H RATIO ZOOI Incassobanl s Assurantiën keer PRUIIT. Selefoon 110 verlaging der RI 1909. 50 jY3( f 2,25 p sit f 50 1,80 in eens belangrijk rabi )nze circulaire, u 8 o.d. Zijlbrug L J. BOVERHO en >rten Brandstof! s aan om Honing's beke an 150 per H L. te j trefbaar zijn. 29 KOBUS EN AGNIETJE, ^AMPE] iêeësesiëeii ihoon 1342. I op de Amsterdam= nlandsche Beurzen. ZATERDAGS alleen 93 nut Fotograf i firma CORDES. roote Houtstraat HAARLEM. geurige en smakel m. HOFLEVERANCI T elefoon Bloemendaal Weg 217h. Teleplioon No. 937. 4 nlledige uitrustingen: Gi aat la, Haarlem. TpI. 86 assaustraat 14h Tel. 1434. J. H. Wesemann Jr., Bloemend i. Korte Kleverlaau, Bloemend Jr Bloemendaalsche weg, Bloer ian, Bloemendaal Tel.017. t J sweg 55 Tel. 424. iratieinrichting (handw ndaal. izijn: Ant. v. d. Weiden, voor t 79. Telef. 700 Haarlem, in Haarden, Kachels enl sr Kiesstraa't 22, Haarlem, Telef. wielen: Haarlem's sporthai 424 ische wasscherij: C. Hot Tel. 382. D. van Kampen, Bloemendag i Co., Zijlstraat 47, Haarlem.Tel. lisstraat 34, Haarlem. Tel. 1541 Modes, Haarlem. Tel. 1259. J Windhorst Jr Bloemenu an, Duvenvoordestraat 12. rood. Telephoon Interc. 1511. d. Ham, Bloemendaal. Tel. 110 J. Smits Zoon, Bloemenda1 - eheilgymnastiek: ay Basting, Noorder Station Jijvoegsel van „J(et BloemenOaalsch WeekblaD" van Zaterdag 30 Januari 1909. Binnenlandscli Overzicht. Een groot nederlandsch kunstenaar, de grootstp, kunnen we wel zeggen, is deze week gehuldigd. Jozef Israëls heeft zijn 85sten verjaardag gevierd. Geluk kig geniet hij steeds een goede gezondheid en beschikt hij nog over een, we zouden haast zeggen, jeugdige frischheid en kracht. Toch. niet ongemerkt draagt men den last van 85 levensjaren. Er valt veel over dezen grooten Nederlander te zeggen. Zijn roem is doorgedrongen tot in alle streken der wereld. Zijn kunst is gehuldigd in alle paleizen en musea en onver zwakt blijft deze zoon van het oude volk arbeiden aan zijnen en onzen roem. Voor hen die in Amsterdam bekend zijn, is het wellicht niet onaardig te vernemen, dat het oudste huis aldaar, de pereeelen 6163 Prins Hendrikkade, geveild zijn. Volgens het Handbl. wenschten de nieuwe eigenaars zich nog niet bekend te maken. We krijgen, voorloopig tenminste, nog geen nieuwe spelling. In Staatsblad no. 8 komt het koninklijk besluit van 5 dezer voor tot vernietiging van de besluiten van burgemeester en wethouders van Winschoten, vastgesteld in hunne vergaderingen van 9 Maart, 13 Juli, 3 Augustus, 17 Augustus, 2 September en 14 September 1908, tot goed keuring van wijzigingen in de leerplannen voor de openbare lagere scholen, respectievelijk te Sint-Vitusholt, aan den Gassingel, aan den Dwingeloweg, aan de Langestraat, aan de Pottebakkerij en aan den Visschersdijk, alle gelegen in de gemeente Winschoten. Het Kon. Besl. berust op de volgende overwegingen dat de van Regeeringswege gevolgde en tot dusver vrij algemeen gebezigde spelling, is de spelling naar de regels van De Vries en Te Winkel; dat bij het onderwijs in de beginselen der Nederlandsohe taal eenheid van spelling en eenheid in het onderwijs der taalregels een algemeen belang is dat in het bijzonder invoering op enkele lagere scholen van de zoogenaamde vereenvoudigde spelling, of van de spelling naar de regels van Kollewijn, die vooralsnog geens zins de algemeeno instemming vindt, voor de leerlingen dier scholen een belangrijk nadeel kan meebrengen bij hun eventueel verder onderricht of bij het afleggen van sommige examens dat derhalve bepalingen, welke opneming van de z.g. ver eenvoudigde spelling of van de spelling naar de regels van Kollewijn, in een leerplan van eene openbare lagere school voorschrijven, in strijd zijn met het algemeen belang en op dien grond de bovenvermelde besluiten van burgemeester en wethouders van Winschoten met het algemeen belang in strijd zijn. Het vormen van dames-comités tot het inzamelen van gelden voor het huldeblijk aan de koningin gaat steeds door. Ook zelfs in Londen heeft zich thans een dergelijk comité gevormd met het doel namens de nederlandsohe kolonie een geschenk aan te bieden. De Avondpost heeft haar verontwaardiging lucht gege ven door een vinnig stukje te schrijven over de behandeling een Oostenrijker aangedaan, die sinds begin October van verleden als 'n gewone misdadiger in een gevangenispakje in het huis van bewaring te 's-Gravenhage zL opgesloten, iets wat hij heeft te danken aan de nieuwe vestingverdragen, 't Is ook meer dan bar. Stel u voor, vier lange maanden zit de man, die niets anders misdaan heeft dan geen middel van bestaan te hebben, op gesloten. Vroeger werd zoo'n stumperd naar den consul van zijn land gestuurd, die hem binnen 'n paar dagen op 'n boot of zoo bezorgde, of hij werd direct over de grens gezon den. Dat kostte het rijk niet meer dan de reis naar Rot terdam voor den vreemdeling en zijn geleider. Na al die nieuwe verdragen moet de heele diplomatieke winkel aan 't werk. De gezant en de regeering van Oostenrijk corres pondeerden. Weken en maanden verloopen er mee de man in quaestie zit steeds opgesloten in 'n strafplaats.... omdat hij niets strafbaars heeft misdreven. Dat kost het rijk tot nu toe al 120 maal 90 ets. f108. Een gevangene kost n.l. ongeveer 90 ets. per dag. En wordt dan eindelijk, na veel pourparles, besloten, over een maand want vroeger zal toch zeker de diplomatie de ingewikkelde quaestie niet klaargespeeld hebben dat de man naar Oostenrijk moet worden gezonden, dan lijdt 't geen twijfel dat men moet doen wat vroeger geschiedde. Dan wordt de man naar den consul te Rotterdam gezonden. Dat had men vijf maanden te voren ook kunnen doen. Alleen heeft 't Rijk dan gekost f108 f 27 f135. En.... al dien tijd mist de man zijn vrijheid. In deze methode van werken moet verandering gebracht worden. Zooals 't nu gaat, zegt het blad weder- i-echtelijke vrijheidsberooving nu al 4 lange maanden is 't meer dan ergerlijk, 't is 'n schandaal. Den 8sten Februari zal te Hoorn de 10de algemeene ver gadering plaats vinden van den Provincialen Bond van Rund- vee-fokvereenigingen in Noordholland. Behalve verschillende huishoudelijke zaken en benoemingen komen aan de orde de volgende bestuursvoorstellen a. Instelling van het cen traal fokregister, in te leiden door den heer G. Nobel te Lutjewinkel, b. Instelling van een uniform oormerk voor ingeschreven koeien. In te leiden door den heer Jb. Kaan Kz., te Wieringerwaard. c. Bespreking van de eventueel te houden tentoonstelling van vee, tijdens het 61ste landhuis- houdkundig congres te Hoorn. In te leiden door den heer H. Jb. Avis te Midwoud. Op de 138 scholen voor gewoon lager onderwijs te Amsterdam is thans een wijziging in het leerplan tot stand gekomen, waardoor er eenheid zal gebracht worden in het zang onderwijs. Leerlingen van verschillende scholen zullen nu gedu rende en na de schooljaren samen kunnen zingen, omdat zij het zelfde repertoire hebben. Voor elk der drie hoogste leerjaren is een reeks van een- en tweestemmige liederen vastgesteld, die in elk geval geleerd moeten worden. Daartoe bebooren onze beste volksliederen. Ongetwijfeld mag dit een goed be sluit genoemd worden, en is het dunkt ons zelfs voor uit breiding vatbaar, nl. dat deze u ethode van eenheid brengen over geheel Nederland werd doorgevoerd. Pas laat de winter zich weer gelden en zit er opnieuw wat ijs in het water, of de berichten over ongelukken komen van alle kanten aanzetten. Alweder is het getal slachtoffers groot; 't zij dat ze door het ijs gezakt zijn, of in een ver- radelijke bijt terecht kwamen, 't einde was verdrinken. Laten de grooten toch oppassen en de jeugdige waaghalzen van het ijs jagen als het nog te zwak is. -- Ten slotte eenige woorden over het feit dat de direc teur-generaal der posterijen en telegrafie het noodig heeft gevonden nieuwe bepalingen vast te stellen ter voorkoming van malversatiën bij den dienst der Rijkspostspaarbank Het onder zich houden van spaarbankboekjes door brievengaarders, wat meermalen aanleiding heeft gegeven tot het plegen van oneerlijke handelingen, zal o. a. streng worden gestraft. Ons persoonlijk leven is vol van gapingen, niet een doorloopend geheel van bewuste gebeurtenissen. Duitschland. Deze week is voor Buitenlandscll Duitschland van groote beteekenis ge- overzicht. weest: de keizer heeft zijn 50sten ver jaardag gevierd. Ook voor ons land is dit feit van zoodanige beteekenis dat we voor ditmaal een gedeelte van deze rubriek aan den doorluchtigen jubi laris willen wijden. Langer dan twintig jaren is de keizer aan de regeering geweest, hetwelk een tijdperk van vrede genoemd mag worden. Niemand toch kan loochenen, dat het behoud van den vrede in Europa, ook in de laatste maanden, vooral aan hem te danken is geweest. De keizer is een man van meer dan gewone ontwikkeling. Zijn wonderbaarlijke vlijt en groote toewijding aan de algemeene zaken gaan gepaard aan een zeldzaam karakter. Heeft hij fouten gemaakt, dan werden die door sohoone beweegredenen vergoed en wij twijfelen niet of de keizer zal zich, na de jongste gebeurte nissen, wel een reserve opleggen, die van een constitutio neel heerscher mag worden verwacht al beseft men heel goed dat hem deze beheersching niet licht zal vallen. Maar ook juist daarom kan verwacht worden dat dit jaar een groot deel van het duitsche volk zich zal aansluiten bij de hulde hem door de bondsvorsten gebracht. De Kölnische Zeitung noemt den dag dubbel feestelijk. Niet alleen voltooit de keizer een kroonjaar van betee kenis, maar hij viert den eersten verjaardag van de nieuwe aera. Er was een vervreemding tusschen keizer en volk ontstaan, en wat zich in lange jaren aan ingehouden vaderlandslievenden wrok en kommer had opgekropt, kwam in November los in het luide verzet tegen de persoonlijke staatkunde. Er zat iets als revolutionaire brandstof in de lucht en met bezorgdheid richtten zich aller oogen naai den keizer. Toen bracht de 17de November de ontspanning na het gehoor te Potsdam, waarin de kanselier zijn plicht, om tusschen het volk en de Kroon als middelaar op te treden vervuld heeft, verklaarde de Reichs-Anzeiger, dat de keizer het als zijne voornaamste keizerlijke taak beschouwde, de standvastigheid van het rijksbeleid, met inachtneming van de grondwettelijke verantwoordelijkheid, te verzekeren. Dat is het program van de nieuwe aera; het beteekent, in het licht van de gebeurtenissen, onder welke het ontstaan is, dat voortaan in Duischland en Pruisen in nauwe over eenstemming tusschen Kroon en volk geregeerd zal worden, omdat alleen op die wijze een heilzame bevordering van het algemeen welzijn te bereiken is. De keizer heeft niet te klagen gehad over belangstelling. Van alle kanten ontving hij gelnkwenschen en deputaties, waarover de dagbladen al het mogelijke hebben medegedeeld. Engeland. Van het pensioen vooroude lieden van zeventig jaar, dat in Engeland met 1 Januari is begonnen te werken, zijn, gelijk men kan weten, uitgesloten de armlastigen, dwz. zij die van de armbesturen bedeeling genieten of kortelings hebben genoten. Die bedeeling komt niet uit de rijks-, maar uit de gemeentelijke schatkist. Bij minister Asquith kwam nu Dinsdag een afvaardiging van de Arbeiderspartij met verzoek ook de bedeelden van het pensioen te laten genieten. De minister antwoordde, dat hij niets liever wil, maar het geld er niet voor is. Het pensioen zal den staat nu al 7,500,000 in het jaar kosten, de administratie niet mee gerekend. Komen de armlastigen erbij, dan zou dat drie- of vier millioen pond meer l'tsten. Hij zou echter de plaatse lijke besturen raadplegen. Als die hun aandeel in de kosten wilden dragen, dan zou de minister zien wat hij kon doen. Perzië. Dit land is in dan laatsten tijd weer meer dan eenige jaren aan de orde van den dag. Te Teheran worstelt de sjah met zijn onderdanen om zijn onbeperkt gezag men schijnt daar in staat van permanente revolutie te verkeeren. En intussc'hen strijden Engeland en Rusland om den buit, tijdelijk door een tractaat vereenigd, maar op den duur toch weer tegenover elkander. Bulgarije. De bulgaarsche minister van binnenlandsche zaken heeft zich te Weenen uitgelaten dat Bulgarije aan Turkije niet meer kan betalen dan 85.000.000 franc. Het is meer, zegt hij, dan de spoorweg waard is dien Bulgarije in bezit heeft genomen, die volgens zijn beweren nog in zeer droevigen staat moet verkeeren. Frankrijk. Mgr. Fulbert Petit, de bisschop van Besan^on, heeft een herderlijken brief gericht tot de geestelijken en geloovigen van zijn bisdom, betreffende de houding van de Kerk tegenover de xkerkroovers." Het geldt de uitvoering van de wet van 13 April 1908, regelende de overdracht der kerkelijke goederen. Men zal zich herinneren, dat bij deze wet voorgoed is uitgemaakt, dat de goederen der vroegere kerkfabrieken zullen overgaan op de gemeentelijke of de departementale instellingen van liefdadigheid. De gemeenten en departementen zullen deze goederen nu weldra in bezit gaan nemen. Dit is voor ons het oogenblik, schrijft de bisschop, om een plechtig protest te laten hooren tegen het onrecht dat staat te gebeuren. De Kerk legt aan de geloovigen den plicht op, de Kerk te verdedigen in moeilijke omstandigheden. Portugal. Te Lissabon nadert de verjaardag van den koningsmoord. Koning Carlos en kroonprins Lodewijk Philips zijn 1 Februari 1908 omgebracht. In verschillende partijen is de onkiesche gedachte opgekomen, de gelegenheid van den verjaardag te benuttigen tot het houden van een politieke betooging op de plaats waar de moord geschiedde. De pers komt eenstemmig in verzet tegen de uitvoering van zulke plannen, en vermaant de Portugeezen, zich ten aanschouwe van Europa fatsoenlijk te gedragen en eerbied te betoonen voor de smart. FEUILLETON. 2-) Eene „burgervryage") DOOR JUSTUS VAN EFFEN (1684—1735). JUSTUS VAN EFFEN, de zoon van een artillerie-officier, werd in het jaar 1684 te Utrecht geboren, kreeg eene zorgvuldige opvoeding en studeerde aan de hoogescholen van Utrecht en Leiden in de rechten, waarin hij later (1727) promoveerde. Hij legde zich met volhardenden ijver toe op de oude en nieuwe talen en hare letterkunde, inzonderheid op de fransche. Als huisonderwijzer in familiën van hoogen rang en herhaaldelijk als gezantschaps-secretaris kon hij zich vormen in het verkeer met de groote wereld. Als man van wetenschap, van smaak, verlicht en beschaafd, van een edel, rond en menschlievend karakter, als een goed burger en godsdienstig mensch heeft Van Effen zich in zijne geschriften doen kennen. Zijn hoofdwerk, de^Spectatoriale ver- toogen, die hij ten getale vail 36U tot zijn dood (1135) voortzette, zijn deels van letterkundigen, maar grootendeels van zedekundigen aard. In een bevalligen en algemeen bevattelijken stijl, die zich schikt naar den aard van zijn onderwerp, nu hoog ernstig met klem van r« denen, dan met luimige satyre. maar altijd met smaak en geest, gispt hij de oud-burgerlijke dwaasheden en zedelijke gebreken van zijn tijd, trekt hij te velde tegen alles, wat een valschen smaak verraadt of daaraan voedsel geeft, of hij tjeeft lessen van levenswijsheid en deugd, of hij behandelt onderwerpen van letterkundigen en wijsgeerigen aard. Op die wijze was Van Effen van invloed niet alleen op onze letterkunde, maar ook op den smaak en de zeden van zijn tijd. Wie in aantrekkelijke schetsen en teekeningen, hier meer in grove omtrekken, daar meer uitgewerkt, het leven der Hollanders van de eerste helft in de 18de eeuw, hun zeden, gebruiken, kleedine, de rich ting van hun denken, hunne deugden en ondeugden, ja wat niet al, bestudeeren wil. doe zijn best den Hollandschcn Spectator van Van Effen (welks uitgave hij in 1731 begon) in handen te krijgen. Van Effen stierf te 's Hertogenhosch als commies van s lands magazijnen, eene betrekking, die hem in 1727 te beurt viel en hem een onbezorgd leven en veel tijd voor zijn letteroefeningen verschafte. Als een staaltje van Van Effen's stijl geven we hier onze lezers een zijner aardige schetsen: KOBUS EN AGNIETJE. [In het eerste gedeelte hebben wij kennis gemaakt met Kobus en Agnietje, des avonds in minnelijk gesprek staande voor de deur van Agnietje's woning. Toen wij van ben afscheid namen, had Kobus juist gevraagd of temet een andere vrijer oudere brieven bij haar had.] »Kom aan", antwoordde Agnietje, »daar wil ik je wel op antwoordenneen ik heb noit geen vrijer gehad, maar ik wil 'er ook nog geen hebben, al was hy nog zo ik kan daar nog wel een jaartje of tien mee wagten, en ik heb myn moeder te lief, om 'er zo gauw te verlaaten. Daarom, buurvryer, doe geen vergeefsche moeite meei om myn. Zo 't zo met je gesteld is, als je voorgeeft, zo zal je wel een mooyer meisje krygen als ik, en een zoete stuiver er by, en dat zou je by my niet vinden, want men moeder en ik hebben werk genoeg om door naarstigheid en goed overleg fatsoenlyk door de waereld te komen." »Og, zo veel te beter, myn lieve Agnietje", voegde de jongman haar daarop toe, »zo veel te meer pleizier zal ik hebben, als ik zo gelukkig zal mogen zyn van je met meer gemak en rykelyker te doen leven. Og, mogt ik voor eerst maar van je verkrygen, Agnietje lief, dat ik je nou en dan eens mogt komen bezoekenals je me dat maar toe stond, zou ik niet ruilen willen met de beste burgermeesters zeun van de heele stad." »In alle geval", sprak Agnietje, »dat zou je niet aan myn, maar aan men Moeder moeten verzoeken, maar dat hoef je niet te beginnen, ze zou 'er tog geen ooren na hebben, en al was '1 zo, zo zou ik het tog niet toestaan. Eens zo goed als duizendmaal, ik wil tog met geen Vryers te doen hebben." Maar mag ik dan ten minste nou en dan niet eens voorby komen, myn liefste Agnietje?" »Wel malle jonge," sprak zy daar op al lachende, »kan ik je dat verbieden? is de straat voor jou zo vry niet als voor een ander" «.Ja, maar je weet wel, jou guitje, waar ik heen wil, ik wou vragen, of je dan zo goed niet zou wezen en komen eens aan de deur?" »Dat zou by geval kunnen gebeuren," wierd hem daarop toegedient, »maar zo 't al zo was, zo versta is absoluit niet, dat je men aanspreekt, ik zou 't je zeer kwalyk afnemen." iEy, je zult ummers niet, myn liefste Agnietje." »Nu, dat zal je dan gewaar worden; doet het op die koop maar eens." Dit zeide ze met een zekere spytigheid die my vry wat gemaakt voorkwam, en hiermede, na dat de goede slokker te vergeefs om een zoentje had gebedelt, en uit een diepe eerbied, de oprechte en innige tederheid zo eigen, niet hard daar op durven aandringen, was de vryagie voor dien avond uit. Dog 't geen ik voor den jongeling, in wiens liefde ik niet na kon laten een teder belang te nemen, een goed teken vond, was dat Agnietje, de deur reedlyk hard toege- smeeten hebbende, de zelve zo zagtjes als 't mooglyk was weer opende, om den jongeling nog eens na te zien, en daar na even zagt weer dezelve toe sloot. II. Na d' eerste aanval van onzen hupschen werkgast op 't onbedreeve hart van 't zoete Agnietje, twyffelde ik niet, of hy zou den volgenden Zondag niet missen zyn uiterste best te doen, om de kans weer te wagen. Hier in bedroog ik my niet, en 's agtermiddags na 't uitgaan van de kerk, zag ik hem zinlyk uitgedost, en 't hairtje netjes gepoedert, 't geen hem een heel ander manspersoon deed lyken, met een langzame tred aankomen. Dog de arme vryer wendde ver geefsche moeite aan de deur en vensters bleven by Agnietje gesloten, 't geen hem, wanneer hy voor de derde reis 't huis voorby spanseerde, met de uiterste verslagentheid zyne oogen na den Hemel deed verheffen, als of hy aldaar over Agnietjes ongevoeligheid en wreetheid klagtig wou vallen. Ik ben verzekert, had hem 't meisje in die nare toestant gezien, dat het haar zeer aan 't hart gedaan en voor vast tot deernis zou bewoogen hebben. Maar 't was haar schuld niet, en 't zoete schaap was even te voren met moeder uitgegaan, met een bybeltje onder den arm, naar alle waar- schynlykheid, om de avondpreek te gaan horen. Ik had een waaragtig medelyden met den armen hopeloozen knecht, die volgens den aard der oprechte en tedere minnaars, de welke altyd 't ergste vrezen, zig gewis verbeeld zal hebben, dat Agnietje een afkeer van hem had, en noit eenige ge- neegentheid voor hem zou hebben. Doordien ik 't overige van de week 's avonds zelden 't huis was of wel met bezig heden bezet, vernam ik niets verder van de zaak, tot Zon daags daar aan, toen ik, uit de kerk komende, my verbeelde onzen jongman voor my uit te zien gaan in onze straat, en naar de kant van myn huis. In 't voorby stappen zag ik, dat ik my niet bedroog, dog, 't geen my ten hoogste ver wonderde, was, dat hy een meisje op zy had, met dewelke hy het zeer druk had, en die my niet ouder nog lelyker voorkwam als buurvrystertje, maar, hoewel niet veel zwie riger, vry wat kosteiyker was uitgedost en rykelyk met goud en zilver behangen. Ik twyfelde geenzins, of zyn oogmerk was om Agnietje te trotzeeren, en zig over hare spytigheid te wreken, met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1909 | | pagina 5