MET PENSION- EN WONINGGIDS
i
Nieuwsblad
voor B
AERDENHOUT -
BLOEMENDAAL
- OVERVEEN -
VOGELENZANG
en omliggende
gemeenten
3* jaargang
ZATERDAG, 27 FEBRUARI 1909
No. 9
Het Bloemendoalsdi Weekblad
Prijs per
halfjaar f 1.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer fO.10
Dit Nieuwsblad verschijnt wekelijks onder Redactie van Mr. P. TIDEMAN
te Bloemendaal.
Advertentiën
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Mededeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk
-> Bloemendaalsche weg 227. -:-
m
II
Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende:
Ged. Oude Gracht 65, Haarlem. Telefoon 141. -:-
Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 121) tot regeling van het auteursrecht.
3ij dit nummer toehoort een bijvoegsel.
Agenda. Haarlem.
Schouwburg Jansweg. Zaterdag 27 Febr. 7^ uur.
'otterdamsch Tooneelgez. Dir. P. D. van Eysden. Het Zede-
Je bewustzijn.
Zondag 28 Febr. 2^ uur. De Hagespelers, Dir. Ed. Ver-
,ade. Elckerlyc.
Zondag 28 Febr. 8 uur. Dir. J. W. Berjé. De Kinder
roofster.
Woensdag 3 Maart 8 uur. Operettegez. Dir. Ernil v. d.
Ëynde Bastien en Bastienne. De terugkeer van Pierrot. De
Veurenberger- Pop
Sociëteit De Kroon. Maandag 1 Maart 8 uur. Depar-
inentsvergadering. Voordracht van den heer J. H. Kremer,
er »Trijpfabricatie."
Concertzaal Soc. Vereeuiging. Maandag 1 Maart
uur. De Wognummers.
Veilingen in en om Bloemendaal.
Ten overstaan van den notaris J H.Wildervanck de Blécourt.
donderdag 18 Maart, café »Kennemerland" te Bloemen-
1, publieke verkooping van huizen.
Woestduin op Zon- en feestdagen gesloten.
III.
Na het verschijnen van ons vorig artikel ontvingen wij
en bezoek van den heer Van Stolk, directeur der maat
schappij Woestduin die er ons een grief van maakte (zjj
het ook op hoffelijke wijze) zijn schrijven aan B. en W. ver
keerd te hebben begrepen en daardoor zijne houding tegen
over dit college veikeerd te hebben uitgelegd. ZEd. stelde
is in staat de correspondentie tusschen B. en W. en zijne
latschappij grootendeels te publiceeren. Wij laten ze hier
volgen.
Bloemendaal, den 9den Febr. '09.
Naar aanleiding van Uw schrijven bij ons ingekomen den
2den December 1908, waarbij U, voor zooverre dit noodig
mocht zijn wegens de Zondagswet van 1815, goedkeuring
vraagt voor het houden van courses te Woestduin voor
verschillende Zondagen in 1909, hebben wij de eer U te
melden, dat na rijpe overweging, wij besloten hebben daar
geen toestemming voor te verleenen.
Ons besluit is gericht tegen het wedden en dobbelen,
waartoe die courses aanleiding gaven, en waarvan velen het
slachtoffer zijn geworden.
Burgemeester en Wethouders van Bloemendaal.
w. g. G. Bas Backer, Burgemeester,
w. g. A. J. van der Flier, Secretaris.
Aan de Directie der Maatschappij tot Exploitatie
van Onroerende Goederen Woestduin".
Amstel No. 82, Amsterdam.
Bloemendaal, den 9den Februari 1909.
Naar aanleiding van Uw verzoek om wedstrijden te mogen
houden op Woestduin, hebben wij de eer U beleefd te
vei-zoeken, ons te willen mededeelen, welke maatregelen
door U kunnen worden genomen om het wedden aldaar
tegen te gaan.
Bij ons bestaat in beginsel geen bezwaar tegen de wed
strijden, maar wel tegen het wedden, omdat ons vele ge
vallen ter oore gekomen zijn, van menschen die door het
wedden op Woestduin groote sommen verloren hebben en
te gronde zijn gegaan.
Alvorens de gevraagde vergunning te geven, zien wij
alzoo boven verzochte mededeeling van U tegemoet.
Burgemeester en Wethouders van Bloemendaal,
w. g. G. Bas Backer, Burgemeester,
w. g. A. J. van der Flier, Secretaris.
Aan den heer Directeur der Maatschappij Woestduin"
Amstel No. 82, te Amsterdam.
Amsterdam, 11 Februari 1909.
Aan
de EdelAchtb. Heeren Burgemeester
en Wethouders van Bloemendaal.
EdelAchb. Heeren
Geeft tnet verschuldigden eerbied te kennen de onderge-
teekende Directeur der Maatschappij tot Exploitatie van
onroerende Goederen Woestduin", dat hij met belangstelling
kennis genomen heeft van het schrijven No. 43 van Uw
geacht College;
dat hij vermeent, wat betreft het door Uw college geincri-
mineerde punt der weddenschappen, dat gevoegelijk afge
wacht kan worden, welke maatregelen door de Hooge Regee
ring in deze zullen worden genomen, zooals door Z. E. den
Minister van Justitie in de vergadering der Tweede Kamer
der Staten Generaal in 't vooruitzicht is gesteld
dat hij vermeent hierop nu niet vooruit te moeten loopen.
Tevens deelt hij U mede gaarne bereid te zijn deze materie
mondeling met Uw college te behandelen, wanneer dit door
U wenscbelijk mocht worden geacht, en is hij ten alle tijde
bereid, daarvoor bij U te komen op door U vast te stellen
plaats en tijd.
Hetwelk doende enz.
voor den Directeur voornoemd.
w, g. M. C. Consemulder,
De heer Van Stolk lichtte de bedoeling van het schrijven
van zijne maatschappij aan B. en W. door dit college in
diens mededeeling aan de laatste raadsvergadering gemetpo-
reerd aldus toe.
Hij wenschte daarin te doen uitkomen, dat, waar de minis
ter een wetsvoorstel in het vooruitzicht stelt (tot tegen
gaan van het wedden) het hem (den directeur van Woest
duin) voorkwam nu niet op zijn weg te liggen om door
maatregelen op die wet vooruit te loopen, omdat hieruit
allicht de. gevolgtrekking zou kunnen worden gemaakt, dat hij
zelf den bestaanden toestand af keurde.
Waar de heer Van Stolk ons verzekert, dat zijn bedoeling
tegenover B. en W. geenszins een hooghartige was met
b. v. dezen achtergrond: wat wil me dat plattelandsbestuur
wijzer zijn dan de minister, hebben wij deze verzekering
eenvoudig te aanvaarden, het aan den lezer der ofHeieele
stukken overlatende zelf te beoordeelen of zijns inziens de
bedoeling van den directeur in gezegd schrijven voldoende
tot haar recht komt. In ieder geval wie zich in het stand
punt van den heer Van Stolk indenkt kan van daaruit be
schouwd zijn antwoord anders waardeeren dan wij deden.
En dan rijst de vraag, of ook een tweede schakel in het
beleid van B. en W ontbroken heeft, te weten deze, dat
het gevoegelijk ware geweest den heer Van Stolk of een
der andere bestuurders van Woestduin te booren, nadat
men aan mededeelingen van derdon het oor leende en voor
dat men het mede op die mededeelingen gegronde sluitings-
besluit nam. Zelfs zij die van eene overleg tusschen B. en W en
Woestduin over het scheiden van rennen en wedden niets ver
wachtten, kunnen het achterwege blijven van persoonlijk overleg
betreuren, uit een oogpunt van welvoegelijkheid en uit een van
kalme politiek. De welvoegelijkheid kon eene conferentie
hebben geëischt, omdat Woestduin in de sportwereld als
een der fatsoenlijkste renbanen bekend stond, het kon een
eisch zijn van kalme politiek, omdat geleidelijk optreden in
alle openbare aangelegenheden van ingrijpenden aard behoort
te zijn.
Tal van bij de exploitatie van Woestduin betrokken per
sonen staan door de onverwachte sluiting op Zondag een
gevoelig verlies te lijden. Begrijpelijk is het dat zij alle
pogingen in het werk stellen om de gevallen beslissing als
nog krachteloos te maken.
Een dier pogingen leeren wij kennen uit het volgend
adres door Woestduin tot den gemeenteraad gericht
Aan
het Bestuur van de Gemeente Bloemendaal
bestaande uit den Raad. Burgemeester en Wethouders.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de heer
Jacobus van Stolk, wonende te Bloemendaal, in zijne hoedanig
heid van Directeur der Mij. tot Exploitatie van Onroerende
Goederen Woestduin":
dat de verzoeker sedert 8 jaren op de terreinen, toebe-
hoorende aan gezegde Maatschappij, en gelegen in de Gemeente
Bloemendaal, courses organiseert op Zon-, Feest- en gewone
dagen
dat de verzoeker voor 't houden van courses op Zon- en
Feestdagen de vergunning noodig heeft gehad van het plaatse
lijk bestuur der Gem. Bloemendaal, tengevolge van de
bepalingen van de Zondagswet
dat deze vergunning steeds is gegeven, zij het dan ook
niet door het plaatselijk bestuur, maar door het college van
B. en W.
dat de verzoeker zich ook thans weder op 2 December
1.1. heeft gewend tot het plaatseljjk bestuur, om eene ver
gunning te verlangen tot het organiseeren van courses op
Zon- en Feestdagen, gedurende het jaar 1909, doch dat
hierop door B. en W. afwijzend is beschikt
dat de verzoeker zich bezwaard acht door deze beslissing,
op gronden hierna aantevoeren, maar in de eerste plaats,
om reden dat de weigering afkomstig is van Burgemeester
en Wethouders terwijl volgens verzoeker de beslissing niet
berust bij gezegd college, maar bij het plaatselijk bestuur,
hetgeen zonder twijfel bestaat niet uit Burgemeester en
Wethouders alleen, maar zooals Art. I der Gemeentewet
zegt uit den Raad, Burgemeester en Wethouders
dat deze opvatting ook tot op heden door den Hoogen
Raad werd gehuldigd;
dat de verdere bezwaren, welke verzoeker tegen de be
slissing van Burgemeester en Wethouders heeft, zijn de
volgende
le. dat het bedrijf dat door hem vertegenwoordigd wordt
in Kapitaalstaat een bedrag van ongeveer f 250,000.daar-
stelt, terwijl het jaarlijksche budget ongeveer f 125,000.
bedraagt, waarvan f 17,000.alleen aan salarissen;
dat dus, indien in 't vervolg het houden van courses op
Zondag verboden zou zijn en daardoor het bedrijf van den
verzoeker onmogelijk gemaakt, hierdoor de onderneming van
verzoeker met vernietiging wordt bedreigd, een groot ge
deelte der eigendommen waardeloos wordt, terwijl boven
dien een groot aantal personen, die wekelijks hun salaris
ontvangen, daardoor broodeloos worden
dat in 't algemeen de paardensport eene gevoelige knak
krijgt en eigenaren en fokkers van paaiden zeer belangrijk
worden benadeeld
dat de schade waarover hier gesproken wordt des te
zwaarder drukt, doordat het gewraakte besluit zoo plotseling
zonder voorafgaande waarschuwing slechts eenige weken
voor den aanvang der courses is genomen
dat het hierdoor niet mogelijk is voor belanghebbenden
de op zich genomen verplichtingen geleidelijk af te wikkelen
2e. dat de verzoeker erkent dat de beslissing over het
al of niet houden van courses op Zon- en Feestdagen berust
bij het plaatselijk bestuur van de Gemeente, waarin de
courses gehouden zullen worden en dat deze bevoegdheid
ontleend is aan de in onbruik geraakte en verouderde Zon
dagswet van 1815;
dat echter de verzoeker met nadruk de aandacht er op
vestigt, dat de verouderde Zondagswet beoogt, dat de kerk
ganger niet wordt gestoord in het vervullen van zijne
kerkelijke verplichtingen, maar dat uitdrukkelijk door gezegd
college is verklaard, dat zij de courses op Zondag verbiedt,
omdat er gewed wordt
dat dus het college op eene bedendelijke wijze de wet
toepast op een geval, waarvoor die Wet niet is geschreven
dat Burgemeester en Wethouders in hun schrijven van
9 Februari 1.1. hebben verklaard: »Ons besluit is gericht
tegen het wedden en dobbelen, waartoe die courses aan
leiding gaven, en waarvan velen het slachtoffer zijn geworden"
dat de verzoeker ten sterkste ontkent, op grond van de in 't
afgeloopen jaar daarop gehouden controle, dat vele inwoners
van de gemeente Bloemendaal het slachtoffer zouden zijn
geworden van het wedden op de courses te Woestduin
3e. dat het van algemeene bekendheid is, dat een deel
van het Nederlandsche volk, zoowel op de beurzen als in
loterijen, speelgelegenheden etc. aan zijn dobbelzucht bot
viert, zoodat de Regeering reeds doende is ernstige maat
regelen daartegen te nemen en dat een wetsontwerp, betref
fende spel en weddenschap binnenkort het departement zal
verlaten
dat het dus niet aangaat en overbodig is, dat het bestuur
van een renbaan hierop vooruit loopt en maatregelen neemt
waardoor niet alleen het wedden niet zal ophouden, maar
bovendien ernstige belangen worden geschaad
dat de verzoeker om te gemoet te komen aan de bezwaren
van Burgemeester en Wethouders zich bereid verklaart,
maatregelen te nemen waardoor voor 't vervolg aan inwo
ners van de Gemeente Bloemendaal, speciaal den kleinen
man, belet wordt, op de terreinen te Woestduin wedden
schappen aantegaan
dat dus verzoeker meent, voldoende te hebben gemotiveerd
le. dat het besluit van het college van Burgemeester en
Wethouders is onwettig, omdat niet bij dit college, maai
bij den Raad enz. de beslissing ligt
2e. dat gezegd besluit is onbillijk, daar nergens uit opto-