MET PENSION- EN WONINGGIDS
- OVERVEEN -
VOGELENZANG
i e u w s b I a d
voor
AERDENHOUT -
BLOEMENDAAL
en omliggende
b gemeenten a
2° jaargang
ZATERDAG, 11 JULI 1908
No. 28
Het Bloemendanlsch Weekblad
Prijs per
halljaar i' 1.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer t' 0.10
9
Dit nieuwsblad verschijnt wekelijks onder redactie van Mr. P. TIDEMAN te Bloemendaal
bij den uitgever J. A. BOOM te Haarlem.
Advertentiën
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Mededeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk:
Bloemendaalsche weg 227.
II
Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende
Klein Heiligland 5, Haarlem. Telefoon 457.
Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht,
Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel.
De Bloemendaalsche brandweer.
De al of niet noodzakelijkheid van brandbluschmiddelen
voor eene gemeente maakte vroeger nog een punt van over
weging uit. Gemeentestem 1323), Dien tijd zijn we voorbij.
De gemeente moet behoorlijk brandbluscbmateriaal hebben,
zij mag niet aan de inwoners opleggen elk daarvoor zelf
te zorgen (K. B. 29 Sept. 1853, Staatsblad 108, Gemeentestem
106), zij mag dit ook niet aan hen overlaten Gemeentestem
2110). Artikel 205 n der gemeentewet zegt uitdrukkelijk op
de begrooting der uitgaven worden gebracht de kosten der
brandweer, dus niet 1.maar de werkelijke kosten,
noodig opdat levens en goederen der inwoners ten allen
tijde tegen brand kunnen worden beschermd.
Het toezicht op de brandbluschmiddelen is opgedragen aan
B. en W. (Gemeentewet 179 n), welk college ook de brand
meesters benoemt en ontslaat. Het eigenmachtig aanschaffen van
brandbluschmateriaal is dus aan B. en W. verboden, wel
heeft de burgemeester bij brand het opperbevel (artikel 189
gemeentewet) maar dit betreft alleen de leiding bij het
blusschen van een werkelijken brand.
In de bediening der brandbluschmiddelen kan op verschillen
de wijzen worden voorzien. Ben beroepsbrandweer kan daarmee
zijn belast; de gemeenteraad kan ook de plaatselijke politie
er mee belasten (arrest van den Hoogen Baad van 10 April
1893 Gemeentestem 2177), maar krachtens artikel 135 der ge
meentewet kan de raad ook in het belang van de huis
houding der gemeente of van de openbare orde, dat is hier
net zooals men het nemen wil, de inwoners tijdelijk tot
het doen van persoonlijke diensten oproepen, volgens eene
regeling, neergelegd in eene plaatselijke verordening en waar
van de grondslagen weder in andere artikelen der gemeente
wet te vinden zijn, te weten in de artt. 192 en 193.*)
Deze laatste soort brandweer hebben wij, met deze bij
zonderheden dat de dienaren van politie de bluschmiddelen,
die op de waterleiding aansluiten schijnen te bedienen en dat
we o.a. hebben in bezoldigden gemeentedienst een commandant
der brandweer, die behoudens het opperbevel in geval er wer
kelijk brand is, van den burgemeester de directie heeft der
geheele brandweer, en bezoldigde brandmeesters en opzichters.
Onze brandweerverordening dagteekent van 17 Juni 1891
zij heeft twee bijbehoorende besluiten van B. en W., een
ter bepaling van het getal dienstplichtigen, dat bij iedere
brandspuit zal worden aangesteld, tevens tot vaststelling van
eene dienstregeling en instructie voor de bevelhebbers en
manschappen, en een aanhangsel, bevattende voorschriften
omtrent den aanleg en bijhouding der registers van dienst
plichtige brandblusschers. In Bloemendaal hebben, wij nog
geen stel verordeningen gezien, dat zoo slecht in elkaar
sluit, dat zoo weinig voldoet aan de wet en dat zoo slecht
wordt nageleefd. Wij zullen enkele grepen doen om dit toe
te lichten.
lo. Het slecht aaneensluiten der verordeningen. Artikel
2 van 's raads verordening bepaalt o.a. dat B. en W. uit
de dienstplichtigen bij iedere spuit een brandmeester, 3
opzichters en 2 straal richters benoemen
het besluit van B. en W. tot uitvoering van dit artikel
daarentegen verklaart aan te stellen voor de buurtschap
Houtvaart bij spuit D1 brandmeester en 1 straalrichter,
van opzichters zwijgt het, doch bij alle andere spuiten wordt
van brandmeesters en straalrichters gezwegen en van 3
opzichters gerept, niettegenstaande art. 3 van het besluit
van B. en W. spreekt van de brandmeesters en hunne spuit.
Rara, wat is dit allemaal
De raad heeft verder bepaald, dat tot den persoonlijken
Deze artikelen luiden aldus: 192. Ter handhaving der open
bare orde, of in het algemeen belang kunnen, wanneer de bij
stand der plaatselijke beambten of vrijwillige hulp ongenoegzaam
is en de plaatselijke middelen het betalen van hulp niet gedoogen,
de inwoners der gemeente tijdelijk tot het doen van persoon
lijke diensten worden opgeroepen.
193. Een plaatselijke verordening aan gedeputeerde staten
mede te deelen, regelt den aard en duur dezer dienBten, alsmede
de gevallen waarin zij kunnen worden gevorderd. Zij laat, zooveel
mogelijk, elke inwoner vrij, de diensten, waartoe hij wordt
opgeroepen, door een plaatsvervanger te doen waarnemen, of
voor geld, in de gemeentekas te storten, af te koopen.
dienst tot blussching van brand verplicht zijn alle mannelijke
ingezetenen van 18 tot 60 jaar oud, behalve bekleeders van
eenige beroepen en hen die door lichaamsgebreken ter be
oordeeling van B.'en W. voor dien dienst ongeschikt zijn.
Geen onderscheid dus naar rang of stand zooals het behoort,
(zie bet K B. van 26 Juli 1852 S. 134) maar alleen onder
scheid naar lichamelijke geschiktheid of ongeschiktheid. Het
is geen verboden delegatie van macht dat B. en W. die
ongeschiktheid beoordeelenmaar wat doet nu, smokkelen
derwijs het aanhangsel", genoemde besluit van B. en W.
van 25 Juli 1891? Dit schrijft 2 registers voor: een voor
alle in de gemeente wonende dienstplichtigen, en een van al
de tot den dienst aangewezen dienstplichtigen, welke registers
ter secretarie worden bijgewerkteen en ander beteekent
dat B. en W. een willekeurige keus kunnen doen uit hen
die met het verrichten der persoonlijke diensten belast
worden en even willekeurig vrijstelling kunnen verleenen
aan alle anderen, en zoo moet het feitelijk toegaan, want
wij hebben nooit de villabewoners, om maar eens een cate
gorie te noemen, tot blusschen en oefenen opgeroepen
gezien, noch weten wij, dat zij plaatsvervangers stellen of
den dienst af koopen.
Hier is dus feitelijke strijd tusschen 't besluit van B. en
W. en 's raads verordening.
2o. Strijd met de wet is in overvloed voorhanden.
De gemeentewet laat aan B. en W. alleen over het be
noemen van de brandmeesters. Waar de verordening boven de
brandmeesters een nog wel bezoldigd kommandant der geheele
brandweer kent, is diens benoeming het werk van den Raad
en behoort daarmede het vaststellen van zijn instructie even
eens tot 's raads bevoegdheid. De verordening regelt dit ge
heel anders. De regeling der vrijstelling zooais die feitelijk
door B. en W. geschiedt mag aan hen niet worden over
gelaten (men zie daaromtrent eene missive van den minis
ter van binnenl. zaken, Gemeentestem 1961).
De vrijstelling aan de leeraren van den godsdienst en
geneeskundigen gaat verder dan de wet toelaat (K. B. van
5 Sept. 1889 Gemeentestem 1982).
Dat de burgemeester zonder reden een dienstplichtige
vergunnen kan weg te blijven, te laat te komen, zich te
verwijderen, ja zelfs zich te onttrekken aan den dienst ('s raads
verordening) heeft al evenmin eenigen rechtsgrond.
Artikel 11 van 's raads verordening bepaalt, dat met
boete van f 5.kan gestraft worden de bewoner van een
huis, staande in de nabijheid van een brandend perceel,
die nalaat op aanzeggen der politie zijn huis aan de straat
zijde te verlichten. Artikel 205 n der gemeentewet brengt
de kosten der bi-andweer, geene uitgezonderd, ten laste
der gemeente (zie ook K. B. van 29 Sept. 1853 S. 102 en
Gemeentestem 1457), de ingezetenen behoeven noch geld noch
goed daarvoor beschikbaar te stellen, slechts in zekere omstan
digheden hunne persoonlijke diensten. De raad heeft destijds
reeds in strijd gehandeld met de wet door zijne verordening
in het leven te roepen, omdat een der daartoe vereischte
voorwaarden ontbrak (zie art. 192 der gemeentewet in de
noot afgedrukt): dat de plaatselijke middelen het betalen
van hulp niet gedoogen. De Raad heeft dit destijds trachten
goed te maken door te bepalen, dat de bevelhebbers be
zoldigd en de andere dienstdoenden begiftigd zouden worden
met eene schadevergoeding door B. en W. te bepalen, maar
het onwettige karakter der geldende regeling komt hierdoor
slechts te meer uit, men mag de persoonlijke diensten der
burgers slechts vragen als geld ontbreekt.
3o. 's Raads veroidening en hare aanhangsels worden niet
nageleefd.
Artikel 5 van 's raads verordening bepaalt, dat de dienst
plichtigen het recht hebben, óf den dienst bij de brandweer
af te koopen tegen storten van f5.in de gemeentekas óf
een plaatsvervanger te stellen. Wie heeft van de toepassing
dezer bepaling ooit gehoord
Voor de bediening der gewone spuiten zijn een goede 100
man noodig. Waar zijn de f5.van alle andere lichamelijk
geschikte mannen tusschen 18 en 60 jaar? Dat deze niet
naar behooren geïnd worden is dubbel onrechtvaardig tegen
over de z.g.n. aangewezen dienstplichtigen, eenmaal omdat de
niet aangewezenen niets in de plaats geven van hunne per
soonlijke diensten die hun niet worden gevraagd, andermaal
omdat de afkoopgelden in de gemeentekas moeten worden
opgenomen om daaruit aan de dienstplichtigen uitkeeringen te
doen. (K.B. 25 Jan. 1854 Gemeentestem 123).
Heeft de commandant in het begin van elk kwartaal in
spectie gehouden over het materiaal en daarvan schriftelijk
verslag uitgebracht aan B. en W. Heeft hij gezorgd dat
de spuiten steeds gesmeerd, de spuithuizen gelucht, de slangen
gedroogd, en dat al de brandbluschmiddelen steeds in den best
mogelijken staat gehouden tvordenl
Heeft hij, toen 1.1. Maandag en Woensdag bleek, dat een
en ander niet in orde was, een vergadering met de brand
meesters en opzichters belegd, al te maal zaken die uitdruk
kelijk zijn voorgeschreven
De droevige vertooningen van 1.1. Maandag en Woensdag
hebben geleerd, dat aan de meeste dezer voorschriften niet
de hand wordt gehouden.
Men meldt ons omtrent de oefening (die, let wel, niet
bedoelt de inspectie van het materiaal, maar het oefenen dei-
manschappen) te Overveener werkten twee spuiten, de
slangen waren gedeeltelijk oud en lek, eenige nieuw, uit
één slang moest een stuk genomen worden, hetwelk geheel
vergaan was. De waterstraal was hoogstens 8 a IOmeter;
omtrent die te Bloemendaal: Met spuit A. liep het nog al,
deze had echter nog 10 minuten noodig voor zij water gaf,
mot spuit B. was alles verkeerd, dan zat de zuiger niet
goed, dan bleek een moer of schroef verkeerd te zijn aan
gedraaid, dan was er een bocht in de slangdenkelijk was
er een defect aan de pomp zelf, daar er gedurig uit een
lederen emmer water in den waterhouder der pomp werd
geworpen. Na 20 minuten tobben gaf spuit B. een heel
klein straaltje.
Onze slotsom isde bestaande verordeningen zijn op ver
schillende punten met elkaar in de war onwettig, en worden
voor zoover ze uitvoerbaar zijn niet uitgevoerd, m a.w. de
duinwater-brandleiding daargelaten, is de Bloemendaalsche
brandweer, wettelijk, administratief en praktisch... iets
van niets.
Wanneer wij daarbij vreezen dat de inspectie der brand-
kranen en de oefening van het politiepersoneel voorzooveel
de duinwater-brandleiding betreft evenveel te wenschen
laten, dan begrijpt men dat wij met zorg onzen eersten brand
in de gemeente tegemoet zien.
Wij hebben den naam van den commandant onzer brand
weer opzettelijk niet genoemd wij kunnen hem de schuld
slechts zeer ten deele geven, trouwens niet om een schul
dige te zoeken maar om op onmiddellijke reorganisatie aan
te dringen, schrijven wij.
Edelmoedigheid weet alles te verontschuldigen, zoo niet 't opzet
dan toch de onachtzaamheid.
Bloemendaal.
Agenda. Hotel Duin en Daal: Zondag 12
Juli Matinée."
Woest duin.
Zondag 12 Juli: 11/2 uur. «Courses Woestduin.«
Haarlem.
Brongebouw. Vanaf Maandag 13 Juli, v.m. 10 tot
n.in. 2 uur. Beurs der algemeene vereeniging voor bloem
bollencultuur te Haarlem. Toegang alleen voor leden der
vereeniging.
Woensdag 15 Juli 1908, 8 uur. Soirée J. Louis Pisuisse
en Max. Blokzijl Journalisten-Chanssonniers.
De wijze dankt zijn rijpaard tijdig af, en wacht niet tot hij mid
den op de baan er af valt en gelach verwekt.
De Tweede Kamer is naar huis en heeft
Biniienlandscll in den laatsten tijd nog heel wat zaken
overzicht. afgehandeld. De oorlogsbegrooting werd
met groote meerderheid aangenomen,
niet omdat, zooals de heer Borgesius het uitdrukte, hij en
zijne vrienden het met den minister van oorlog eens waren,
maar omdat men de begrooting meer als een credietwet
beschouwde.
Het tijdsontwerpje is eveneens aangenomen, een poging
om die wet weder naar de afdeelingen ter onderzoek terug
te zenden, is gelukkig verijdeld. De amsterdamsche tijd zal
nu de eenige wettige tijd zijn; de spoor wegma itschappijen
hebben zich thans er bij neergelegd, dat er in Nederland
één tijd en wel de Amsterdamsche tijd zoude zijn.
Het wetsontwerp tot verhooging van Hoofdstuk 7 werd