gaan steeds voort elkander
speldeprikken te geven, de harmonie onder de broeders is nog
niet bijster. De anti-revolutionnairen kunnen het maar niet
verkroppen, dat de heer Heemskerk het zonder hun afgod
ziet klaar te spelen, en worden door de christelijk historischen
met dit feit steeds geplaagd.
De vissoherijwet is in de 2de kamer aangenomen.
In Amsterdam is de heer Delprat tot wethouder
gekozen, een daad waarmede onze hoofdstad geluk mag ge-
wenscht worden, daar zij mannen die den praktischen blik
van Delprat bezitten, hoog noodig heeft, en de afdeeling
publieke werken in het daaglijks bestuur een flink werker
en woordvoerder broodnoodig heeft.
Verstand alleen is niet voldoende, er moet ook een hart zyn.
In no. 82, 18e jaargang van het Week-
Bloembollenteelt, blad voor Bloembollenteelt, komt onder
rechtzaken een afdruk voor van een te
Nicolaï in Pruisen ten voordeele van de firma G. A. van Wa*
veren en Kruiff, in Sassenheim, gewezen vonnis, waarbij o.a.
het volgende is beslist
1. dat bij een voorzitter eener handelsvereeniging van
kweekers in een groote stad, die bovendien beëedigd is als
gerechtelijk deskundige, eene grootere zaakkennis te onder
stellen is, dan bij een kweeker in een kleinere stad
2. dat elk kweeker die bollen broeit of in de openlucht
kweekt, en elk zaadhandelaar zeer goed spoedig kan vast
stellen of door hem ontvangen bollen van beste kwaliteit
zijn of niet
3. dat de bollenkweeker voor niet meer heeft in te staan,
dan voor echtheid van de verkochte soort en gezond zijn
der bollen
4. dat elk vakman bij de ontvangst van bollen zich dade
lijk van hunne kwaliteit en gezond zijn overtuigen kan
5. dat in den bollenhandel de termijn voor het maken
van aanmerkingen op het geleverde is hoogstens 14 dagen
na ontvangst
6. dat de koopers van nederlandsche bloembollen zich
door den enkelen koop hebben onderworpen aan den ver-
koopsvoorwaarden, zooals die door de nederlandsche bloem
bollen export-vereeniging zijn vastgesteld.
Op 22 April a s. heeft onder leiding eener commissie,
waarvan voorzitter is onze plaatgenoot de heer L. H. Kool
hoven, de bezichtiging der bloembollen velden door Fransche
en Engelsche kweekers plaats.
FEUILLETON.
Florentijnsche zeden.
3)
Maak uwe juweelen in orde. schrijft Alexandra aan haren
zoon, want wij hebben een vrouw voor je gevonden, Ta-
nagli is schoon, lieftallig en kan een bruidschat medebrengen.
Alexandra schijnt in deze wel wat voorbarig geweest te
zijn, want l1^ jaar zal het water der Arno onder de ponte
Vecchio moeten loopen voor en aleer Alexandra hare wen-
schen vervuld ziet, en haar zoon een aanvallige, beminnelijke
vrouw heeft gekregen, evenwel niet de schoone Tanagli.
In een brief van Parenti aan Filippo vernemen wij dat ook
Parenti voor zijn zwager naar een vrouw heeft gezocht,
en dat ook deze dezelfde moeilijkheden ondervindt als de
agenten van Alexandra.
De dochter van Donato Adimari met een huwelijksgift
van 1500 florijnen en Tanagli zijn de eenigen die bereid
schijnen naar Napels te gaan. Tanagli wordt in dit schrijven
van Parenti nog eens bizonder om hare schoonheid aanbe
volen, hare lengte opgegeven enz.
Zij wordt vergeleken met de schoone Madonna Hypolita,
die met den Hertog van Calabrie getrouwd is. Parenti
vraagt tevens aan Filippo, de minste som te willen
noemen, waarmede hij als gift tevreden ishij Parenti
zal zijn best doen, dien bruidschat zoo hoog mogelijk op te
voeren, dat spreekt van zelve.
Alexandra schijnt ook meer idee in Adimari's dochter te
hebben, en het opgegeven te hebben om Filippo aan lanagli
te kluisteren. Adimari wordt nu door haar zeer opgehemeld,
schoone gang, frissche kleur zonder blanketsel, zit niet den
geheelen dag naar buiten te kijken en is dus niet al te
behaagziek.
Deze heeft evenwel nog maar geen zin in den huwelijken
staat en wijst er op dat een vriend van hem in Napels
ook eene Florentijnsche heeft gehuwd, en daarvan niets
dan ellende heeft ondervonden.
Alexandra geeft evenwel geen kamp en begint weder
Filippo op de noodzakelijkheid te wijzen om juweelen te
koopen, naar florentijnschen of napelschen smaak gezet,
de florentijnsche wijze van zetten vindt zij sierlijker. Voor
zijne vrouw moet hij ook een goede slavin zien te krijgen,
hetzij eene Russische, Cireassische of Tartaarsche.
De Russische slavinnen zijn mooier, maar de Tartaarsche
zijn ijveriger. Juist is Alexandra aan het dichten van dezen
brief, toen Parenti bij haar komt binnenloopen en haar
vertelt, dat Adimari's vader bezwaren begint te maken.
Hij, Parenti, vermoedt dat Adimari eene partij voor zijne
dochter heeft gevonden, waarbij hij minder geld mede
behoeft te geven. Parenti besluit het onderhoud met de
opmerking, dat huwelijken in den hemel worden gesloten,
en dat Alexandra zich maar moet troosten, er rest toch
nog Tanagli. Alexandra is wel niet wanhopig, maar begint
toch te gelooven, dat al Lare moeite en die van Parenti,
te vergeefsch is geweest.
Uit een later schrijven blijkt nu wêer, dat Adimari maar
moeilijkheden heeft gemaakt om de huwelijksgift te kunnen
verminderen, terwijl er voor Alexandra nu nog eene moei
lijkheid bijkomt, daar haar tweede zoon Lorenzo uit zich zelve
over trouwen begint te praten.
Filippo schijnt zich nu ook aan het onvermijdelijke te
willen onderwerpen. Alexandra's besluit is nu spoedig ge
nomen. Filippo krijgt Tanagli's en Lorenzo Adimari's dochter.
De moeilijkheid zit hem nu hierin, zullen de meisjes er
in toestemmen zoo verschikt te worden
Vijf weken later vernemen wij dat Lorenzo nu weder
voor Tanagli wordt bestemd, terwijl Adimari weder warm
wordt aanbevolen aan Filippo. De aarzeling der Strossi-
broeders vindt haren grond in de politieke omstandigheden.
Er is namelijk kans, dat de ballingschap wordt opgeheven
en dan kunnen zij volgens napolitiaansche mode zelf ook
eens uitkijken.
Alexandra slaat de schrik om het hart, en vreestdat
van uitstel, afstel zal komen, zij wijst herhaalde malen
haar zoons op het feit, dat de tegenwoordige meisjes meer
en meer veeleischend worden, zich met paarlen en juweelen
behangen en dat zij altijd toch nog bannelingen zijn. Twee
jaren gaan weder voorbij toen er opeens een brief van
Filippo uit Sienna komt, waarin hij zijne moeder mededeelt
dat de ballingschap is opgeheven en hij in Florence zal
arriveeren, hopende een goed souper te vinden, en niet
alleen saucen en jiflafjes.
Welken loop verder de huwelijks-onderhandelingen hebben
genomen kunnen wij niet navorschen, evenmin waarom de
schoone Tanagli geen der broeders kon bekoren, daar er in
Alexandra's co: respondentia een hyaat is van 3 jaar. Wij
vernemen later toen de geschiedenis der laatste jaren door
Alexandra nog eens wordt opgehaald, dat de toekomstige
stichter van het trotsche Strossi-pa'eis gehuwd is met
Fiarhetti Adimari, en dat hem Alfonso, het petekind van
den koning van Napels, zijne grootmoeder in huis overal
naloopt als een kuiken de ben.
Uit een brief van Fiametti aan haar man vinden wij
de eigenaardige zinsnede, waarin deze haar man bericht
eene verkoudheid te hebben gekregen ter gelegenheid van
het huwelijk van een der vrienden, dat zij daarover een
dokter heeft geconsulteerd maar dat zij toch niet beter zal
worden voordat haar man terug is uit Napels. Verder hoopt
zij dat hij nu niet weder uitvluchten zal zoeken, zooals
vroeger zoo veel geschiedde.
Hoe belangrijk men in Florence huwelijken uit een
politiek oogpunt beschouwde, blijkt uit een schrijven van
Parenti aan Filippo, waarin hij hem met de geboorte eener
dochter gelukwenscht, en daar bijvoegt, dat door deze
dochter voordeelige politieke en andere relatiën kunnen
worden aangeknoopt.
In 1470 trouwde eindelijk Lorenzo met Antonica Baron-
celliAlexandra's taak was volbracht en wij lezen dat
deze typische florentijnsche dame in 1471 werd begraven
in de Santa Maria Novella. Alexandra had niet mogen
beleven dat de tweede vrouw van Filippo hem ook nog
vele afstammelingen schonk, evenmin kon zij getuige zijn
van de stichting van het Strossi Palaze, wat nu nog de
bewondering afdwingt door zijn trotschen bouw en als
een der beste typen kan beschouwd worden der Italiaansche
Renaissance. de St.