I 2de Bijvoegsel van 42 3^ jaargang unificatie op eventueel particularisme gunstig reageeren. De oppositie zal waarschijnlijk het meest in de Kaapkolonie zijn. Engeland. Wij lezen in een der dagbladen een aardig staaltje van heldenvereering in Engeland, in welke vereering een groote kracht schuilen kan, mits zij niet overslaat tot overdreven malle vertooningen zooals het vereeren van bok sers en dergelijke kracht-sportmenschen. Het hier bedoelde staaltje is echter meer thuis te brengen onder het begrip van trouwe plichtsbetrachting en betreft Binns, den draade- looze-telegrafist, van de vergane Republic," die te New-York al geweigerd heeft als held te fungeeren. Hij is ongetwijfeld een bescheiden en verstandige jonge man en vindt dat hij niet meer dan zijn plicht heeft gedaan door op zijn post te blijven. Dezer dagen kwam hij te Liverpool en Maandag werd hij te Peterborough, waar familie van hem woont, feestelijk ingehaald, waarvoor groote toebereidselen gemaakt waren. Binns bleef onder alle huldebetoogingen echter zeer kalm en werd in 't minst niet door gevoelens van ijdelheid of iets dergelijks bevangen. In de St. Paul te Londen is Maandag door generaal Evelyn Wood een borstbeeld onthuld van Sir William Howard Russell, den grooten oorlogscorrespondent. Russell gaf in de Times openbaarheid van het vreeselijk lijden der soldaten in den Krimoorlog. Hij gaf een meesterlijk verslag van den oorlog tusschen Pruisen en Oostenrijk, van den fransch-duit- schen oorlog en maakte persoonlijk den opstand in Engelsch- Indië mede. Binnenkort zal te Rosyth, aan de Fortbaai in Schotland, het werk beginnen voor den aanleg van een oorlogshaven die daar komt. Het werk zal ongeveer zeven jaren duren, terwijl de kosten op 39 millioen gulden geraamd zijn. Egypte. De Khedive heeft j.l. Maandag den derden dam in den Nijl geopend. Deze ligt bij Esnehde twee anderen bjj Assivet en Zifta. Omtrent dit hoogst belangrijke werk vallen nog de volgende interessante bijzonderheden te ver melden. De Nijl was bij Esneh ongeveer 1150 M. breed, maar de oevers zijn veranderd om ze even hoog te maken als de dam, en deze is, op een paar meter na, 1000 M. lang. De dam heeft 120 openingen, elk bijna 5 M. breed. (De dam van Assioet heeft er 111, die van Zifta 50.) Aan den westkant is een sluis aangebracht van 80 M. lengte en 15 M. breedte. De aannemers John Aird Co. te Londen begon nen in April 1906 met het voorbereidende werk, waaraan zij weldra 10,000 inboorlingen hadden gezet. De grondvesten werden eigenlijk eerst in December 1906 gelegd. Ongeveer anderhalf jaar voor den vastgestelden tijd is het werk opge leverd. De kosten zijn omtrent twaalf millioen gulden ge weest. De dam kan den Nijl 3.6 M. opstuwen en de pro vincie Kench aldus zoowel zomers als 's winters van water voorzien. Men verwacht, dat de suiker- en de katoenteelt er nu een groote toekomst zal hebben. Perzië. De berichten die uit dit land tot ons komen, blijven verward. Indien de telegrammen die van russischen kant gekomen zijn waarheid bevatten, hebben de opstande lingen te Fabris gevoelige verliezen geleden. De regeerings- troepen hebben bijna de geheele stad in handen. Echter lijkt dit bericht zeer onwaar en heeft waarschijnlijk ten doel de tijdingen uit Resjt te verzachten, waar de revolu tionairen zich van de macht hebben meester gemaakt, ver scheiden ambtenaren w.o. den gouverneur hebben gedood en de regeeringstroepen hebben gedwongen, de wijk te nemen in het russische consulaat. Deze gebeurtenissen te Resjt hebben in zoover groote beteekenis, wijl zij opnieuw bewijzen, hoe algemeen in Perzië het verzet tegen den sjah en de centrale regeering te Teheran geworden is. De revolutionairen zijn nu, zooal niet volkomen meester van den toestand dan toch actief in het noordwesten en in het zuiden. De beweging breidt zich nog voortdurend uit. floe ver de centra van het verzet ook mogen uiteen- liggen, er is een streven dat alle perzische revolutionairen vereenigt: het streven, de grondwet opnieuw ingevoerd en van kracht verklaard te krijgen. Het N. v. d. D. voor Ned.-Indië schrijft Recht eil Wet. Van de Alg. Secretarie gewerd ons het volgende bericht »De duur, waarvoor aan den inlandschen officier van justitie, met den titel van djaksa, in het regentschap Ber- bek, een inlandsch officier van justitie, met den titel van adjunct-djaksa, is toegevoegd, wordt geacht te zijn verlengd tot dat de z. g. n. Bendoengan (Barong)-zaak voor den land raad te Ngandjoek (Kediri) zal zijn berecht." Vermoedelijk zullen meerdere van onze lezers bij het kennis nemen van dit bericht, niet aanstonds weten, waarom het hier gaat; zij zullen het wellicht voorbijloopen als een gewoon nieuwtje. Toch is het niet geheel zonder belang. De zoogenaamde Bendoengan (Barong) zaak is namelijk het opstootje op de suikerfabriek Baron, voorgevallen 29 Januari 1907. Dat is dus tennaastenbij twee jaren geleden. Twee jaren zitten de bij die gelegenheid in hechtenis genomen menschen als wij ons goed herinneren waren het er vijftien, nu reeds preventief gevangen. Twee jaren Te zijner tijd over hoeveel maanden, of jaren, dat zal zijn, valt natuurlijk nog op geen stukken na te zeggen zal die zaak vóórkomenalthans, wanneer de beklaagden dan nog niet allen in de gevangenis zijn gestorven, wat óók niet onmogelijk is. Wat zullen degenen die dan het voorrecht mogen hebben de terechtzitting bij te wonen, dan smullen aan de getuigen-verklaringenOnder eede na tuurlijk. Wat zullen die verklaringen betrouwbaar zijn! Alles wat op en vóór dien gedenkwaardigen Dinsdag 29 Januari 1907 is gepasseerd, weten de menschen, die als getuigen zullen moeten fungeeren, dan natuurlijk nog op een prikje. Getuigen in een strafproces schijnen nu eenmaal uit den aard der zaak altijd over merkwaardige geheugens te beschikken. Maar is zij eigenlijk niet een ergerlijk paskwil, een der gelijke wijze van berechting Waar blijft het rechtwaai de indruk op de bevolking, de preventieve werking van de rechtspraak, bij een dergelijke manier van doen Welk denkbeeld moet zich van de bevolking meester maken, door deze trage, sleepende, omslachtige wijze van ageeren der justitie; welk ander dan dat degenen, die verdacht worden aan een of ander vergrijp, van de soort als dit opstootje te hebben deelgenomen, zonder vorm van proces in de gevan genis worden gestopt, en daar spoorloos verdwijnen? Nu ja, dan volgt wel een vertooning, eenige jaren later, waarbij dan wordt beslist, wie nog langer zal worden gevangen gehouden en wie dan genoeg gestraft is, maar het verband tusschen een misdrijf en de berechting ervan gaat op deze wijze voor de bevolking geheel verloren. Twee jaar zitten die menschen, waaronder zich toch ook onschuldigen kunnen bevinden, nu reeds gevangen, en blijkens den vorm waarin het berichtje van de Alg. Secretarie is gegoten, bestaat er voorloopig nog bitter weinig kans, dat bunne zaak behandeld, laat staan beëindigd zal worden. Waarlijk, de regeering heeft wel gelijk, dat zij overal uitziet naar nieuwe terreinen voor hare bemoeienis, naar streken, waar zij aan ongeregelde toestanden een einde kan maken. Hier op Java is alles geregeld genoeg in de puntjesniet meer te verbeteren. Dat blijkt dagelijks Mejuffrouw Bus te Amsterdam verkeerde Van den Hak de vorige week in een droeve stemming. op den Tak. 't Was dan ook een hard geval, ver beeld ude mooie Saksische kanarie, al zes jaren lang de eenige vriend der bewoonster en haar vertrooster in eenzame uren, was bij het schoonmaken van zijn kooi uit het deurtje gewipt. Juffrouw Bus was radeloos toen zij op aWraar roepen van Pie-ie-ietPie-ie-ietSoete Pie-ietgeen antwoord ontving. Op aanraden van de juf frouw beneden ging juffrouw Bus er toe over in het Nieuwsblad een advertentie te plaatsen, waarin aan den eerlijken vinder een belooning van vijf gulden werd toegezegd. Toen zij 's middags van de krantenvrouw het blad had ontvangen en zich overtuigd had, dat de advertentie er in stond, had zij rust noch duur meer, en ging wel vijftig maal naar beneden, naar links en rechts turende of de kanarie er niet kwam aanstappen. Op eens, toen ze weer boven was, hoort zij een stem onder aan de trap; «Woont hier Bus?" En de juffrouw vliegt met jeugdige vlugheid naar beneden, juichend: «Daar is tie!" «Is dat beessie van u, dat daar staat in de krant?" Ja, jongen, heb jij het gevonden Jawel, maar er staat toch vijf gulden op, Ook al is het een beetje geschonden Wat zeg je, mijn hemel, wat heb je daar? Ik heb toch geen poes verloren Weineen, juffrouw Bus, maar het beest zit er in, Ik kon straks zijn zingen nog hooren. De arme juffrouw Bus draaide zich schielijk om en ging ontsteld naar boven, de boodschapper verwijderde zich zonder medelijden, maar ook zonder belooning. Hij had een ver- geefschen gang gedaan, evenals dezer dagen een Drentsch boertje een vergeefsche reis naar de markt maakte. De man zou met een aantal biggen gaan markten en reed met zijn wagen naar het bijgelegen dorp Spoedig kwam er een koopman opdagen: »Heb je biggen?" Ja. Laat me het goedje eens zien. Het boertje klom op den wagen, maar «Hoe heb ik het nou Wel, komkop, die ik ben, 'k liet de biggen bij m'n vrouw!" Zoo was het, het boertje was met den leegen wagen weggex-eden en had de krulstaartjes in het hok achtei-gelaten. Niet langer mag dus aan professoren het monopolie van vei-geetachtigheid worden toegeschreven, de boeren beginnen met hen te concurreei-en. En dan wil men nog wel eens zeggen, dat het platteland niet met den tijd meegaat. In Vox Medieorum deelt Platlandicus hiervan enkele staaltjes mee. Hij zond eens zijn knecht naar den voerman of hij voor een dagje paard en wagen kon krijgen. De knecht komt weerom met het bei-icht, «dat dokter met alle pleizier 't paard en de canapé kan ki-ijgen." De voei-man had onlangs een coupé zich aangeschaft. Op een anderen keer bedoelde dokter in een naburig dorp en zocht bij den smid een patient ophij merkte dat er bij den buurman een extra drukte is en vroeg, wat daarvan de reden was. Het antwoord luidde: «Er zal diarrhee zijn (ter eei-e) van de jongste dochter, die trouwt." De bedoeling was natuurlijkeen diner. Een grappige vergissingEvenwel Men behoeft hier op den boer alleen niet te smalen, Zoo menigeen, die «geleerd" zich waant in de talen, Verknoeit zijn taal en de vreemde erbij Die staat dus met het boertje in ééne rij Neen, bet platteland gaat wel mee, al is het op een' af stand; het wil niet langer onmondig zijn. En weet ge, wie ook niet? De vx-ouwen. Dat hebben zij al lang getoond, maar nu vooral loopen zij te wapen en eischen met kracht en klem haar aandeel aan het kiesvraagstuk. De afdeeling Haarlem van de Vei-eeniging voor Vrouwenkiesrecht" weert zich in 't bizonder. Niet op vergadering ditmaal, maar door prentbriefkaarten, welke zij de wereld inzendt. Daarop staat afgebeeld Kenau Simon Hasselaar, met een speer in de hand, de sjerp over de borst, van den linkerschouder naar den rechtei-heuphet zwaard op zij, het pistool met den krnitkoker aan den gordel. Zoo staat zij, strijdhaftig uit komend tegen de haarlemscbe wallen, daar verder achter de spaansche schansen. Een tweede, kleiner vx-ouwenfiguurtje houdt een vaan omhoog; in den bovenhoek: «Haarlem 1572 '73", en dan teizijde, als een strijdleus, dit gedichtje Dit 's Kenau, die in vroeger tijd Op Haarlem's wallen trok ten strijd, Voor Neerlands bui-gers te bevechten Hun vrije denk- en sprekersrechten. De vrouw strijdt hier in dezen tijd Opnieuw een' moeiljjken strijd, Voor Neerlands vrouwen te bevechten Haar volk burgeressen-rechten. De vx-outjes zitten dus niet stil, maar dat moet ook niet: wie wat wenscht te bereiken, moet er naar streven en niet lijdelijk afwachten. In een oud schoolboekje, waarin men den kinderen de eex-ste vormen der wellevendheid wilde leeren, vond ik ook de volgende bei-ijmde les »Het eerst inden schotel, niet waar, lieve moe, Dat komt, zegt vadex-, geen kindertjes toe? Zoo is het immer en altijd geweest Wacht men zijn beurt af, dan krijgt men het meest". Hm! wie lacht daar? Al te bescheiden, vindt ge, althans voor groote kinderen Ja, tegenwoordig is men niet zoo bescheiden. «Wie het hardst schx-eeuwt, krijgt het meest", zegt men, en ook: «Hebben is hebben, en ki-ijgen is de kunst". «Er heerscht een geest van ontevredenheid", hoort men daarom vaak door anderen klagen". Dat is ook alweer niet te ontkennenmen is in zijn eischen wel eens wat overdreven, men vraagt te veel en altijd meer, en het leven wordt aldus een voordux-end jagen naar stoffelijk goed en naar genot, dat toch alleen niet bevredigt. Zoo zijn er zoo zijn er velen! «Wees tevreden!" Keüvelaaix. treuren op te zingen. Deze kans nam ik waar om der vryer een slag toe te voegen, waarmede ik myn voordeel dagt te doen, en vroeg 't goede besje, of ze niet een deuntje van den ouden tyd wist, daar zo wat van zoenen in kwam. Terstond was ze gereed, en ze bx-agt er eentje voor den dag uit de beste doos, waar in de zoentjes zo dicht stooven als hagel. De Meisjes, en Agnietje voornamentlijk, hielden zig in 't begin wat weigei-ig, dog zo dra ik haar verzekerd had, dat zulks onder de eerlykste dogters de manier was, als de Manlui het maar niet te bond maakten en Jacob zyn bekje daarop had toegevoegd: „zie je 't nouw wel, Mijn Heer zeid bet ummers zelfs, gong het zo glad, of 't van een leye dakje liep. Dit spulletje stond my zeer wel aan maar 't is niet uit te drukken hoe Jacob in grasduinen ging. Hy was 'teenenmaal opgetoogen en verrukt, en zyn geluk was te groot, als dat hy het om zo te spx-eeken verzwelgen kon. Dog wanneer dit zo wat geduurt had, sloeg Vader met een mes op tafel en verzogt het gezelschap zig wat stil te houden, terwyl hy wat te zeggen had, daaraan gelegen was. «Hoort, vrienden", spx-ak de goede man, «'tis nouw tyd om eens tot de zaak te komen, alle jok op een stok", zei Klaasbuur «enHier viel Moeder in zyn re «Kom man, laat myn dat liever eens zeggen, ik zal beter klaren, denk ik. Je weet wel Myn Heer Avokaat," vervolgde ze, «en je ziet het ook wel veur je oogen, dat de jonge lui malkander wel meugen lyenVader en ik hebben niets tegen 't buwelyk, en heur moeder mee niet. Daarby staat Agnietje ons Motje heel aan, en om dat ze de jonge zo lief heit, (nietwaar, Motje?) zo denkt ze, en wy ook, dat het werkje maar boe eer hoe liever zyn vooi-tgang hoorde te hebben maar men spreekt van huwlyk- sche voorwaax-den, en daar hebben we zo geen kennis van, dat jy ons daar eens in te regt wou helpen. Je bent ons altyd zo een goed vriend geweest, en je zult ons dezen dienst ook nog wel doen." «Hoor, Moedertje," antwoordde ik, «ik zal u de zaak zeggen zo als ze my op 't hart legt. Wat hebben wy hier veel omslag te maken omtx-ent huwelyk- dat den sche voorwaax-den de jongelui nemen malkander met hart en ziel, en daar 't hart en 't ligchaam gemeen worden, be hoorde 't geld ook gemeen te wezen" «Dat vat je wel," sprak Vader hier op, «daar spreekt een Engel uitje mond," galmde Jacob hem nadog nog een weinig gehoor verzogt hebbende, voer ik aldus voort: «hoewel ik het niet vast weet, zoo vermoede ik nochtans, dat Agnietjes moeder juist niet in zo een goeden doen is, als onze Buurman, en dat de vx-yster mogelyk van haar kant, behalven haar goede huishouding en spaarzaamheid, weinig of niets ten huwelyk zal hebben dog...." Hier op box-st Motje uithoe weinig of niet? Neen, neen, dat zal zo niet gaan: dat vex-sta ik gansch niet, en ik zal 't ook niet lyden, al was het nog zo, al heel niet." Niet weinig over zo een onverwagten uitval ontzet en niet andex-s denkende, of Motje zogt een stok in 't wiel te steeken: «hoe Vx-ouwtje," spx-ak ik, «wel, wat wil dit zeggen? dat komt me zeker onverwacht voor. Ik had my vast verbeeld, dat de zaak u wonder wel aanstond, waar van daan mag tog zo een schielyke vex-andering komen «Wel, wie zeit," antwoox-dde Besje, «dat ik van gedagten vex-aDdert ben, maar ik zeg als nog, dat ik niet lyden zal, dat het meisje niet met al ten huwelyk brengt en kan her moeder 't niet geven dan zal ik het her geven. Is 't kwalyk gezeid Zie, ik weet, dat aan Jacob de som van duizend Rijksdaalders toegedogt is, en die zal zy ook hebben, en hoor, Zusje Keetje, daar zei jy geen Schaa by lyden, en als jy maar een hupsch borst tot je vx-yer kx-ygt, al had hy geen roode duid in de waereld, zo zei ik je 't zelfde geven." Hier op veranderde 't heele gezelschap van gelaat, en voornamelyk Jacob, die op 't eerste zeggen van Motje de doodverf had gezet, even als een misdadiger, die zo even zyn vonnis ontfangen heeft. Dog dewyl ieder eenigen tyd lang bedeest bleef, hernam Besje het woord: «Wel, hoe sta je lui zo op men en kykt, je denkt ummers niet, hoop ik, dat Motje zo een milde bui heeft, omdat ze een glaasje te veul gedronken heeft, dat ik zeg, dat meen ik, kom, laat maar een Notaris halen, om het te beschryven, dat ik nouw doe, heb ik al lang in 't hoofd gehad, want ik ben oud en niet gewend rykelyk te leven, zo dat ik men geld tog niet vex-teeren kan, en of jelui 't nou of na myn dood hebt, dat 's ummers evenveul." Nauwlyks had zy dit gezegd, of Jacob, zig zelf ontrukt door zo een on verhoopt voorval, vloog Motje al schryende om den hals, ik wenkte Agnietje dat ze 't zelfde zou doen, die hoewel dodelyk ontsteld, van die pligt zig met een ongemaakte en tedex-e dankbaarheid kweet, waar in zy van allen gevolgt wierd. De tranen ontliepen my tegens wil en dank, zowel als d' andex-e. Motje schx-eide mee van vreugd, om dat ze zo een goede zaak verrigt had, en ik kan u verklaren, dat ik in mijn schx-eyen een veel gevoeliger en inniger vergenoegen smaakte als in ons voorig gezang. Ondertusschen drong Motje hax-d aan op 't halen van een Notaris, en hoewel ik zulks onedelmoedig oox-deelde, en als een soort van wantrouwen op 't woord van do goede sloof, most zulks, of wy hoog of laag sprongen, geschieden, vermids zij bybragt, dat, wyl ze geen andere Vrienden hadde, als die tegenwoordig wax-en, 't huwlyk met een nog den zelfden avond kon geslooten worden. Alles wiex;d naar haar wensch en in zeer korten tyd verrigt. Dit dee Jacobs verrukking tot haar hoogste top stygen. Hij vatte zyn Agnietie, uxtschrèeuwende «nou ben je evenwel de myne" in zyn armen. Zy viel van haar kant in de zynen van onsteltenis, nauwlyks wetende, wat ze deed, en ze scheen op het stip van in een flauwte te vallen, had haar vx-yer met duizend verliefde kusjes haar geesten niet weer gaande gemaakt. Gy kunt makkelyk denken, dat het overige van den avond en een gedeelte van den nagt met een verdubbelde vreugd doorgebx-agt wierd. 1 Prijs per halfjaar f 1 bij vooruit! taling. Prijs pei nummer f0 Mededeelinge IJlL t auteursrecht x aars van Zalerd PENSION van Bloemendaal, Ov van het Kantoor van V Bloemendaal's Pension toor eindpunt eleclr. Rusthoek". Telefoon Beleefd verzoek, vaste woonplaats alh einde teleurstelling ol hunne komst vooraf Te Koop of 1. Villa, bevattenc richting, acet.yleengas alle gemakken. Het t 21000.Huurprijs 2. Een villa, be~ van alle gemakken piijs f 500'sjaar 3. Een buitenplaat table ingericht, met zonder geschikt vo x-ant of andere veel Koopsom f90000. 5. 2 villa's, be electrisch licht. Ee gemakken voorzien. 7. Villa te koop 8. Villa te koop 9. Winkelhuis, zeer goede winkelstan winkel en tuin, onde 3 kamers, keuken 10. Een dubbx hal enz., electr. voox-zien van alle 11. Heerenhuis electr. licht, water! prijs f 450. 's jf 12 Villa, in hi hal en vestibule, met 2 kamers. Ek groot 1800 [j 13. Villa, 10 heden. Huurprijs 14. Villa, 8 ka en achtertuin, se: Huurpiijs f 600 15. Villa, 8 ka en achtertuin, bi closets, enz Huui 16. Villa, in kamers, vestibule 4 kamers, fraaie zien van alle ge "Vod"'van publieke bor a:n het bestu t beslissen gaarne s our bereid en ii het wedden. De maatschappij lont neen meer d: ken en b.v. aan met, zekere thans geantwoord: dat h< a'gewacht welke doch dat men ovei ten raadhuize te 1 "ft daarmede ha; met hot aanbod zinsnede had zij in ieder. Do bux-gemei B. n W. hadé weigeren, maar kc verbod toestaan. T

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1909 | | pagina 8