MET PENSION- EN WONINGGIDS
Nieuwsblad
voor
AERDENHOUT -
BLOEMENDAAL
- OVERVEEN -
VOGELENZANG
en omliggende
gemeenten
1 Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 121) tot regeling van het auteursrecht.
Tusschen Helmond en Venlo.
3e jaargang.
ZATERDAG, 20 MAART 1909.
No. 12.
Het Bloemendoolsdi Ueekblod.
I
Prijs per
halfjaar f 1.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer fO.10
Dit Nieuwsblad verschijnt wekelijks onder Redactie van Mr. P. TIDEMAN
te Bloem endaal.
Adverteutiën
10 cents per
regel;
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Mededeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk:
Bloemendaalsche weg 227. -:-
II
a
Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende:
Ged. Oude Gracht 65, Haarlem. Telefoon 141.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
en een bijvoegsel Panorama van „Duin
en Daal" te Bloemendaal.
EERSTE BLAD.
Haarlem,
Schouwburg Jansweg. Zaterdag 20 Maart 8 uur.
V. Opera en Operette, Rembrandt Theater, Carmen.
Zondag 21 Maart 2-| uur. De Hagespelers onder leiding
Mil Eduard Verkade, Lanseloet ende Sanderyn.
8 uur. Dir. J. W. Berjé, De Schipbreukeling.
Donderdag 25 Maart 8 uur. Ned. Tooneelvereen. De
'■pgaande Zon.
Zaterdag 27 Maart 8 uur. N. V. Opera en Operette,
Kembrandt Theater, De Dollar Prinses.
Aan de lezers 1
Wij zijn door de welwillende medewerking van de Bin-
rif.ilandsche Exploitatie Maatschappij van Onroerende Goederen
staat, onzen lezers een fraai in boekdruk gereproduceerde
seekening aan te bieden van het panorama van Duin en
Daal. Nu het verhoogde Koninginneduin haar voltooiing
nadert, is deze teekening, van een plek g°nomen die niet
meer bestaat, althans voor het publiek niet meer te berei
ken is, ook van historische waarde. Aan genoemde maat
schappij onze dank, aan u geachte lezers nogmaals het ver
zoek wekt uwe vrienden en bekenden op zich op ons blad
zoo zij het nog niet kennen, te abonneeren.
Woestduin op Zon- en feestdagen gesloten.
(Slot.)
De slotscène is daar. De netelige zaak is ten einde. Met
een kort gebaar heeft de voorzitter bij den raad en bij
B. en W. van Bloemendaal aan deze aangelegenheid een
eind gemaakt, «hans op freA jjuis. Maken wij bet kort
hebben B. en W. tot eikand' de strop werd om
gelegd, het touw aangehar' hangt en B. en W.
hebben zich. voor dit overIij.ru- >ordelijk gesteld, de
Woestduiricburses op Zon- en feestdagen zijn dood. Bij het
opbergen van hot doode lichaam wordt .g een enkel woord
gesproken. Het is de heer baron Van Driebeek die bij het
graf het woord voertde spreker is aangedaan. Ik ben
het, zoo begint de redenaar, die de eerste stoot gegeven heeft
om den overledene een zoo oneervollen dood te bezorgeD
diep overtuigd van het zedebederf zijner daden, was het
mij een pijnlijke plicht, maar een plicht, om in het belang
der kleine menschheid de mannen der wet te wijzen op de
euveldaden van den overledene. Overtuigd van mijn goed
recht en steunende op de aanhankelijkheid der burgemeesters
van Haarlem, Heemstede en Bennebroek geleund op mijne
eigen krachtige ervaring is het mij eindelijk, B. en W. van
Bloemendaal, gelukt den misdadiger voor u te ontmaskeren,
ik kende hem goed, ik heb zijne wandaden geruimen tijd
van nabij gadegeslagen, ik heb als het ware lang met hem
onder één dak geslapen, hem mijn broeder genoemd, ik
heb hem gezien in zijn kracht en in zijne zwakheid, en zelfs
meermalen door mijne veelvuldige tegenwoordigheid bij de
zijne, gevaar geloopen te worden aangezien voor zijn con
frater; ik ben omdat mijne bedoelingen zuiver waren dit
gevaar niet ontvloden. Mijn loon ligt daar, de overledene
is dood. Het is nu uit den tijd dat een burgerkroon den
man siert die zich groot maakte ten bate van zijne kleine mede-
menschen, maar ware dit anders ik zou niet schromen hier
openlijk op het dragen van zulk een kroon aanspraak te
doen gelden. Hiermede is mijn aanspraak uit. 0 heilige
gerechtigheid, wanneer zult gij het kunnen stellen zonder
aanbrengers? O heilige deugd, wanneer zult gij kunnen
handelen zonder aanstellerij. 0 overledenen, wanneer zult
gij het kunnen stellen zonder aanstellerige aansprekers? T.
Nog eens de beslissing van Haarlem's raad
omtrent de H. B. S. gelden.
Mr. Thiel, wethouder van onderwijs te Haarlem, was
zoo vriendelijk ons zijne uitlating in de laatste gemeente
raadsvergadering omirent Haarlem's houding tegenover de
buitengemeenten te verduid dijken. Niet tegenover in den
zin vantegen de buitengemeenten bad hij 's raads votum ge-
wenscht, maar tegenover in den zin van jegens deze, met
het oog nl. op de wenschelijkheid voor de gemeentebesturen
en de belanghebbende gemeentenaren van den omtrek om
zoo spoedig mogelijk vóór den nieuwen schoolcursus te
weten, welke Haarlem's houding zou zijn. De zaak staat
dus van het begin tot het einde in groote trekken zoo
B. en W. van Haarlem hebben in zake de heffing van
kooge schoolgelden voor H. B. Scholieren van buiten eene
beslissing van den raad gevraagd en verkregen, waardoor
de belangen der buitengemeenten ernstig worden bedreigd,
toen de raad van Haarlem bleek het stelsel van B. en W.
aan te hangen heeft Haarlem's wethouder van onderwijs
zich verzet tegen verder uitstel der beslissing.
Afstooting dus van den omtrek, maar dan ook zoo
openlijk en zoo spoedig mogelijk. Reactie op die afstooting
kan o. i. niet uitblijven; dat, gelijk de Stadseditie zonder
nadere verklaring aanneemt, in het verleenen der tram
concessie aan de E. N. E. T. het eerste verschijnsel dier
reactie te bespeuren is, gelooven wij niet. Ten slotte blijven
wij het betreuren, dat Haarlem zich aldus op den weg be
geeft naar een particularisme, dat zich in het algemeen bet
meeste wreekt op het leven zelf van dengeen die zich afzon
dert. Wij meenden, dat de Nederlanders met hun vroeger
staatkundig particularisme of provincialisme te veel leergeld
hadden betaald om waar ook, naar eene economische of
administratieve herhaling daarvan te verlangen. Eigenaardig,
dat juist een vrijzinnig-democraat tot deze uit het oogpunt
van cultuur en volksontwikkeling typisch reactionaire daad
het initiatief moest nemen. T.
Fotografie.
Een genotvolle avond viel Donderdag 1.1. hun te beurt, die
de vergadering van de Bloemensche AmateurfotografenVereeni-
ging bijwoonden Reeds bij het binnenkomen in de vergaderzaal
van Hotel «Welgelegen" werd men aangenaam verrast door
eene belangrijke uitstalling van foto's van de keeren I. Bis-
pinck, P. Clausing Jr. en A. van Dijk. Het fraaiste werk
vonden wij de landschappen van den beer Bispinck, uit
Noorwegen, Bosnië, Herzogewina, Finland en Noord-Amerika,
alles hoogst smaakvol geëncadreerd, zoomede de portretten
van den heer Clausing, die van een zeer ontwikkelden kunst
zin en fijnen smaak getuigden.
Na de gewone huishoudelijke bezigheden, waaronder ge
noemd mag worden het besluit tot het aanschaffen van
een electrisch booglicht voor de lantaarnverlichting, werd
met de aangekondigde projectiën aangevangen. Eerst kregen
wij eene beschouwing van den voorzitter over de verschil
lende soorten van directe kleurenfotografie, zooals die in den
allerjongsten tijd wordt toegepast, met vergelijkende pro
jectie van Omnieolore en Autochrome platen, waarbij de
inleider deed opmerken dat hoewel aan de laatstgenoemdo
nog de voorkeur moet worden gegeven, toch reeds met
Omnieolore platen een schoon resultaat kan bereikt worden.
Een zeer goede Omnieolore opname van den heer Delfos en
een zeer heldere en kleurechte Autochrome opname van
FEUILLETON.
ROLAND.
Tusschen Helmond en Venlo stapte te Blerik eene dame
in een coupé der eerste klasse.
In een der hoeken van dien coupé sliep een heer, in zijn
mantel gewikkeld, het halve gezicht door een grijs-zwarte
reismuts bedekt. Naast hem lag op de fluweelen bank een
pas opengesneden deel: «Photographies d'apres nature par
Galotti," een boek. dat omstreeks dien tijd door zijne pikante
waarheidsliefde en ettelijke stoute uitvallen tegen eigenlijk
onaantastbare dingen veel gelezen en veel besproken werd. De
vrouwennaam, die zich achter dit pseudoniem verborg, was
echter nog door geen weetgierige ontraadseld.
Het boek trok onmiddellijk hare aandacht. Zij glimlachte
en begreep niet, hoe men bij zulk eene lectuur in slaap had
kunnen vallen. Dan moest men óf zeer flauwhartig óf al
heel vermoeid zijn.
Daarop keurde zij het halve proflei met den donkerblon
den knevel eerst onverschillig, om de eerste minuut te
dooden, maar toen plotseling verbaasdDat gezicht had ze
meer ontmoet! Te Amsterdam? Zij ging al de kennissen
eens na! Neen! Te WeenenZij doorliep even de lijst dei-
haar bekende familiën aldaar.
Hierna liet zij al hare bekenden de revue passeeren die
zij op hare reizen wel eens ontmoet had neen. Karlsbad
neen. Geen aanknoopingspunt ja, eindelijk.
Een portret in het salon van Freule van Sanderheem in
Den Haag. Nu was ze er: de om zijne deugdzame verveling
en vervelende deugdzaamheid bekende neef Gerard, die door
alle dames zoo gezocht en vereerd, en door zijne twee tantes
zoo vergood werd de rijke erfneef met uitgestrekte land
goederen die was 't!
Zij kende hem slechts van hooren zeggenondanks allerlei
pogingen van tantes zijde had zij tot nu toe vermeden met
hem in aanraking te komen.
Van vervelende menschen had zij een afkeer, haar tijd
was te kostbaar, om dien aan dialogen met zulke nulliteiten
te verspillen. Iemand, van wien men niets anders wist te
zeggen, dan dat hij onverbeterlijk fatsoenlijk was, bezat in
hare vrijzinnige wereldbeschouwing niet meer waarde dan
een vervelend boek.
Was 't niet karakteristiek voor hem, dat hij bij het pikante
boek, dat naast hem lag, had kunnen inslapen?
Daar viel haar blik op zijn rondreisbiljet, dat als lees-
teeken in de «Pnotographies" lag.
Als zij zich eens overtuigde Discreet was het niet
maar waarom sliep de eigenaar ook zoo vast? Waarom was
die eentonige streek van Helmond naar Venlo ook zoo onbe
langrijk
Reeds had zij 't boek in de hand, tusschen hare grijze,
fijne gemslederhandschoenen. Snel een blik op de uaamtee-
kening. Naam G. van Sanderheem. Ha ha! Dus juist geraden
In dit oogenblik bewoog zich de slaper. In een oogwenk
lag het boek weder op zijne plaats, en keek de dame fluks
naar de andere zijde 't raampje uit. Doch hij had bij 't
ontwaken duidelijk gezien, dat hare vingers met zijn boek
in aanraking waren. Nu werd onze reiziger klaar wakker.
Hij was ingedut door het turen naar deze saaie heide
en zie, plotseling was er heerlijke stoflageeen gedistingeerd
vrouwenkopje, een keurige reismantel, een heel elegant reispak.
Eene dame, die met hare handjes in 't goed van anderen
zat, en die nu met naar buiten kijken, komedie speelde.
Nu, zijn woonplaats was gelukkig ver weg, hij was zoo goed
als incognito en behoefde hij zich nu eens niet in zijn ware
gedaante te toonenhet vervelend fatsoen begon hem hoe
langer hoe meer tegen te staan.
Hij wierp zijne reismuts af, trok wel zesmaal aan zijn
knevel en verwisselde van plaats, zoodat hij nu schuin tegen
over de dame zat. Deze glimlachte even.
«Pardon mevrouw," begon hij eindelijk «zou u me ook
kunnen zeggen, of we Venlo al voorbij zijn?"
«Nog niet," zei ze lakonisch. het kopje even omkeerende.
«Die treinen gaan zoo langzaam!"
Zij zweeg.
«Of kunt ge u een trein denken met welks snelheid
onze ras voortspoedende tijd tevreden zoude zijn
«Als er een zóó snel liep, dat men zijn eigen woorden
daarin niet hoorde en die van anderen evenmin, dan zou
dit quantum van snelheid mij persoonlijk voldoende zijn."
«Zou u dat als een voorrecht beschouwen?" vroeg hij.
Dat zou van de woorden van anderen afhangenZij
keerde hem nu haar volle gezicht toe, een italiaansch kopje,
welks leeftijd moeilijk te schatten was, doch eene knappe
brunette vol geest en met een trekje van brutaal-durven
om den mond.
«Mag ik na dit antwoord nog verder gaan?" vroeg hij,
«of verlangt u dat ik er 't zwijgen toe leg?"
«Praat gerust door," hernam ze. «Deze streek is zoo
eminent vervelend, dat men het wel verantwoorden kan,
als men er 't gezicht van afwendt, al ware het zelfs om
naar iets van nog minder beteekenis te luisteren. Of heeft
uw geest soms van die echte bliksemschichten in voorraad?
Zoo ja, dan is daartoe tusschen Helmond en Venlo de uit-
muntendste gelegenheid, om ze te doen ontvlammen."
«Voor zulk een ironisch gehoor?" vroeg hij, haar min
achtenden toon nabootsend.
«Misschien dwingen mij die bliksemschichten van uw
geest bewondering af!"
Bewondering ternauwernood, zelfs als waren ze van
betere qualiteit dan ze inderdaad zijn. Uwe oogen zijn van
die soort, die alles kritiseert, maar niets bewondert."
„Dunkt u maar begin dan toch met uw jupitersambt
«Zoodra u mij voorgaat les dames en avant met
deze gemeenplaats doe ik nu eens mijn voordeel."
«En wanneer het mij nu eens minder gelukte dan u, om
geestig te zijn
«Dan zou ik in elk geval weten, wat ik mij buitendien
kan voorstellen, dat u meer bewondering in ontvangst ge
nomen heeft dan ik, en dat u dit zoetste van alle suiker
goed eindelijk tegen slaat."
«Tegen staat, ja, als 't altijd op de zelfde wijze wordt
toegediendMaar dit gerecht kan op zooveel verschillende
manieren worden toebereid
«Dus u veroorlooft mij, u op mijne manier te bewonderen
vroeg hij.
«Van Helmond tot Venlo
ja!